Jean-Charles
Kraehn over Tramp 11 |
|
|
Onderstaande
bijdrage van Sonia Déchamps verscheen
eerder in het Franse stripmaandblad Casemate
nummer 105 van juli-augustus 2017. |
|
Over het prille idee: "Nadat Patrick Jusseaume
en ik besloten samen te werken, stelde ik hem verschillende
verhalen voor, maar die bevielen hem niet. Op een dag
vroeg ik hem of een verhaal over het vrachtvervoer hem
aanstond. Hij woonde in Rouen en net als ik heeft hij
in zijn jeugd in Afrika gewoond. Net als ik heeft hij
ook veel vrachtschepen gezien. En hij was dus dol op dat
idee. Toen ik hem voorstelde om het over een koopvardijschip
te hebben in de jaren 1950, antwoordde hij me dat hij
zich niets anders had voorgesteld. De vrachtschepen stonden
in die periode voor verre, exotische reizen. In de jaren
1970 was dat niet langer het geval."
Over het vertellen van een verhaal: "Een
verhaal vertellen is de lezer uitnodigen om in een wereldje
te stappen. We documenteren ons en we proberen geloofwaardig
te zijn, ook al moeten we soms binnenwegen nemen. En vooral
vermijden we een didactisch beeld te schetsen van de koopvaardij
in de jaren 1950!"
Over de jaren 1950: "Edgar P. Jacobs
liet zijn personages evolueren. De wagens waren in de
loop van de albums ook niet dezelfde. Blake en Mortimer
zijn tegenwoordig verankerd in de jaren 1950. Hetzelfde
geldt voor Calec."
Over beperkingen: "Het vervolg schrijven
op een verhaal dat 24 jaar geleden tot stand kwam, heeft
zijn beperkingen. Je moet rekening houden met wat er al
is geschreven en je moet jezelf vernieuwen. Je moet de
coherentie van de intrige in de gaten houden en de coherentie
van het personage. Dat is het moeilijke aan een scenario
voor een lange serie."
Patrick Jusseaume: "De emotie die tot uiting
komt bij het lezen van de tekst inspireert de expressie
van het gezicht, en de blik van Calec. Hij werd harder
in de loop van de verhalen. En de natuurlijke evolutie
van de tekenstijl komt daar ook nog bij."
|
Over helden met zwaktes: "Calec ontdekt
verborgen wapens op het schip waar hij sinds kort de eigenaar
van is. Hij heeft werk nodig om zijn geld te verdienen.
Hij gaat dus zelf smokkelen, maar hij vindt dat stelen
van dieven geen diefstal is. Maar dat loopt slecht af...
Ridderlijke verdedigers van weduwen en wezen zijn het
soort helden uit de jaren 1950, 1960. Lezers verlangen
nu complexere personages. Het is gemakkelijker zich te
identificeren met iemand die zwaktes heeft, zoals lafheid,
zoals wij er hebben."
Over familie: "Het verhaal begint
met een grote storm. De vrouw en de dochter van Calec
reizen mee, maar ze zijn veilig. Niet alleen neemt Calec
risico's voor zijn schip en zijn familie, maar bovendien
wordt Rosanna buitengesloten. Dat kan niet werken... Uiteindelijk
is een zeeman, zeker in deze periode, altijd een beetje
alleen, een beetje ontworteld."
Over de schaal: "Dit vervoer is
tegenwoordig kleinschalig. Nu gaat het om vrachtvervoer
op enorme schaal. Miljardairs en landen vervoeren nu."
Patrick Jusseaume over de overname: "Een
boot tekenen is altijd delicaat! De nationale marine heeft
me vaak uitgenodigd om mee aan boord van verschillende
schepen te varen. Ik vertrok met mijn schetsboek onder
de arm... Het was telkens een onvergetelijke ervaring!
