Hugues
Labiano over De Leeuw van Juda 1 |
|
|
Onderstaande
bijdrage van Marius Jouanny verscheen
eerder in het Franse stripmaandblad Casemate
nummer 131 van december 2019.
|
Over
avontuur met grote A: "Stephen Desberg en
ik werken al bijna vijftien jaar samen. Het gevaar bestaat
dat we in een zekere routine vervallen. Na onze Ster
van de Woestijn stelde ik het werk voor van Franse
schrijvers van begin twintigste eeuw, zoals Joseph Kessel
en Blaise Cendrars. De romans van kunstenaar-avonturier
Cendrars, in het bijzonder L'Homme Foudroyé,
gaven mij zin om een avonturenverhaal met een grote A
te tekenen, met adempauzes, epische aspecten en mooie
personages zoals er tegenwoordig maar weinig te vinden
zijn in stripverhalen. Desberg dacht aan een verhaal op
het Afrikaanse continent dat hij heel goed kent. Zelf
heb ik slechts een paar dagen in Algerije doorgebracht
voor een stripfestival. Ik was aanvankelijk niet zo enthousiast.
Afrika wordt systematisch te veel geassocieerd met avonturenverhalen.
Maar zijn idee van een mystieke relatie tussen twee personages,
stond me aan. Ik keke ernaar uit om Ethiopië te tekenen,
een veel mysterieuzer land dan Kenya dat in het begin
van het album aan bod komt en waarvan we heel goed het
savannelandschap kennen."
Over archetype: "Als autodidact teken ik
niet graag naar model en teken ik instinctmatig. Het risico
is dat ik altijd hetzelfde teken. Ik baseer me vaak op
mijn eigen uiterlijk om het hoofdpersonage vorm te geven.
Voor de verandering heb ik van Wallace het archetype van
een blonde Brit gemaakt."
Over werkelijkheid: "Om hier de
Riftvallei te tekenen, combineerde ik enkele foto's en
deed ik mijn ding. Documentatie is noodzakelijk om een
zeker niveau van realisme te behalen en om de lezer in
het landschap onder te dompelen. Ik streef niet naar de
werkelijkheid, alleen het gevoel van de werkelijkheid."
|
Over
gieren: "Ik suggereer de moordscène
door erop te letten de lijken niet te laten zien. Ik ben
nooit aangetrokken geweest door het morbide en ik zal
nooit zover gaan dat ik iets zou tekenen dat me afstoot,
behalve wanneer het verhaal erom vraagt. Ik heb gekozen
voor gieren, die boekdelen spreken over de aard van de
scène, en voor de close-up van het gezicht van
de soldaat die er verschrikt uitziet en die de hele pagina
structureert."
Over de sfeer: "De sfeer van De
Leeuw van Juda is helemaal niet hetzelfde als mijn
De Vier Hoeken van de Wereld (Dargaud, 2013)
dat zich afspeelt in de Sahara. Voor ik een scène
aanpak, documenteer ik me door boeken te lezen over het
onderwerp en foto's te doorbladeren in fotoboeken die
me inspireren."
Over papier: "Mijn tekenstijl evolueert
meer dan de technieken die ik gebruik. Sinds geruime tijd
voeg ik op een andere manier zwart toe op mijn pagina
terwijl ik al twintig jaar een — onvergelijkbare!
— Sakura Pigma Micron-pen gebruik door daar zwart
in te stoppen. Voor dit album heb ik veel meer gebruikgemaakt
van een penseel dat meer souplesse oplevert. Ik verander
daarentegen vaak van papier naargelang waar ik zin in
heb. Ik kan aquarelpapier gebruiken wanneer ik bepaalde
materie wil bekomen. Voor dit album voor een groot publiek
wou ik de effecten beperken. Ik werkte daarom op een heel
fijnkorrelig papier, makkelijk om mee te werken, hoewel
het karakter mist. Ik denk dat ik voor het volgende deel
terugkeer naar een korreliger papier waarop je vaak moet
worstelen, maar waarvan de weergave heel interessant is."
