|
|
|
Alle
bijdragen van Jim aan de rubriek De
Commentator bundelen we op deze pagina.
Klik verder naar de volgende onderwerpen:
• 16/07/2016 Jim over Mooie
Momenten
• 03/09/2014 Dossier Een
Nacht in Rome door Jim
• 23/03/2013 Aan de hand
van foto's van vrienden en kennissen en met veel eigen
inbreng ging Jim te werk voor het eerste deel van het
origineel vertelde tweeluik Een Nacht in Rome,
nu ook verkrijgbaar als softcover. |
|
|
|
|
Jim
over Een Nacht in Rome 3 |
|
|
Onderstaande
bijdrage van Sonia Déchamps verscheen
eerder in het Franse stripmaandblad Casemate
nummer 113 van april 2018. |
|
Over
boven en onder: "Ik besteed altijd veel
aandacht aan de positie van de personages in de prenten.
Als er een autoriteit mee is gemoeid of de een de ander
domineert, plaats ik die altijd hoger dan degene die gedomineerd
wordt. Als het ruimtelijk is, zoals hier, let ik daar
ook op. Marie, onderaan de prent, kijkt naar Raphaël
die bovenaan de prent zit. Goed, ik moest 'm toch boven
tekenen, want Raphaël zit op het dak, dat zou de
lezer sowieso begrepen hebben. Maar de organisatie van
de prenten op deze pagina maakt meteen de situatie duidelijk.
In prent 3 staat Raphaël bovenaan de prent en we
laten onze blik zakken naar de personages in prent 4,
onderaan de prent."
Over echo's: "Voor mijn vijftigste
verjaardag kreeg ik echt een onderzoek naar darmkanker
cadeau! Het is leuk om dat te vertellen. Ik hou ervan
dat een verhaal rakelings langs het echte leven scheert.
Ik heb dit derde deel als een spiegel van deel 1 opgebouwd.
Er was al een feest in Parijs met het geven van cadeautjes.
Andere scènes komen ook terug. Zoals de twee paginagrote
prenten waarin Raphaël iedereen de deur uit wil,
maar waarbij iedereen blijft. Dat is een echo van deel
1 waarin iedereen wegging. Het is een spelletje met overeenkomsten
die de lezer amuseert, hoop ik."
Over vrijheid: "Ik let er altijd
op dat de lezer naast het hoofdpersonage staat. Soms een
beetje achter hem. Er zijn duizend manieren om een actie
in beeld te brengen, ik probeer de ideale manier te vinden.
Een strip is niet het medium die voor mij het meest natuurlijk
is, maar wel het welwillendste, het creatiefste. Het geeft
me de absolute vrijheid om te vertellen wat ik wil, met
de dialogen die ik wil, om de scènes zo lang of
kort te laten duren als ik wil, met het aantal figuranten
waarin ik zin heb."
|
Over
voelen: "De eerste prent is een van mijn
favoriete. Hier zijn we zelf Raphaël. Ik zoek altijd
die nabijheid. het bericht is ook aan de lezer gericht.
Een enorm deel van mijn werk bestaat in het uitproberen
van toepassingen om de lezer emotioneel te laten voelen
wat mijn personages meemaken."
Over details: "Ik probeer altijd
het verhaal in het echte leven te verankeren. Marie, in
Rome, zoekt de weg via de app 'Kaarten' op haar smartphone.
Ik hou van dat soort details. Misschien zijn die op een
dag uit de mode, maar blijven het getuigenissen van ons
tijdperk. Hetzelfde geldt voor de sms-gesprekken."
Over eenvoud: "We krijgen te maken
met pubergevoelens. Marie trekt een ietwat korte jurk
aan, ze is zenuwachtig... Het zijn tegenstellingen voor
het feit dat we een verhaal vertellen over mensen van
vijftig jaar. Raphaël springt als een puber. De drie
laatste prenten zijn leesbaar zonder de tekstballonnen.