Mijn ziekte belette me dit album tot aan de thuishaven
te varen. En wie beter dan de eigen scenarist, die zelf
ook tekenaar is, kon de serie overnemen?"
|
Over een nieuwe tekenaar: "Ik had de laatste
vijf pagina's van het vorige album al getekend. Toen we
wisten dat Patrick de tweede helft van dit avontuur niet
zou kunnen tekenen, nam ik het liever over. Maar als we
een andere tekenaar vinden die echt in de geest van Patrick
kan werken, zou hij de reeks verder mogen tekenen. Indien
niet ga ik ermee door."
Over de tekenstijl: "Niet eenvoudig
om in Patricks voetsporen te treden. Ik wilde niet in
zijn stijl werken. Zijn stijl is realistisch, volgens
de klare lijn, maar doordrongen van zijn persoonlijkheid.
Moeilijk om door iemand anders te laten tekenen. Hij moet
gewoon in zijn geest blijven werken. Klare lijn, zwarte
vlakken die als schaduw dienen, heel weinig arceringen
of potloodeffecten. Ik heb veel moeten aftasten. Patrick
gaf me twee, drie tips en we begonnen eraan. Al snel besprak
ik met uitgeverij Dargaud dat het onmogelijk was om in
de stijl van Patrick te werken. Vandaar de beslissing
om het verhaal in twee delen te splitsen."
Over het gebouw: "Voor het gebouw
in de eerste prent gebruikte ik een foto die ik heb aangepast.
Je mag nooit zomaar een foto overtekenen. Ik heb me er
dus op gebaseerd voor de architectuur en de stijl, maar
het oorspronkelijke gebouw in Ethiopië was veel armzaliger.
Ik heb het daarom wat gerenoveerd!"
Over de personages: "Moko was nog
niet getekend of geschetst door Patrick, ik had dus vrij
spel. Ik heb een foto met het vooraanzicht van een Ethiopiër
genomen. En ik heb er een zijaanzicht en een driekwartprofiel
bij uitgevonden. Voor de andere personages had ik het
in het begin moeilijk, maar uiteindelijk schiep ik er
veel plezier in om de personages die al zo lang vertrouwd
zijn, onder mijn potlood tot leven te brengen."
|
Over voorbeelden: "Behalve zijn hoekige
neus heeft Calec een behoorlijk neutraal gezicht. Toen
Patrick hem begon te tekenen, was hij een basisheld, een
klassieke knappe kerel. Hij had minder persoonlijkheid
en hij was minder goed te vatten. Nevenpersonages die
recht voor de raaps, dikker, magerder, lelijker zijn,
zijn makkelijker om neer te zetten en leuker om te tekenen.
In de tekeningen moeten dingen aangevoeld worden en niet
zomaar gekopieerd worden. Veel tekenaars imiteren de tekenstijl
van Jean Giraud. Maar zijn aanvoelen nabootsen is onmogelijk.
Daarom moet je je altijd losmaken van je voorbeelden om
de eigen persoonlijkheid aan bod te laten komen."
Over de inkleuring: "Mijn vrouw
deed de inkleuring. Ze is geen tekenares. Dat was een
moeilijkheid. Patrick deed zijn eigen inkleuring en de
inkleuring van een tekenaar is dikwijls sterker, in die
mate dat het nog meer de tekeningen uitspeelt. Hij weet
perfect waar hij schaduwen en licht moet aanbrengen op
de gezichten die hij heeft gecreëerd. Een andere moeilijkheid
was dat Patrick op de traditionele manier werkt met penseel
en aquarel terwijl mijn echtgenote is overgeschakeld op
een digitale inkleuring. Er is dus een grafisch verschil
en een verschil in inkleuring... Niet erg, we hebben vooral
geprobeerd in de geest van Patrick te werken."
Over een diplomatiek incident: "Mijn
schoonbroer, die deze landen veel heeft bezocht, merkte
een grote fout op in de tekeningen. Ik had de schoenen
van de personages die op het tapijt zitten aan gelaten.