|
Over
architectuur: "Dit gebouw is niet het station
van Addis-Abeba in die tijd. Ik vond enkel documentatie
over het huidige station, gebouwd in 1931, dus enkele
jaren na de gebeurtenissen in het album. Het kwam in geen
geval overeen met wat het scenario vereiste: een statig
gebouw, met veel volk, om de tekst van Desberg tegemoet
te komen. Ik moest er ook gevarieerde figuren in kunnen
tekenen, zoals de Amharas, de grootste etnische, orthodox-christelijke
etniciteit van het land. Ik heb dus zelf een station verzonnen
door me te baseren op traditionele Ethiopische huizen
in aarde en hout die je nog steeds makkelijk kan aantreffen
in de streek van Harar, vooral omdat het Ethiopische keizerrijk,
uniek in zijn soort, nooit werd gekoloniseerd door westerlingen
waardoor de architectuur dus weinig externe invloeden
onderging."
Over denken in zwart-wit: "Wallace
moest onopvallend opgaan in de menigte waar westerlingen
schaars zijn. Ik gaf hem neutrale kleren en een hoed die
zijn gezicht in prent 2 grotendeels verbergt. Het toevoegen
van zwart mocht niet te nadrukkelijk zijn, maar ik kon
me niet inhouden. Ik ben een last voor inkleurders. Ik
denk in zwart-wit na over de compositie van mijn pagina's,
zonder in het achterhoofd te houden dat ze daarna nog
door een ander worden ingekleurd! Maar we vonden een goed
evenwicht met inkleurder Jérôme Maffre, die
dicht bij me woont in Toulouse."
Over inkten: "Het inkten is verreweg
mijn favoriete stap. Ik kan gemiddeld één
pagina om de drie dagen afwerken, met zes tot acht uur
werk per dag. In tegenstelling tot velen, ben ik productief
en efficiënt!"
|
Over
detectivefilms: "De sfeer op deze pagina
roept die van detectivefilms op. Als jongeling, toen ik
in Parijs belandde, voerde ik slecht betaalde jobs uit.
Ik kom uit een heel bescheiden milieu. Cultuur was niet
het centrum van ons leven. Tussen mijn achttiende en dertigste
wou ik me dus cultiveren. Mijn enige ontspanning in Parijs
bestond in het bezoeken van de bibliotheek en drie sessies
per week in kunstzalen en bioscopen. Ik ontdekte talloze
detectivefilms, zoals Double Indemnity van Billy
Wilder, de komedies van Frank Capra en alle grote films
van de toenmalige registers."
Over The Big Sleep: "Ik
zag drie keer The Big Sleep van Howard Hawks
in dezelfde week om de zin van een intrige te proberen
begrijpen die er niet is. Het duo Lauren Bacall en Humphrey
Bogart werkte wonderwel. De esthetiek van de vilthoed,
de man die rookt en het mooie meisje dat hem bekijkt,
betekende veel voor me. Ik hou er enorm van om weg te
kijken van het glamourkantje dat zo'n films hadden. "
Over onzekerheid: "Ik had prent
3 nog schuiner kunnen plaatsen om het gewenste effect
te accentueren. Het geeft een opschorting van de tijd
aan, zoals een waarschuwing dat er iets belangrijks zal
gebeuren, een stilstand vóór een versnelling.
Deze prent geeft de overgang weer tussen een lange tijdelijkheid
waarin hij het station binnenstapt, en de meer verbrokkelde,
daaropvolgende scène, waarin Wallace zijn mes trekt
om een kluis te openen in het bagagedepot van het station.
