Alle bijdragen van Jeroen Janssen aan de rubriek De Commentator bundelen we op deze pagina.

Klik verder naar de volgende onderwerpen:
12/09/2020 Jeroen Janssen en Hilde Baele over Mijn Kameraad Che Guevara

03/08/2010 In het derde en laatste deel van Bakamé voor dummies stelt Jeroen Janssen een mislukt kinderboekenavontuur over condoomgebruik in Afrika voor. We maken ook kennis met een West-Vlaamse pater die een rolletje kreeg in De Wraak van Bakamé.
16/07/2010 Bakamé voor dummies door Jeroen Janssen, het tweede deel met heel wat foto's, schetsen en stripfragmenten en als afsluitertje een lesje 'frwandees'.
10/07/2010 In het eerste deel van een beeldrijke, soms ontroerende 'cursus' "Bakamé voor dummies" toont Jeroen Janssens waar zijn Afrikaanse inspiratie, met name in Rwanda waar hij ooit lesgaf in een kunstschool, vandaan komt. Dit is het leven zoals het is, met soms trieste gevolgen van de genocide in tal van unieke foto's en schetsen. Een mooie conclusie bij tekeningen van een dove jongen is de volgende: "Mij valt altijd op hoeveel meer ziel er zit in de tekeningen van ongeschoolde simpele mensen dan in die van de officiële kunstenaars."
 
Jeroen Janssen en Hilde Baele over Mijn Kameraad Che Guevara
12/09
TOP
Mijn Kameraad Che Guevara
Astrida (Butare)
"Je weet nooit waar je uitkomt als je nieuwsgierig bent naar iets. Dat 'iets' werd 'iemand': Jerome Sebasoni. En na twaalf jaar nieuwsgierigheid kwam het boek uit. Mijn Kameraad Che Guevara, een boek dat leest als een Netflix-bullet journal.

Rwanda 2008. Op een tribunebankje heeft Hilde een tuinman in de gaten. Naast het voetbalveld laat hij het hoge gras met zijn coupe-coupe in het rond vliegen. Haar jongens shotten. De oude tuinman pauzeert.

'Zo'n oude man in een nieuw werkpak is een en al tegenstelling', denkt ze. En ze wenkt de man naar het zitbankje. Hij rolt er zijn hele mensenstory voor haar uit. Zou zijn waanzinnige verhaal wel waar zijn?

Met zijn historie als grondstof duikt Hilde de geschiedenis in. Samen met Jeroen Janssen, boezemvriend en tekenaar graven ze jarenlang door de geschiedenis van slagvelden en rellen in Rwanda, Burundi en Congo. Ze confronteren sleutelfiguren als de dochter van Che Guevara en de Cubaanse commandant Victor Dreke met het verhaal van de oude Rwandees...

Ze kiezen doelbewust voor de slow-methode. Terwijl Jeroen, in Rwanda, de kathedraal van Butare tekent, houdt Hilde de bewegingen van de mensen in de gaten, bespiedt het reilen en zeilen in de parochie, op zoek naar beschikbaar bewijsmateriaal. Hun methode loont. Uit de toevallige voorbijgangers vissen ze een kroongetuige op. Aan de muur van het economaat hangt een moordverdachte. Een passant wijst de weg naar een waardevol graf...


Mijn Kameraad Che Guevara


Mijn Kameraad Che Guevara


Mijn Kameraad Che Guevara
Jeroen Janssen.


Mijn Kameraad Che Guevara
Mijn Kameraad Che Guevara


Mijn Kameraad Che Guevara
Jeroen: "Onze heel erg bijziende informant in Butare leest mee op de iPad van Hilde."


Mijn Kameraad Che Guevara
Jeroen: "Een belangrijke getuige teruggevonden. helaas kan hij ons zelf niets meer vertellen, mar mademoiselle Maria is hem zeker niet vergeten."


Mijn Kameraad Che Guevara
Jeroen: "Integendeel, zijn foto hangt nog aan de muur boven haar bureau."