Daar had ik absoluut niet aan gedacht. We zijn ontsnapt
aan een diplomatiek incindent." |
Jean-Charles
Kraehn over Gil Saint-André |
|
|
Onderstaande
bijdrage van Sophie Bogrow verscheen
eerder in het Franse stripmaandblad Casemate
nummer 27 van juni 2010. |
|
Over een nieuwe start: "Om te herbeginnen
met een nieuw avontuur met nieuwe personages behield ik
uit de vorige cyclussen enkel Gil en zijn dochter. Deze
eerste twee pagina's dienen onder andere om te vertellen
wat er met Djida is gebeurd met wie Gil een korte relatie
had. Ik denk niet dat hij echt verliefd op haar was. Dat
zeg ik onder voorbehoud want een personage kan je nog
altijd verrassen! Maar een held vormt per definitie geen
koppel. Veel te veel gedoe!"
Over de catamaran: "Dit is de catamaran
van een vriend. Ik heb die enkele jaren geleden vanuit
alle hoeken en kanten gefotografeerd. Digitale fotografie
is een zegen, je kan er honderden foto's mee maken. Vroeger,
toen ik alles op papier moest laten ontwikkelen, kostte
me dat een fortuin en ik had nooit de juiste hoek of het
detail dat ik nodig had! Jammer dat we er op dat moment
niet mee konden varen door een storm. Het lag er zonder
personen aan boord. Om er mijn personages op te zetten,
had ik moeite om de juiste verhoudingen te vinden."
Over de vergeten verwonding: "Toen ik begon
te tekenen, was ik compleet vergeten dat ik hem in de
tweede cyclus aan zijn rechterhand had verwond. Dat is
typisch het soort detail dat je automatisch overslaat
bij het tekenen. Sylvain (Vallée,
de voormalige tekenaar van Gil Saint-André, red.)
had 'm nochtans met een verband getekend tot in de
laatste prent van deel 8!"
Over verleidelijke vormen: "De vrouw van
Didier, de partner van Gil, is mollig. Laten we zeggen
dat ze niet voor magazines poseert. Maar ze is daarom
niet minder verleidelijk. Het is geen realisme als je
enkel topmodellen tekent!"
|
Over Monaco: "Ik profiteerde van een vakantie
op de moto in de Luberon-streek om dit luxejacht te fotograferen
door eventjes heen en terug te rijden naar de jachthaven
van Monaco waar het wemelt van dergelijke kanjers. Ik
verzamelde er ook documentatie van gebouwen waar de onbekende
op het einde van het album vanaf had moeten vallen. Maar
ik besliste later om hem op straat te laten omkomen. Voor
zo'n bekende locatie is er geen sprake van schattingen
en benaderingen. Ik vroeg aan een bevriend reporter, die
er de Grand Prix versloeg, om me foto's te bezorgen. Ik
heb een volledige reportage over de stad liggen!"
Over zijn eigen dochter: "De dochter van
Saint-André is die van mij! Toen ik de reeks creëerde,
was ze net zo oud als in de strip. Maar tegenwoordig is
ze heel wat ouder. Ik haalde er familiefotoalbums bij..
Striphelden verouderen minder snel dan hun auteurs! De
andere personages komen uit films, kranten, de metro,
tv-programma's,... Ik schaaf aan hen in functie van wat
ik nodig heb. Voor dit album maakte ik vooral gebruik
van celebritymagazines, Match, Figaro Magazine,
enzovoort."
Over standpunten: "Voor het duikende meisje
in prent 7 verwachtten de uitgevers dat ik haar zou tonen
in tegenaanzicht. Omdat ze door een verrekijker wordt
gadegeslagen was een verandering van standpunt niet aan
de orde."