Ik zoek altijd naar de maximale eenvoud. Als je het verhaal
en de machtsverhoudingen begrijpt zonder een ballon te
lezen, is het spel volgens mij gewonnen."
|
Over
veranderingen: "Bovenaan is Raphaël
onrustig, hij beweegt, vandaar de close-ups. Marie is
kalmer, vandaar een rustige prent. Vanop een afstand gezien
twijfelt Marie, ze is een beetje kwetsbaar. Ze voelde
zich zelfzekerder in het vorige deel. Haar leven werd
gecompliceerder. Daarvóór zette ze veel
in op haar verleiding, haar aantrekkingskracht. Je voelt
dat de dingen veranderen. In een straat in Rome fluiten
de mannen... een andere, jongere vrouw na. Ieder op zijn
beurt. Niet evident als je niet van outfit bent veranderd,
dat van een moeder bijvoorbeeld."
Over de villa: "In een huurappartement
in Rome zag ik die hele grote villa staan waarin ik het
verjaardagsfeest voor Raphaël organiseerde. Vanop
het balkon fotografeerde ik het uit alle hoeken."
Over het ietsje meer: "Ook al heb
ik er geen nood aan — mijn archieven zijn goed gevuld
— laat ik graag mensen poseren. Dat maakt de zoektocht
naar de juiste expressies interessanter. Er zijn heel
veel details om aan te werken, een manier om een hand,
een blik, vermoeidheid, enzovoort te tekenen. Ook houdingen
die je niet altijd kan bedenken. Ik ben altijd op zoek
naar dat ietsje meer om het echt te maken."
Over voorrang: "Afgelopen met tekeningen
die uit de kaders komen, afgelopen met prenten die van
de bladrand lopen. Die heb ik vroeger genoeg getekend,
vooral onder het pseudoniem Téhy in de reeks Yiu.
Hier houd ik het heel klassiek, met een neiging naar een
zo neutraal mogelijke tekenstijl. Zonder opzichtigheid.
Alles gebeurt in de prent. Ik gebruik een heel eenvoudige
strokenstructuur. Het enige doel is de vertelling voorrang
te geven, om die uit te kleden."
|
Over
obstakels: "Die parlofoon is een knipoog
naar de videocassette in deel 1. Dat was aanlokkelijk!
Die twee denken voortdurend aan elkaar, maar heel wat
obstakels staan elke keer in de weg."
Over belang: "Ik probeer belang
te geven aan de momenten waarop ze met elkaar in verbinding
staan. Het feest zou veel meer plaats moeten innemen,
maar nee, wat telt is het gesprek via de parlofoon. De
vorm van de prenten geeft ritme aan het verhaal, het geeft
er muziek aan."
Over energie: "Ik weet niet wat
het beroep is van Marie. Sommige auteurs werken veel aan
het verborgen gedeelte van hun personages. Dat geeft hun
ongetwijfeld meer vlees, maar dat interesseert me te weinig.
Ik spendeer mijn energie liever aan het visuele topje
van de ijsberg, en ik laat de gedeeltes vaag die ik niet
nuttig vind. Heb ik gelijk of niet? Dat weet ik niet."
Over vrijwilligers: "Dit scenario
kende drie versies. Ik laat mijn teksten herlezen door
mensen die ik niet ken. Op mijn blog vraag ik soms vrijwilligers!
Sommigen, wiens opmerkingen ik interessant vind, zijn
zo'n beetje mijn officiële lezers geworden. Ik stuur
hun alles. Maar ik ontvang ook graag een nieuwe kijk.
Ik luister naar wie iets raar vind of wie een scène
moeilijk te begrijpen vindt of wie een aflevering nogal
zwak vindt. Ik luister liever naar kritiek wanneer ik
nog een en ander kan aanpassen dan na het verschijnen
van het album. En het schrikt me niet af om werk opnieuw
uit te voeren. Goed, nu ik dat gezegd heb, is het ook
geen democratische oefening. Aan de eindmeet doe ik toch
wat ik wil!" |
|
|
|
Onderstaande
bijdrage van Jean-Pierre Fuéri verscheen
eerder in het Franse stripmaandblad Casemate
nummer 87 van december 2015. |
|
Over het aantal pagina's: "Slechts twee
prenten. En het is heel aangenaam om zo veel plaats te
hebben! Ik werk meer en meer met veel pagina's waardoor
de tekeningen kunnen ademen. Ik heb geleden bij het maken
van de bladschikking voor albums van 44 platen —
voor mijn sciencefictionserie Yiu - Premières
Missions bijvoorbeeld — door de hele tijd prenten
te verkleinen terwijl ik spijt had dat ik hen niet wat
meer diepte en ademruimte kon geven. Tegenwoordig heb
ik die frustratie niet meer, ik neem de ruimte die ik
wil en die mij bevalt. Dit is typisch een plaat waar een
tekenaar zich een plezier mee kan doen."