Kisaro
1994, Rwanda. Geen mens die ouder is dan 26 herinnert zich dit niet. Genocide. En waar is soldaat-kameraad Jerôme Sebasoni? Natuurlijk bevindt hij zich ook daar aan het front. Hij sluit zich aan bij de Tutsirebellen van het FPR (Front Patriotique Rwandais) en is er 'instructeur'. Hij wacht op het startschot om Rwanda vanuit Oeganda binnen te vallen.

' En?????' vragen Jeroen en Hilde. 'Wat gebeurde er toen? Na dat schot?' —STILTE—

'Niks, ik zat op de pot', beweert de held-van-het-oorlogsveld. Jerpome Sebasoni verzekert dat hij NIET heeft deelgenomen aan de intocht van de rebellen in Kigali. Hij was er niet bij. Hij had diarree en bleef in Oeganda.

Daarop trok Jeroen naar Kisaro, in het noorden van Rwanda. Op zoek naar het schijthuisje aan de grens tussen Rwanda en Oeganda, op jacht naar die pot aan het front...

Mijn Kameraad Che Guevara


Mijn Kameraad Che Guevara



Mijn Kameraad Che Guevara
Jeroen: "Gedenksteen in Kisaro, beschadigd door kogelgaten en bajonetsteken. Hoe, door wie en waarom, dat lees je in het boek."


En de rest bekijk en beoordeel jezelf. Het staat te boek in Mijn Kameraad Che Guevara, door Jeroen Janssen en Hilde Baele, uitgeverij Oogachtend, 2020."


Mijn Kameraad Che Guevara
Hilde Baele.


Jeroen Janssen over Abadaringi
10/12
TOP
Begin 2016 verscheen Abadaringi, een bijzonder boek van Jeroen Janssen. In de laatste maand van dit jaar laten we Jeroen terugblikken.


Abadaringi door een reizende tekenaar
"Velen vragen zich misschien af hoe het atelier van een striptekenaar eruitziet. Zelf teken ik sinds enkele jaren eigenlijk nog nauwelijks binnenshuis. Meestal ben ik de baan op, met mijn schetsboeken, in binnen- en buitenland. In plaats van in mijn atelier een verhaal te bedenken, wil ik mij onderdompelen in de verhalen uit het echte leven. En daar komen dan uiteindeijk boeken uit voort, zoals het in 2016 verschenen Abadaringi. Een turf van 320 pagina's, waarvan elke tekening, elke krabbel, op locatie gemaakt is.

Abadaringi
In Nyundo, Rwanda.


Abadaringi
De oogst van vijf jaar zwerven naar Doel, Ecuador, Rwanda en andere droombestemmingen.


Abadaringi
Wie herinnert zich deze cover van De Wraak van Bakamé, mijn (voorlopig) laatste traditionele strip die ik in 2010 voltooide met Pieter van Oudheusden?


Abadaringi
Deze foto (twee jaar later gemaakt) toont waar ik mijn mosterd haalde. Met met mijn dochter bezocht ik na achttien jaar haar geboorteland, Rwanda. We moesten op vlucht voor de genocide toen ze nog geen twee maanden oud was.


Abadaringi
Reizen doe ik liefst met de bus. In Rwanda kunnen die bussen nog wel eens overvol zijn, maar het genieten van de mooie landschappen wordt er niet minder door.


Abadaringi
Het voordeel van busreizen: je kan je schetsboek steeds op schoot houden, de onderwerpen dienen zichzelf wel aan.


Abadaringi
Rwanda is voor mij ook: blij weerzien met personen die ik in 1994 moest achterlaten. Vaak zonder te weten of ze de genocide al dan niet zouden overleven.


Abadaringi
Zoals deze beeldhouwer, Jan Damascene. Schetsen verwerk ik in verhalen en reportages. Zoals hier voor BoekenKnack 2007.
 

Abadaringi
De kunstschool van Nyundo, hier werkte ik van 1990 tot 1994 als leraar illustratie, beeldverhaal, en waarnemingstekenen.


