Onderstaande
bijdrage van Paul Giner verscheen
eerder in het Franse stripmaandblad Casemate
nummer 80 van april 2015. Vertaald door Wim
De Troyer. |
|
Over
dorpjes en steden: "De Rest van de Wereld
situeert zich tussen Bagnères-de-Luchon en de col
van Peyresourde, in het uiterste zuiden van de Haute-Garonne.
Ik spendeer er al enkele jaren mijn vakanties en veel
van de landschappen zitten al in mijn hoofd. Terwijl mijn
Cazeaux op Cazeaux-de-Larboust lijkt, is het stadje dat
ik Soulan noem een verkleinde interpretatie van Bagnères-de-Luchon.
Uiteindelijk geef ik er niet zoveel om dat mensen de steden
of dorpjes al dan niet herkennen."
Over natuurrampen: "Velen zijn het
vergeten, maar er zijn dodelijke aardbevingen geweest
in de Pyreneeën, de laatste was in de jaren 1960.
Modderstromen en enorme overstromingen zijn daar courant,
waarbij geïsoleerde dorpen soms drie tot vier dagen
van alle hulp zijn afgesneden."
Over wilde streken: "Tezamen met
de Ardèche en de Alpen, vormen de Pyreneeën
een van de Far Wests van Frankrijk. In de bergen kan je
de sporen weervinden van vroegere catastrofes, met riviertjes
die honderden meters lang door een vernield landschap
worden omgeven, en ontelbare boomstronken die op elkaar
gehoopt liggen. De onweders zijn daar van een extreme
gewelddadigheid."
Over decors: "In mijn eerste albums,
verschenen bij Futuropolis, hadden mijn decors geen enkel
belang. In De Rest van de Wereld, waarin ik voor
het eerst de focus verleg, is dat net andersom, met een
eerste deel rijk aan grote kaders, indrukwekkende landschappen,
en een tweede deel met naar voren gehaalde achtergronden,
waarbij de personages in het hotel vastzitten, in Soulan."
|
Over
Marie haar look: "Marie is niet echt goed
gekleed voor de omstandigheden, en dat heeft zijn tol
genomen op haar kapsel en look, ze ziet er slonzig uit.
Ik wou voor haar een gewone lichaamsbouw, ver weg van
de reeënogen, kleine neus en perfecte borsten en
heupen. Om haar gemakkelijk terug te vinden in de berglandschappen
liet ik haar een rode K-Way dragen. De kinderen lijken
op de mijne toen ze een beetje jonger waren."
Over Plutarchus: "De hond vervult
de functie van bodyguard voor Marie en haar kinderen.
De Briard speelt de rol van stille beschermer, altijd
aanwezig op de moeilijke momenten. Meer Chewbacca dan
Japie Krekel, is Plutarchus (waarvan de naam refereert
naar de antieke wijsgeer) een belangrijke figuur. In het
tweede deel zal zijn rol nog anders worden ingevuld."
Over de ontregelde natuur: "Vanaf de eerste
prenten voelen de dieren de ramp aankomen. Herten, hindes
en koeien stormen de hellingen af, terwijl de vogels gaan
vliegen zonder aanwijsbare reden. Aan het eind van het
verhaal tonen ze hoezeer de natuur ontregeld is. We kruisen
een gewonde en gedesoriënteerde beer, dieren in de
stad die daar helemaal niet thuishoren, vogels die dood
uit de lucht vallen zonder dat men weet waarom,... Ik
wou de gevolgen van de catastrofe tonen op de wezens waar
we onszelf niet noodzakelijk onmiddellijk mee zouden identificeren."
Over de rivier: "We gaan van een
opeenvolging van kaders die de vorm van het landschap
overnemen van de ene pagina naar gebroken en schuine prenten
op de volgende pagina. De schuinheid van de prenten toont
waar de stroom sneller gaat en alles kan meesleuren op
zijn pad."
|
Over
de prenten: "De Rest van de Wereld
staat me toe om te doen wat ik wil met mijn platen, met
een dubbele pagina-illustratie, met de witruimte, met
beelden die van de ene pagina op de andere herhaald worden
. Het gebruik van uitgerekte beelden, zeer verticale,
zeer horizontale of zelfs schuine prenten stelt me in
staat om het beeld weer te geven hoe ik het wil. Wanneer
mijn personages door een kloof moeten, worden mijn prenten
de randen van de kloof."
Over pagina's 56 en 57: "Deze twee
platen werken ten opzichte van elkaar. Links zijn we de
speelbal van de stroom met een kracht die alles meesleurt
op zijn weg, daar waar ik de kaders in twee heb gesneden.
Rechts is de balans verticaal, om de grondverzakking aan
te duiden. Misschien verwijt men mij wel dat ik het er
te dik op leg, dat ik te didactisch bezig ben, maar ik
haal alles uit de kast om de expressiviteit van het verhaal
te versterken. Bij de tekening waarbij de natuur haar
rechten terug opeist, eist de tekening de hare van de
pagina."
Over het voorbereidend werk: "Voordat
ik aan dit album begon, heb ik mijn schetsen vergroot
in een groot album, op formaat demi-raisin (Frans
formaat van 50 cm op 32,5 cm, red.) om de schaal
na te kijken tussen de personages en het decor. Hiervoor
was veel werk nodig om het landschap te verwerken, gebaseerd
op herinneringen, foto's en een beetje schetswerk ter
plaatse. Een deel van dat voorbereidend werk staat aan
het einde van het album afgedrukt."
Over ander werk: "Dit eerste deel,
waar ik anderhalf jaar aan gewerkt heb, slorpte al mijn
concentratie op. Het zou te moeilijk geweest zijn om te
jongleren tussen deze grote platen, die complex zijn om
te tekenen, en verhalen in een heel andere stijl voor
Fluide Glacial (humoristisch stripmaandblad
waarvoor Chauzy onder meer de kortverhalenreeks Van Nature
Uit tekende, red.)."
|
Over
de locatie van de ramp: "Daar we het gewend
zijn om op tv rampen te zien die zich ver van ons bed
afspelen, bijvoorbeeld Fukishima, tsunami's en de aardbeving
in Haïti, plaatste ik de mijne zeer dichtbij, om
me de reactie van Franse burgers voor te stellen, afgesloten
van water, elektriciteit, communicatiemiddelen, maar ook
van elke hulp."
Over de inkleuring: "Nadat ik de
eerste plaat getekend had, moest ik ze nog in kleur zetten.
Ik hield er mijn hart voor vast! Ik gebruikte een constante
textuur om weer te geven hoe belangrijk de natuurelementen
zijn. Voor een sfeervolle opbouw heb ik met aquarel gewerkt,
in dikke lagen over elkaar, zorg dragend voor de lucht,
de wirwar van de dennentakken, het schuim en alles wat
voorbijdrijft. Voor deze scène ben ik begonnen
met een grote kwak grijs, waarop ik ben beginnen opbouwen.
Er is zeer weinig wit in aanwezig, om de tekstballonnen
toe te laten zich te onderscheiden, en de loden sfeer
te onderstrepen."
Over hemel en aarde: "Het eerste
deel van het album, waarin de personages kleine mieren
zijn in een overweldigend landschap, onderscheidt zich
in twee delen. Eerst het aards paradijs met fris sprankelend
groen, haast fluo. Dan de catastrofe, waarbij de aarde,
de rotsen en het vuile water de overhand nemen. Voor de
inkleuring heb ik vaak teruggegrepen naar de oude Vlaamse
meesters, die zo vaak hemel en hel tegenover elkaar plaatsten."
|