Ik deel de actie op in vijf prenten om de slag weer te
geven, en de lezer onzeker te maken omdat hij of zij niet
echt weet wat Wallace met zijn mes zal doen." |
Hugues
Labiano over Ster van de Woestijn 3 |
|
|
Onderstaande
bijdrage van Sophie Bogrow verscheen
eerder in het Franse stripmaandblad Casemate
nummer 95 van augustus-september 2016. |
|
Over de prairie: "Toen Stephen Desberg en
Enrico Marini me Ster van de Woestijn voorstelden,
had ik maar één eis: dat de actie zich zou
situeren op de grote en niet in het eeuwige, vervelend
geworden Hollywooddecors met canyons en mesas's. Ik heb
dolgraag de golvende graspartijen getekend. Het is een
rustgevend, bijna hypnotiserend decor. Het verschilt niet
veel van de duinen in de Sahara die ik in mijn De
Vier Hoeken van de Wereld heb getekend."
Over paarden: "De western is voor
veel tekenaars een opgelegd beeld met zoveel codes dat
er je stempel op drukken een uitdaging is. Vooral na Blueberry,
Comanche en andere Jonathan Cartlands.
Bovendien is er de grote ongerustheid om paarden te tekenen.
De mijne hebben me een lastige tijd bezorgd. Maar het
is me gelukt, net zoals met de dromedarissen in De
Vier Hoeken van de Wereld."
Over het aantal prenten: "Ik ben geen voorstander
van prenten op een andere prent, maar het komt soms van
pas om acties die zich tegelijkertijd afspelen, een specialiteit
van Desberg, vloeiend te presenteren. Of om wat ruimte
in de prenten te brengen. Terwijl Enrico vijf of zes prenten
per pagina gebruikte, moest ik er acht of negen tekenen.
Het verhaal is complexer. Ik heb ze erin moeten wringen..."
Over het getal vier: "Ik heb mijn
tekenstijl aangepast zodat de fantastische sfeer van de
rituele dans en de twisted en ontwrichte kadrages contrasteren
met de klassieke beeldtaal van de Far West. De indianen
houden van gezang en dansen, elke gelegenheid was goed.
Ik vond geen exacte documentatie en omdat het over het
vieren van de bizon gaat, heb ik de sjamaan een bizonvel
gegeven. De vier vuren zijn symbolisch: vier is het heilige
getal van de indianen, vier elementen, vier windstreken,
vier hoofddeugden, enzovoort."
|
Over films als voorbeelden: "Ster van
de Woestijn is duidelijk een donkere western die
sinds de jaren 1990 in de mode is. Er zit psychologie,
kwelling, brutaliteit in. Mijn ultieme referentie ter
zake blijft Unforgiven van Clint Eastwoo duit
1992. Ik heb er veel aan gedacht voor de beelden. Ook
aan Jeremiah Johnson van Sydney Pollack voor
het thema van de indianen die door de pioniers verdrongen
worden. Of de tv-serie Deadwood voor de stad
en de kostuums."
Over kledij: "Ik heb aandacht gegeven
aan de kledij van de personages. In de natuur houd ik
het landelijk. Alleen de bandana en de Colts aan de riem
blijven onvermijdelijk. Gelukkig vinden we nogal wat foto's
uit die tijd waar ik gebruik van kon maken. Zonder natuurlijk
uit het oog te verliezen dat men zich voor een foto op
zijn of haar paasbest kleedde. Ik heb hun kleren dus wat
verfrommeld."
Over Sean Connery: "Toen ze vernamen dat
ik Ster van de Woestijn ging tekenen, zeiden
veel vrienden me: 'Je gaat Sean Connery tekenen!' omdat
de held in de eerste cyclus zo goed lijkt op de acteur.
Mijn eigen personages hebben nooit een model: dat zou
te beperkend zijn. Ik maak er op voorhand voorstudies
van om ze goed in de hand te hebben. Vooral als ze zoals
hier in flashbacks voorkomen waarin ze jonger te zien
zijn."