Abadaringi
Voor mijn oude directeur moest ik gaan kijken of het bord nog aan de ingang stond. Het lijkt rustig op de tekening, in werkelijkheid werd ik continu belaagd door driehonderd schoolkinderen. Ik had de vergissing begaan om langs de weg te gaan zitten tekenen uitgerekend op het uur dat in de lagere scholen de middagpauze begon. En voor wie de vorige eeuw in België niet gekend heeft, kinderen gaan in Rwanda — zoals wijzelf vroeger — nog te voet naar school (zoals het eigenlijk hoort dus!).


Abadaringi
Na de oorlog en de genocide van 1994 ligt de school er nog troosteloos bij. In 2007, tijdens mijn eerste weerzien met Rwanda, zijn de herstellingswerken volop aan de gang.


Abadaringi
Maar enkele jaren later draaien de lessen weer op volle toeren? Hier heeft Anaïs, een jonge, pas afgestudeerde leerkracht, de taak overgenomen die vroeger de mijne was. En ik zit (buiten beeld uiteraard want ik teken hier wat ik zelf zie) net als de leerlingen op een krukje met mijn schetsblok op schoot.


Abadaringi
Pelagie
, de nieuwe bibliothecaresse in de kunstschool. Hier geef ik even iets meer commentaar, want het gaat over stripverhalen, wat de lezers van deze rubriek wellicht kan interesseren.
In de jaren voor de genocide was de bibliothecaris een Franse broeder, een kranige maar erg eigenzinnige man van meer dan zeventig jaar. Op een dag kwamen er kartonnen dozen op de school binnen. Deze dozen bevatten mooie strips van Dupuis, zoals de volledige collectie Aire Libre (= Vrije Vlucht, wat toen voor mij erg nieuw was want in Afrika bereikte alles uit Europa je toch met enkele decennia vertraging in die tijd). Verder veel strips van Casterman (Kuifje uiteraard, maar ook tal van graphic novels). En bij deze laatste waren onder andere enkele meesterwerken van Milo Manara. Frère Pierre stelde de volgende regel in: elke leerling heeft recht op één stripverhaal per uitlening, en de Manara's mogen alleen ontleend worden door de studenten van het zesde jaar. Ik feliciteerde de broeder met die mooie collectie (al vermoed ik wel dat die samengesteld was door het Centre Culturel in Kigali, of wie weet zelfs ergens door een bevlogen cultuurambtenaar in Parijs). En ik voegde eraan toe dat het mij plezier deed, maar ook lichtelijk verbaasde, dat een oude ultrakatholieke knar zulke strips ter beschikking stelde van de leerlingen (uiteraard verwoordde ik dat diplomatischer): "C'est très bien pour leur éducation artistique", antwoordde Frère Pierre, "comme-ça ils apprennent l’anatomie".
Tijdens de genocide is de hele school geplunderd, en zijn vele boeken her en der verspreid geraakt in Nyundo. Een groot deel keerde terug naar de bibliotheek. Catechismussen, wiskundeboeken, en boeken van Emile Zola en Jules Verne stonden terug in de rekken. Maar van de stripverhalen heb ik geen spoor meer teruggevonden. Of toch, een beduimeld exemplaartje van een strip over het leven van Sint Jan Berchmans.


Abadaringi
Een andere heilige is Sint Jean Baptiste de La Salle, de patroonheilige van de school.


Abadaringi
Deze mooie boom heeft hij helaas niet kunnen beschermen. Of omgekeerd.


Abadaringi
Nog goed dat de wind uit de heuvels kwam, want anders had ik deze tekening van Gabriël, de tuinman, niet meer kunnen maken. Ik sliep immers in een huisje op minder dan tien meter daarvandaan.


Abadaringi


Abadaringi

Nu ja, daar maak ik nu niet te veel woorden aan vuil. Dat kan je allemaal lezen in Abadaringi. Hierboven twee dubbele pagina's uit mijn jongste boek. Klik erop voor een grotere afbeelding.