Over vierkante tekstballonnen: "Gezien de
hoeveelheid tekst, moest ik snel toegeven dat ik een oplossing
moest vinden om de oppervlakte van de tekstballonnen te
verkleinen. Het meest logische is een rechthoek... Een
klein stukje eraf in de hoeken om het minder strikt te
maken, en hop!"
|
Over de explosie: "Ik toonde aanvankelijk
meteen de explosie van het jacht. Maar de scène
was sterker door eerst het effect ervan op de personages
te tonen en pas dan de oorzaak. Prent 5 is een van de
zeldzame voorbeelden waarin ik een meer 'impressionistische'
in plaats van een realistische inkleuring hanteer. Eigenlijk
had je rode gezichten moeten zien tegen een blauwe hemel,
maar dat zou niet gewerkt hebben! Mijn dochter Sabine
wees me onmiddellijk op de radeloze vlucht van de meeuwen
die op de vorige pagina in het kielzog meevliegen. Toen
ik ze tekende dacht ik daar absoluut niet aan!"
Over valsspelen: "De gezichtsuitdrukkingen
vormen soms problemen want in een fractie van een seconde
kunnen ze iemand compleet van uitzicht doen veranderen.
Maar in een strip moet iedereen altijd herkenbaar blijven.
Je moet dus wat valsspelen. Een grimas zal minder uitgesproken
zijn, de haren van een motard zullen minder door elkaar
waaien. Ik trek bekken voor de spiegel tot ik de oplossing
vind."
Over ambachtelijke kleuren: "Mijn vrouw
Patricia doet de inkleuring. Ze begon
daarmee toen we van Parijs naar Bretagne verhuisden. Het
is een ideale situatie, we discussiëren bij de minste
twijfel. Ik sta nooit voor onaangename verrassingen! Ze
werkt nog op ambachtelijke wijze, met penseel op blauwdrukken
waarmee delicate imperfecties mee gemoeid zijn. Ik hoop
dat ze nog lang kan weerstaan aan de computer. Digitale
kleuren zijn kouder, minder levendig. Dat stelde ik vast
in een serie die ik graag lees: Alfa. Maar Jigounov
won er wel enorm veel tijd mee."
|
Over moeilijke mise-en-scènes: "Ik
heb gezwoegd op sommige mise-en-scènes. In prent
2 had ik last om een hoek te vinden om tegelijk het zinkende
jacht te tonen als de toeschouwers op de catamaran die
een reddingsbootje te water laten. In prent 4 moest ik
tonen hoe moeilijk het is een groggy personage aan boord
te hijsen, niet te lomp en niet te elegant. Ze mocht zeker
niet overkomen as een mannequin in een advertentie voor
badpakken."
Over de grootte van prenten: "De prent met
het reddingsbootje op het water tussen de brandende benzine
had ik graag wat groter getekend om de verwoestende sfeer
op te roepen. Er zijn te veel zaken die moeten verteld
worden. De grootte van de prenten is het enige effect
waarmee kan gespeeld worden om de leesrichting te 'dirigeren'.
Een regisseur zou bijvoorbeeld een scène uitrekken
om die meer gewicht te geven. Ik droom van halve pagina's
of van driekwartpagina's waar ik zelden de plaats voor
heb.. Ik houd me aan een reeks van opeenvolgende prenten
om een sequentie te creëren. Dat is het verschil
tussen tekenaars die voor een mooie tekening gaan en zij
die bovenal voor de intrige kiezen."
Over het papierformaat: "Ik ben gevoelig
voor onooglijke details: het woord 'ouzo' op de fles,
het merk van de buitenboordmotor, de plooien van het neergehaalde
zeil van de catamaran op de achtergrond... Op ware grootte
zou dat niet doenbaar zijn. Ik werk daarom altijd op dubbel
zo groot papierformaat. Alleen jammer dat tekeningen die
er indrukwekkend uitzien in het groot dat niet meer zijn
op verkleind formaat. Als compensatie schets ik mijn storyboards
op waar albumformaat. Zo kan ik beter de verhoudingen
inschatten." |
|