Over het decor: "Het decor in de
eerste prent bestaat et zo min als in de tweede prent.
Het is samengesteld uit meerdere gedeeltes van straten.
Als ik in Parijs wandel, neem ik enorm veel foto's. De
visie die ik op een straat heb, bepaalt de kadrering,
de ideeën. Als je voor jezelf schrijft kan je je
als tekenaar gemakkelijker uitdrukken en rekening houden
met waar je zin in hebt. In de bladschikking vullen de
scenarist en de tekenaar in mij elkaar tegelijkertijd
aan!"
Over intiem en fictie: "Dit verhaal met
de titel Je denkt aan je vrouw... is gebaseerd
op mijn herinnering aan een reis naar Cadaqués
(in de Spaanse regio Catalonië, red.). Vervolgens
wordt het een kat-en-muisspel tussen wat voor mij intiem
is en wat er fictie is."
Over onderwerpen op de telefoon: "Misschien
maak ik op een dag een vervolg op dit album. Ik heb een
verhaal waar ik erg van houd, maar dat ik een beetje te
persoonlijk vind. Het volstaat al om door mijn telefoon
te gaan om heel wat andere onderwerpen te vinden. Door
je telefoon gaan... die zin betekent over tien jaar niets
meer!"
|
Over de pijnboom: "Aanvankelijk had ik niet
voorzien om zo veel plaats te geven aan deze pijnboom.
dat is wat ik een arbeidsongeval noem, die gaandeweg de
richting doen veranderen. Dit nogal contemplatieve verhaal
bevat weinig wendingen en wordt volledig gedragen door
de tekeningen."
Over languit in het gras liggen: "Met
Delphine (zijn vrouw en inkleurster, red.) bespreek ik
uitgebreid de inkleuring. Het zonlicht geeft het beeld
hier nog meer schoonheid aan het leven, wat eigen is aan
herinneringen. Insecten fladderen rond. Languit liggen
in het gras is voor mij een symbiose vormen met een wereld
die beweegt en groeit. Ik heb graag dat je dat allemaal
voelt om zich zoals de personages in het verhaal te kunnen
voelen."
Over de vuile lucht: "Je kan veel leren
van anderen. Terwijl ik samenwerkte met Dominique Mermoux
voor L'Invitation vulde hij zijn hemels met kleine
oneffenheden. Ik vond dat mooi en heb het idee overgenomen.
Het vibreert een beetje, je voelt dat er dingetjes zijn,
vliegende beestjes in de warmte die de inkleuring eraan
geeft. Zo is het geen al te cleane wereld en dat is een
echt gevaar als je op de computer werkt."
Over grote prenten: "Als ik mijn
albums open (en ook wanneer ik ze weer afsluit) met een
grote prent is dat een spel, maar ook omdat ik vind dat
de lezer makkelijker binnendringt in het verhaal. Maar
ik ga nu ook niet meerdere opeenvolgende pagina's tekenen
met maar twee prenten per pagina. Ik zou niet graag hebben
dat de lezer zou denken dat het alleen maar om de tekeningen
gaat. Nu ja, daarmee heb ik nog niet gezegd dat ik de
oefening op een dag niet probeer voor een pagina of vier-vijf.
Maar dat moet je met voorzichtigheid uitvoeren."
|
Over de donkere prent: "Acht prenten, de
lezer heeft iets om te lezen! De donkere inkleuring in
de middenste prent is een initiatief van Delphine die
goed uitkomt terwijl de rest bestaat uit helder verlichte
herinneringen, zelfs in de kamer. Sinds we samenwerken,
heb ik nog altijd graag dat ze me weet te verrassen. Ik
laat haar daarom eerst doen, daarna discussiëren
we."