Abadaringi
Abadaringi, dat is het meervoud van Umudaringi. Een Umudaringi is een leerling van de kunstschool van Nyundo. Tenminste, die naam gaven ze zichzelf. Felix, hierboven, is zo'n Umudaringi die bij mij les gevolgd heeft. Hij had een fantastisch striptekenaar kunnen worden, helaas, de oorlog heeft alles veranderd. Hier tekent hij mijn portret.


Abadaringi
Mijn boek Abadaringi eindig ik met een ode aan alle Abadaringi die ik vandaag in Nyundo ontmoet. Hopelijk zijn er enkele namen bij die op een mooie dag in je (strip)boekenkast gaan belanden."


Abadaringi
Abadaringi (Oogachtend, 2016)
ISBN 9789077549940
Formaat: 30 x 21 cm, 320 pagina's
Hardcover
Prijs: 39,00 euro
Awards: Prix de l'écriture du festival IFAV Clermont-Ferrand
Uit de pers: De Standaard ***** Cutting Edge ***** De Volkskrant *****
"Het is wonderbaarlijk wat een indruk dit op ons maakt. Ze vertellen, de ooit-vluchtelingen, over de oorlog, over de moorden. Over wie het niet overleefde. Ze laten je zien hoe ze nu leven. Subtiel, want Janssen is slim. In de gesprekken wordt er nooit met grote woorden gesproken. Het is echt, natuurlijk. Je leidt zelf af hoe de spreker zich voelt. Je geraakt doordrongen van hun problemen, angsten, hun liefde voor F.C. De Kampioenen." (Tom Stessens op Cuttingedge.be)
"... zijn meest persoonlijke én tegelijkertijd meest universele boek..." (Toon Horsten in Standaard der Letteren)


Jeroen Janssen: "Bakamé voor dummies" (3/3)
03/08
TOP
"Een heel klein beetje een mislukt kinderboekavontuur, dat toch ook een beetje succesvol werd.
Hilde Baele, die de laatste twintig jaar in Afrika woont en overal waar ze haar man Bibi volgt die de boeren verantwoord aardappelen en zaad leert telen, weer nieuwe leuke pedagogische dingen bedenkt voor kinderen (boeken, radio- en tv-programma's, een festival met Tuur Florizoone en Arno Hintjes, enzovoort), heeft een boekje gemaakt over condoomgebruik.
Omdat ze geen enkele illustrator kent in Rwanda die vrolijke tekeningen maakt, vraagt ze mij. Helaas, de eerste proeftekeningen worden door de pennenlikkers op de ministeries van nationale opvoedkunde en de gulle Amerikaanse donateurs afgewezen, en wel om de volgende redenen:

Het jongetje rechts heeft een vlek op zijn hemd: komt niet overeen met de pedagogische doelstellingen in verband met hygiëne.

O, en die bananenschil op de grond... Foei! En die slaperige winkelier, net alsof alle winkeliers luie mensen zijn (en die onderbroek, kan dat wel?)...

En die broek wat hangt die laag. Dat is al helemaal onzedig. Het toppunt: de lange jongen draagt schoenen en de dikke jongen teenslippers waaruit je dus feilloos kunt afleiden dat de ene een hutu is en de andere een tutsi. Want dat vooroordeel bestaat en dat moeten we zeker tegengaan (hé, ik had niet eens een hutu en een tutsi voor ogen?!).






Met dat kinderboekje is het dus niks geworden. Hilde heeft het ten einde raad zelf geïllustreerd met haar grappige, maar niet provocerende stijltje.




Uiteindelijk hebben we samen wel een ander boekje gemaakt, veel braver (ik maakte wellicht nog nooit zoiets braafs). Maar het werd aanvaard en massaal in Rwanda verspreid, en weldra ook in Bénin (want daar woont Hilde nu) enzoverder, wellicht, want ze zit ook nooit stil...
Ik hoop toch stiekem dat het ooit nog wat wordt met het afgekeurde condoomboekje.