Over de inkleuring: "Ik hou veel
van de inkleuring van dit album die tegelijk subtiel is
(let op de hemels op deze pagina's en de delicate overgang
naar de nacht) als in your face met grote, zwarte
partijen. Op het scherm van de inkleurder valt dat meteen
op, op het mijne veel minder. Ik heb de intentie om op
D-day naar de drukker te gaan om erop toe te zien dat
de kleuren goed overkomen!"
|
Over de lat: "Ik herinner me de eerste cyclus
heel goed. Het verhaal sloeg indertijd aan, het blijft
ook voorkomen in top-10'en van het genre en het vestigde
de naam van Marini als belangrijke auteur. De lat lag
dus hoog! Zonder mijn semirealistische natuur met een
karikaturale toets voor de expressiviteit te verloochenen,
heb ik mijn tekenstijl op de spits gedreven. Het is zwarter,
spontaner, vrijer. Voor één keer ben ik
trots op mijn werk. De verwachte commentaren veranderen
daar niets aan!"
Over intimiteit: "Ik heb graag dat
het scenario intimistisch wordt. Dat is zelden het geval
— behalve in het uitstekende Dances with Wolves
van Kevin Costner. Je ziet de vrijheid van beweging
bij de jonge Ster van de Woestijn. Haar geharde karakter
maakt er een minder onderdanige vrouw van dan de regel
is. Maar buitenechtelijke relaties kwamen regelmatig voor
bij indianen."
Over Harry Potter: "Wat bedoelt Ochtendbries
met die onzichtbaarheid in de laatste prent? Zomaar een
uitvinding die hij voor de grap tegen Ster van de Woestijn
zei en om in het geheim in de tipi van de meisjes binnen
te glippen! Waar haalde Desberg dat idee vandaan? Bij
Harry Potter misschien?"
Over boeken: "Ik ben een fervente
lezer, maar niet zozeer van stripverhalen. Ik haal meer
inspiratie uit woorden dan uit beelden. Wist je dat The
Big Sky voor het in 1952 een westernfilm was van
regisseur Howard Hawks een prachtig boek was van Alfred
Bertram Jr. Guthrie? Ik heb voor deze stripserie zodanig
veel gelezen over de wereld van de indianen dat ik —
voorlopig althans — wel een van de grootste specialisten
ben geworden over alles wat met het Zuidwesten heeft te
maken!"
|
Over leren tekenen: "Ik heb geen enkele
tekenopleiding gevolgd, alleen plastische kunsten in het
middelbaar waar ik niets heb geleerd. Geen beeldhouwen,
modeltekenen, zelfs niet echt kunstgeschiedenis. Ik heb
alles op mijn eentje geleerd. Daarom staan mijn platen
ongetwijfeld vol foutjes: een arm die wat te kort of te
lang is, een fout perspectief,... of een verkeerd gekozen
kadrage zoals op de vorige pagina in prent 4. Daar had
ik de gezichten meer in close-up moeten tekenen. Ik trek
het me niet zoveel aan, het belangrijkste is het vertellen
van verhalen, een sfeer overbrengen, leven geven."
Over instinct: "Ik heb de neiging
om instinctmatig te werken en er weinig mijn potloden
bij te halen. Na verloop van tijd weet ik waar ik het
oog van de lezer langs de pagina moet leiden, maar het
overkomt me vaak dat ik mezelf verras als ik mijn platen
opnieuw zie. Op deze pagina bijvoorbeeld bootsen de verticale
prenten de ruimte in de tipi na zonder dat dit op voorhand
bedacht was. Samen vormen ze ook een driehoek."
Over tekenen als werk: "Mijn artistieke
cultuur is beperkt. Ik bezoek weinig musea en ik ben ook
niet gek op het tekenen naar de natuur. Tekenen is mijn
werk. Op vakantie ga ik liever een pint drinken of naar
de zee kijken! Ik neem echter wel veel foto's, daar is
geen grote concentratie voor nodig"
Over de deadline: "Tussen het verzamelen
van documentatie tot het bijwerken van mijn tekeningen
hebben de 54 platen van dit eerste deel me iets meer tijd
gekost dan voorzien. Deel 2 is over een jaar voorzien
en het is 62 platen lang. Stephen heeft het net ingekort,
de uitgever vreesde dat ik de deadline ruim zou overschrijden!"
|
|