Over het kleur groen: "Het groene
kleur in de eerste prenten is een zeldzaamheid. Ik vind
groen verschrikkelijk, je vindt het weinig in mijn albums.
Delphine laat zich makkelijk gaan om het eraan toe te
voegen. Maar elke keer sta ik er pertinent op: 'Nee, geen
groen!'"
Over gezichten: "Als je mijn andere albums
kent, zal het gezicht van de vrouw je misschien wat zeggen.
Dat is mijn probleem: zoals veel tekenaars val ik telkens
terug op hetzelfde soort vrouw. Ik probeerde de trend
te doorbreken in het verhaal hierop over de kerstcadeaus.
De neus van de vrouw is prominenter, haar kin meer uitgewerkt.
Werken op verscheidene gezichten is momenteel een van
mijn grootste uitdagingen."
Over foto's op cd-rom: "Ik bewaar
foto's van vrienden en acteurs en al wat me interessant
lijkt. In mijn eerste strip — ik was toen een jaar
of twintig — vertelde ik over de stad Niort, een
strip in opdracht. Het hoofdpersonage had het hoofd van
Mickey Rourke. Belachelijk eigenlijk, nu ik eraan terugdenk!
Maar hoe dan ook liep Blueberry ook een tijd lang rond
met het gezicht van Belmondo. Het oudste gedeelte van
mijn fotoverzameling staat op cd-rom. En ineens gebruikte
ik die niet meer. Wie heeft er tegenwoordig nog zin om
een cd-rom in de computer te schuiven om erop te gaan
zoeken? Dat is allemaal afgelopen."
|
Over de glijdende blik van de man: "Kleine
stukjes erotische herinneringen. Een plezier voor een
tekenaar. Een groot werk voor een luiaard. In de eerste
twee prenten was de vrouw eerst vanop de voeten gezien.
Uitgaand van het het principe dat de blik van de man zich
eerst naar de borsten richt, haar benen en wat later haar
billen (opmerkelijk gevormd door de inkleuring), dacht
ik eraan om de tekeningen op te splitsen zodat onze ogen,
net als die van het personage, zouden glijden over het
lichaam van het meisje."
Over de volgorde: "Tekstloze prenten
maken zonder zich af te hoeven vragen waar de tekstballonnen
moeten staan, is een waar plezier. Leve de voiceover!
Maar dat mag je niet te veel doen. Een van de moeilijkheden
voor dit album was de volgorde van de twaalf verhalen
die niet in die volgorde werden getekend. Er waren meerdere
verhalen met voiceovers. Als die elkaar zouden opvolgen,
zou dat overdaad zijn. We hebben dus verhalen met tekstballonnen
afgewisseld met die met voiceovers."
Over prenten apart uitwerken: "Ik werk elke
prent op een apart vel uit die ik dan inkt. Daarna scan
ik ze in, schik de tekeningen op de pagina en werk ze
bij met een stylus. Vandaar de mix van niet altijd coherente
stijlen. Soms print ik ze uit en herteken ik ze op de
lichttafel een tweede keer in de andere richting. Ik scan
die opnieuw in, ik spiegel het en schik het opnieuw op
de pagina."
Over ongelukjes: "Prenten los van
elkaar uitwerken, laat me toe om makkelijker ongelukjes
toe te laten. De zaken buiten beeld, verandering van grootte,
de fotodocumentatie,...Iemand die ik had gefotografeerd,
pulkte in zijn neus terwijl hij telefoneerde. Op zo'n
natuurlijk gebaar zou ik nooit gekomen zijn... Daar jaag
ik net op, op het vangen van details uit het leven..."
|
Dossier
Een Nacht in Rome door Jim |
|
|
Onderstaand dossier is opgenomen in de integrale editie
van Een Nacht in Rome die niet in de handel is
te verkrijgen. De inhoud ervan wilden we de vele fans
van Een Nacht in Rome evenwel niet ontzeggen.