Tot slot nog iets dat je nergens anders te lezen krijgt. Voor een keer veel tekst, maar het is een belangrijke sleutel om De Wraak van Bakamé nog beter te begrijpen die ik je vooral niet wil onthouden.

Bwana Kero was eigenlijk een Vlaamse pater die rond 1900 in Congo verbleef. Hij stierf er uiteindelijk ook aan "bloedwaterkoorts”, maar dit terzijde. Zijn echte naam was Gustaaf Van Acker, maar de Congolezen verbasterden het tot Bwana Kero waarin je nog een beetje Van Acker-o herkent, en het betekent ook: mijnheer Kero.
Eerst en vooral is pater Van Acker de persoon die in smeuïg West-Vlaams de fabels van Kaloeloe optekende, waarop wij ook onze held Bakamé baseerden.

Maar er is meer.

In de strip nemen wij de vrijheid om Bwana Kero nog een eeuw of wat te laten verderleven, maar hier een passage uit zijn prille jeugd:

Hoewel mijn sympathie voor pater Van Acker groot is en we hem met zijn alter ego geen eer aan doen (neem het dan ook met een flinke korrel zout), helemaal uit de lucht gegrepen is het personage toch niet.

Of wat te denken van onderstaand citaat?

'De welwillendheid van de missionarissen had ook zijn duistere kanten. Zo vriendelijk glimlachend ze de bevolking tegemoet traden, zo slinks waren soms hun methoden. De Brugse zendeling Gustaaf Van Acker legde uit hoe hij als witte pater omging met de 'toovermiddelen' van het inlands geloof ('beenderen, haar, beesteknuttels, tanden, honderd vieze dingen en nog meer') die hij langs de weg in 'huizekotjes' aantrof: "Om het volk niet te misnoegen en ons onderzoek niet te verhinderen, willen we aan al die bliksemsche vuiligheid geen kwaad doen; we moesten onzen haat verkroppen en het was maar nu en dan, toen we alleen waren, dat we in het duikertje met een gildigen en nijdigen stamp geheel den boel in duigen deden vallen. Mochten we welhaast openlijker te werke gaan en gansch Oeroea door, in al de dorpen, langs al de straten, al deze duivelteekens en duivelkramerijen door het zaligmakend kruis vervangen. Ocharm! Hoeveel werk voor zo weinig kruisplanters!"
uit: David Van Reybrouck, Congo, een geschiedenis


Het boek van David Van Reybrouck ligt nog op mijn 'te lezen-stapeltje' maar Pieter van Oudheusden, die honderd keer sneller leest dan ik, maakte mij gelukkig op de valreep attent op deze verwijzing van Van Reybrouck naar het reisdagboek van pater Van Acker, een heel zeldzaam boek dat ik om de twee jaar nog eens bestel in de bib van Harelbeke :-)

Om te eindigen, een opmerking van Pieter van Oudheusden: “Met dat 'zaligmakend kruis' weten haas en hyena wel raad natuurlijk..."


Bezoek ook de website van Jeroen Jannsens.


Jeroen Janssen: "Bakamé voor dummies" (2/3)
16/07
TOP
"We gaan dieper in op mijn Rwandese inspiratie.
Met de beelden die hierna komen, wil ik aantonen hoe het leven zoals het is in Rwanda steeds weer opduikt in de scènes uit De Wraak van Bakamé.

Deel 2: Mijn Rwandese inspiratie

Dit is een typische rugo, het omheinde erf rond de woning van de modale Rwandees. Hier speelt zich het leven van alledag af.

Dit is de rugo van Mpyisi, de hyena. Misschien net iets rommeliger dan de modale Rwandese rugo, maar dat ligt in de aard van het beestje.

Een zichtje in Kigali, een stad in volle expansie, vandaag de dag één grote bouwwerf.

Een zonsopgang in Kigali. Ondanks de exploderende bevolkingsaangroei toch nog een erg groene stad (dat zou je wellicht niet zeggen bij dit kleurenpalet).

Maar dat blijkt dan wel weer hier. Deze tekening maakte ik dan wel voor ik de grote bouwwoede van deze eeuw met eigen ogen ging aanschouwen. Nadien kwamen onze helden niet meer in de grote stad en zo heeft de hoofdstad in mijn boek toch nog iets provinciaals bewaard.

Net als hier is iedereen in Rwanda tegenwoordig overal bereikbaar met de gsm, behalve ik. Tenzij ik naar het kioskje bij de brug ga.

Hier mijn eigen stalletje waarmee ik soms op beurzen sta.

En dit is het stalletje van Papa Mbogo waar alle nieuwtjes worden uitgewisseld en de laatste roddels worden besproken.

Ook in de plaatselijke cafés (cabarets) worden bij een Primus de belangrijke zaken des levens besproken.

Hier zit Lennert, mijn stiefzoon met wie ik in 2007 in Rwanda was, verscholen achter een Primus.

Een geschilderde primusreclame heb ik niet bij de hand, maar Coca Cola, Nido (melkpoeder) en maracuja behoren eveneens tot de nationale dranken.

Bakamé bezoekt een van zijn stamkroegen. De mooie, geschilderde reclames zullen op een dag uit het straatbeeld verdwijnen, vrees ik, enerzijds door de opkomst van gelikte Photoshopprints en anderzijds de aversie van de nieuwe regeerders voor alles wat typisch Afrikaans is.

Wij zijn gelukkig met een simpele hotelkamer, zelfs al is het bij de nonnetjes in de procure (de nonnetjes zijn er overigens niet meer alomtegenwoordig zoals in de jaren 1990.

Maar daar heeft Bakamé zeker geen last van.

Let vooral op de vernuftige flessenopener ofte fungulateur, van het Rwandese gufungura (openen) en het Franse -teur (dinges). Deze is gemaakt in de coöperatieve KIAKA, vlakbij Nyundo. Je ziet hem ook op de caféschetsen van enkele plaatjes eerder.

Prudence. De moeder van de porceleinwinkel.

Hoe dom Mpyisi ook is op alle vlakken, vrijen doet hij steeds verstandig. Met altruïsme heeft dat wellicht weinig te maken. Of zijn het de vrouwtjes die hem veilige seks opleggen, uit lijfsbehoud?

De konijnenhokken van het weeshuis van Nyundo. Bij gebrek aan giraffen en apen in de streek, ging ik er geregeld dieren schetsen met de leerlingen van de Ecole d'Arts.

Het konijnenhok van Fleurette.

Een interieur bij de ouders van de kleine Prince (let ook op de alomtegenwoordige fungulateur van KIAKA).

Het interieur van Babeth, een vriendin van Fleurette.

Het merendeel van het transport gebeurt te voet, en de vrouwen torsen de merkwaardigste lasten.

Markten trekken mij overal ter wereld aan. De markt van Gisenyi.

Cabaretje bij de markt van Buruseri


En de markt van Buruseri.

In een naaiatelier in Mahoko, een plattelandsdorp waar op dinsdag en vrijdag steeds een indrukwekkende markt is, lieten we van lokale stoffen een paar hemden maken voor ons.

Keuze te over...

Fleurette laat een prachtige jurk vervaardigen voor haar grote feest.

Helaas ontsnapt ook Nyundo niet aan de vooruitgang. Na mijn laatste bezoek wordt de hoofdweg verbreed om plaats te maken voor meer en sneller verkeer.

Wanneer ik de voorgaande foto ontvang van Hilde, mijn reporter ter plaatse, neem ik het beeld prompt op in de strip.

Een dolle taxirit.

Dit is zo'n taxi waarin op vernuftige wijze officieel plaats is voor zestien personen, maar waarin op nog veel vernuftiger wijze vijfendertig personen en drie geiten ingestopt worden.

Het vervoermiddel bij uitstek in Afrika (ik krijg er prompt weer heimwee van) en hier staat Mpyisi op het punt zijn grote reis aan te vatten.