Geniet bij deze dus van de vele schetsen, coverstudies
en het commentaar van auteur Jim.
|
Jim
over Een Nacht in Rome |
|
|
Onderstaande
bijdrage van Damien Perez verscheen eerder
in het Franse stripmaandblad Casemate nummer
48 van mei 2012.
|
|
Over
de grote prenten: "Een lengte van 46 pagina's
is een hachelijke onderneming. Alle gewenste spektakelscènes
en grote prenten moeten matchen met de noodzakelijk
scènes om het verhaal te voltooien op heel weinig
plaats. Daardoor kan het verhaal falen of je raakt gefrustreerd
omdat je het niet kan tekenen zoals je hoopte. Van de
94 platen van Een Nacht in Rome kon ik me talrijke
grote prenten zoals deze hier veroorloven, met stiltemomenten
en paginagrote tekeningen. Je moet erover waken dat het
niet te traag verloopt en dat het verhaal goed opschiet
om de lezer niet te vervelen."
Over de zitkamer: "Er zijn twee
manieren om een handeling weer te geven in een kamer.
Ofwel respecteer je nauwkeurig de architectuur en limiteer
je de bewegingen van de personages. Ofwel trek je je van
niets wat aan en primeert de vertelling. Raad eens tot
welke strekking ik behoor? Mijn zitkamer is langs geen
kanten consistent getekend! Ik daag je uit om hier een
plattegrond van te maken: alle voorwerpen, maar ook de
deuren, veranderen van plaats als de bewegingen van de
personages daarom vragen. De grote luster zie je overal
omdat ik gewoon zin had die te tekenen."
Over verandering van plaats: "Bij
Petites Éclipes, dat ik met Fane maakte
(een one-shot dat verscheen bij Casterman, red.),
amuseerden we ons tijdens de maaltijdscènes om
de gasten voortdurend van plaats te doen veranderen. De
lezers waren zodanig in de ban van de dialogen dat ze
daar nauwelijks op hebben gelet. Beter zelfs: het accentueerde
de spanningen of de efficiëntie van de dialogen."
Over de noodzakelijke derde prent: "De derde
prent was noodzakelijk om een beetje ruimte te laten tussen
twee drukke prenten. Ik heb ervan geprofiteerd om meer
leven te brengen in de strook met het bewegende meisje
dat zich naar de achtergrond draait. Het benadrukt dat
Raphaël in het midden van een groep staat, een belangrijk
gegeven in deze scène."
|
|
Over
tics: "In prent 2 wilde ik zo realistisch
mogelijk blijven, hoewel mijn komische lijnvoering onophoudelijk
de neiging had op te duiken. Ik steel graag scenario-elementen
uit het echte leven en door middel van foto's leg ik bestaande
elementen vast om er mijn tekeningen mee te stofferen.
Daarom nam ik bijvoorbeeld foto's van een vriend die telefoneert,
hij knijpt daarbij automatisch in zijn neus. Zo'n tics
vind je niet uit. Door ervaring let je erop of je legt
ze vast op foto. Ik heb ze gebruikt voor Raphaël
en zowat alle ander personages in Een Nacht in Rome
om er een veelvoud van kleine facts of life in
te verwerken."
Over vrienden als personages: "Om
een nevenpersonage zo geslaagd mogelijk te maken, is het
belangrijkste om hem een karakteristiek uiterlijk en een
herkenbaar gezicht te geven. Je kan je ook laten inspireren
door vrienden en kennissen. Het personage helemaal rechts
in prent 3 zat al in Petites Éclipses,
hij is mijn jeugdvriend Hubert. Net voor hem zit de zoon
van tekenaar Fredman, een vriend."
Over het licht: "Het lichtspel komt
pas bij de inkleuring. Sinds De Parasiet (driedelige
reeks onder het pseudoniem Téhy waarvan Blitz het
eerste deel vertaalde, red.) ontwikkelde ik een maniëristische
, volledig uitgewerkte, maar losse stijl die rekening
hield met de lichtinval. In Le Dernier Socialiste
(komisch album uit 2009, red.) begon ik me er niets
van aan te trekken, ik zocht niet meer naar de mooiste
lijnen, maar wel naar de levendigste lijnen."