Tot slot een beetje taalkunde.
La Revanche de Bakamé werd gelijktijdig met De Wraak van Bakamé gedrukt. Dit was een probleem voor de hoofdstuktitels die eigenlijk een onderdeel zijn van de tekening. Daarom moesten ze, ook de zwarte gedeelten, in vierkleuren gedrukt worden en kon ik geen andere titel gebruiken voor de Franse als voor de Nederlandse versie.
Daarom gebruikten we een taaltje dat noch Frans, noch Nederlands is: het Frwandees. Een vriendin, Tinne die reeds als kind op de Rwandese schoolbanken zat was me hierbij van dienst.
Om Frwandees te begrijpen moet je de teksten snel lezen met een Rwandees accent, dan krijg je min of meer goed Frans.
Message.ajeroen.salus.jecontacte. ladresse.de€dwin.sansnamarchepas. tupeux.verifier.jeveux.oussi.numero. detel.de€dwin.c,est.damasc'ene.au. rwanda.salue.toute.lafamille

Chapitre dans lequel on présente les factures à Mpyisi et on fait payer son épouse.
Darokeri: Dans lequel. In het Kinyarwanda (Rwandees) klinken l en r gelijk en in de spelling wordt er dan ook vaak verwisseld. De n is hier verdwenen omdat je ze niet hoort en verder zijn de klinkers genoteerd met een Rwandese tongval. En een i erachter om het mooi te doen naklinken. In Rwanda eindigen woorden niet op van die stomme medeklinkers.
Zafagitiri: za- is een voorvoegsel dat duidt op meervoud in het Kinyarwanda;
fagitiri is gewoon factures, maar dan met een klinker tussen alle medeklinkers. In Rwanda houden ze niet zo van veel medeklinkers achter elkaar. Maar eigenlijk spreek je het verder wel ongeveer uit als in het Frans.
Ishyuze komt van het werkwoord kwishyura, maar in plaats van het netjes op z'n Rwandees te vervoegen, zet men er een franse e achter voor de derde persoon enkelvoud.
Sonépuze: simpel: son épouse.

L'histoire du chauffeur.
Istwari: dat had je na voorgaande les allicht zelf kunnen bedenken.
Umushofeli: chauffeur. Umu is het voorvoegsel dat in het Kinyarwanda aanduidt dat het om een menselijke persoon gaat (umugabo: man, umukobwa: meisje, umufurama: Vlaming).
En shofeli is een alternatieve schrijfwijze voor chauffeur (met l-r verwisseling).



Bezoek ook de website van Jeroen Jannsens.


Jeroen Janssen: "Bakamé voor dummies" (1/3)
10/07
TOP
"De Wraak van Bakamé en andere afgeleide producten van Jeroen Janssen worden wellicht algemeen beschouwd als een buitenbeentje in de stripwereld.
Ik geef je in deze rubriek gedurende enkele afleveringen graag een inkijkje in mijn inspiratiebronnen, laat ons maar zeggen in mijn diepste privéleven (of toch heel een klein deeltje daarvan).

Dit is ook nog maar een fractie van waar ik allemaal mee bezig ben, een belangrijk deel bij momenten. Na lezing van deze pagina's mag je je zeker nog geen Jeroen Janssen-kenner noemen.

Maar je zal tenminste beter begijpen waar ik voor De Wraak van Bakamé mijn mosterd haalde, en dit zal je zeker en vast met meer plezier of minder weerzin (geheel onterecht overigens) naar dit boekwerk laten grijpen of teruggrijpen.

Ik neem mij voor je niet te vermoeien met veel tekst, maar laat nu vooral de beelden spreken.
De meeste foto's en schetsen maakte ik tijdens mijn laatste reis naar Rwanda in 2007. De strippagina's komen uit het pas verschenen De Wraak van Bakamé.

Deel 1: Mijn Afrikaanse inspiratie

Ooit, van 1990 tot 1994 gaf ik les aan een kunstschool in Nyundo, Rwanda, Na de genocide in 1994 raakte de school in verval maar toen ik er terugging in 2007 was men alles weer duchtig aan 't restaureren.

Voor het eerst sinds dertien jaar keerde ik hier terug, met mijn schetsboek. De school ligt er nog steeds even landelijk bij, de leerlingen houden nog steeds van basket, en het gras op het voetbalveld is groener dan dat op de andere heuvel.

Mijn lievelingsplek was de bibliotheek. Toen al door de hoogbejaarde Frère Pierre omwille van de mooie strips die hij uit Frankrijk ontving, en nu weer, ondanks het feit dat alle strips verdwenen zijn, omwille van de mooie typmachine en de iets minder mooie Pelagie.

Het cementen beeld van Sint Jean-Baptiste Delasalle heeft nooit enige beroering in mij teweeggebracht, maar de mooie tuin des te meer. Daarom maakte ik op de valreep deze schets, want...

... De hartenpijn die ik enkele dagen later op die winderige septemberdag van 2007 voel, heeft meer te maken met de gevallen umuvumu (ficus) dan met de hoofdpijn van de heilige kindervriend.

Al bij al bekijk ik het positief: op die manier hoeft hij zich het hoofd niet meer te breken over de stormen die de katholieke kerk vandaag teisteren.

Dit is Emmanuel, een leerling van de school. Op zijn schoenen kom ik later terug.

Nyundo was ooit een pleisterplaats voor kunstenaars. Daar zijn er nog weinig van over.

Er is nog enkel het atelier ADAMU.

De baas, Jean Damascene, ken ik van vroeger. Hij heeft de genocide overleefd, maar heeft veel familie en vrienden verloren.

Hij vindt voor mij enkele werken van Jean Kanyabugoyi terug. Hoewel ongeschoold kende ik niemand die zoveel ziel in zijn werk stak. Hij heeft de ontberingen van de voorbije oorlog niet overleefd.

Alle leerlingen die ik kende, zijn weg... Vervangen door nieuwe generaties, maar er zijn vaste waarden: Alexie de kok van het internaat, roert als vanouds in de pap.

En de werkman Gabriël trekt een schoon overhemd aan...

... wanneer ik hem portretteer bij de omgewaaide ficus.

Ook de leerkrachten zijn grotendeels vervangen, Maar Kofi, die ik op zijn atelier in Kigali bezoek, blijft trouw op post (al pendelt hij nu wekelijks van Kigali naar Nyundo omdat in het dichterbijgelegen Goma, waar zijn gezin nog steeds woont, geen cent meer te verdienen valt voor een eerlijk mens).

Dit is de vrouw van Kofi, die heen en weer pendelt tussen Goma, waar haar kinderen wonen, en Kigali, waar haar man zijn carrière als kunstenaar uitbouwt.

In de heuvels achter de school zijn de sporen van de oorlog overal aanwezig.

Ook daar zijn vele doden gevallen, Hutu's en Tutsi's. Maar voor de overlevenden gaat de strijd om het bestaan gewoon verder.

Een terugzien van oude bekenden. Ik wandelde vroeger uren tussen de groene heuvels en kom nog steeds graag terug.

Dit is Prince die apetrots is op de nieuwe geit.

Jong tekentalent in de lagere school van mijn voormalige huisbazin Jeanne d'Arc.

Dit is iets bijzonders: deze man is doof en ging als kind naar een dovenschool heel ver van huis. Met zijn schriftje leerde hij later doventaal aan een dove dorpsgenoot.

Dit is het leven zoals het is. Mij valt altijd op hoeveel meer ziel er zit in de tekeningen van ongeschoolde simpele mensen dan in die van de officiële kunstenaars.

Ook in Rwanda krijgen strips vandaag de dag meer en meer belangstelling.

Dit zijn toekomstige onderwijzers en ze lezen niet van de minste strips: naast de strips op de foto kregen ze van mijnheer Faustin onder andere ook Aya uit Yopougon te verwerken.


Bezoek ook de website van Jeroen Jannsens.