Over zijn vrouw: "Het maakt niets
uit als je achteraf pas nadenkt over het licht. Die beslissingen
neem ik met mijn vrouw, Delphine. We praten veel over
de sfeer in elke pagina. Soms teken ik een prent opnieuw
na de inkleuring, soms gebruik ik een andere kadrering
en dat maakt van Een Nacht in Rome iets meer
home made."
|
|
Over
de manier van tekenen: "Ik teken rechtstreeks
op kalkpapier. Ideaal voor wie het gommen wil vermijden!
Ik werk naar voorbereidende schetsen of rechtstreeks naar
foto's. Ik teken de personages vaak in verschillende posities
op verschillende groottes. Daarna scan ik ze in zodat
ik ze kan positioneren op een prematuur storyboard om
te zien of mijn plaat werkt. Die montageoefening doet
me soms onvoorziene richtingen kiezen. Nadat ik alle elementen
heb geplaatst, print ik de pagina uit op groot formaat,
ik schets er de decors op, en dan draai ik de plaat om
en leg die op de lichttafel om alles weer uit te tekenen.
Vervolgens scan ik het opnieuw in, ik herschik en spendeer
uren aan het schoonmaken en aan elkaar verbinden van de
lijnen. Het is hels werk dat ik niemand toewens."
Over het gezicht van Sophia en Marie:
"Delphine poseerde voor de twee hoofdpersonages,
Sophia en Marie. Daardoor hebben ze een beetje hetzelfde
gezicht. Sophia heeft korte, blonde haren en Marie bruine,
lange haren. Dat maakte me uiteraard wat bezorgd. Ik heb
het probleem opgelost door er een sterkte van te maken.
Want als je ervanuitgaat dat Marie en Sophia elk een facet
van de liefde voorstellen, is het dan niet logisch dat
ze hetzelfde gezicht hebben? Kijk naar Dany, hij gebruikt
ook altijd dezelfde vrouw — namelijk zijn eigen
vrouw — en niemand zegt daar wat van!"
Over beweging: "Belangrijkste handicap
van een strip: het beweegt niet! Ik gebruik daarom heel
actieve decors zoals in de laatste prent hierboven, met
verhaaltjes in het verhaal. Alle middelen zijn goed om
de indruk te wekken dat het leeft! Ik gebruik zelfs de
tekstballonstaartjes als bewegingslijnen!"
Over 'de gevangene': "Terwijl ik
mijn storyboards uitwerkte, vond ik de drie opeenvolgende
prenten met het televisiescherm heel efficiënt (en
ontspannend om te tekenen)! Dit leek goed te werken. Het
gaat hier om geavanceerd camerawerk op z'n Spielbergs!
Het is slechts één voorbeeld want ik geef
enkel stilstaande beelden weer die ik geanimeerd voor
me zie... Wat dat betreft, voel ik me niet voor de volle
honderd procent een stripauteur. Veeleer een auteur die
zijn wensen aanpast voor de strip als drager. En wie zou
dit opmerken? De dvd-hoes van Le Prisonnier in
prent 3 als knipoogje naar de situatie van het hoofdpersonage.
De gevangene van zijn leeftijd, van zijn liefdesverhaal?"
|
|
Over
handen: "Ik teken niet graag handen. Zoals
alle humoristische tekenaars heb ik de neiging om ze humoristisch
te tekenen. Dankzij foto's kan ik die neiging bedwingen..."
Over het internet: "Vroeger bracht
ik veel tijd door in bibliotheken, las ik veel magazines,
enzovoort om documentatie te zoeken. Hoewel ik nu uren
win door op het internet te zoeken, mis ik toch die goeie
ouwe tijd. Want op Google of andere sites komen alle tekenaars
bij dezelfde beelden uit. Je dreigt net dezelfde wagens,
huizen of vliegtuigen te gebruiken als anderen. Voor de
zitkamer van Raphaël heb ik daarom vermeden om het
op het net te zoeken. Zoals in de goeie ouwe tijd stelde
ik me tevreden door mijn eigen zitkamer te tekenen!"
Over onnozele foto's: "Het is een
waar plezier om een prent zoals de laatste te tekenen.
Iedereen denkt het zijne, heeft zijn eigen acteursspel.
Ik poseer soms voor mijn webcam om zulke beelden te testen.
Ik heb van dat soort onnozele foto's een flinke voorraad
ter beschikking." |
|
|