|
|
|
Alle
bijdragen van Hermann aan de rubriek
De Commentator
bundelen we op deze pagina.
Klik verder naar de volgende onderwerpen:
• 01/03/2017 Hermann
over Duke 1
• 22/04/2015 Hermann
at work
• 07/02/2015 Hermann
en Yves H. over Zonder Pardon
• 17/12/2013 Hermann
uit zijn frustraties, ontevredenheid en obsessies over
tekenen aan de hand van zijn nieuwste one-shot Terug
naar Congo. |
|
|
|
|
|
|
|
Onderstaande
bijdrage van Jean-Pierre Fuéri en
Frédéric Vidal verscheen
eerder in het Franse stripmaandblad Casemate
nummer 99 van januari 2017. De commentaren bevatten
spoilers! |
"Twee
eerste pagina's zonder tekst. De tekeningen vertellen
voldoende. Ik respecteer de bladschikking van mijn
zoon Yves. Hij is niet van gisteren als het om strips
gaat en hij kent het klappen van de zweep. Hij bezorgde
me enkele foto's van mijnen uit die tijd. Ik toon
een gewone arbeider die in armoede leeft. Hij raapt
een goudklompje op terwijl hij nochtans weet dat
hij vroeg of laat gefouilleerd wordt. Soms ondergingen
de mijnwerkers een rectaal onderzoek. Maar het klompje
is wat groot." |
"Ik
veroorloofde me hemels met speciale, bijna vreemde
kleuren. Ze contrasteren met de kleuren van de mijn
en het bescheiden interieur. Er staat toch nog een
hout- of kolenkacheltje. De lezer verwacht dat het
wat zwak is om de gestolen klompjes te verbergen
in een goed zichtbare pot. Ik ook! Dat toont aan
dat de man niet erg intelligent is. En weet je nog
hoe onze voorouders hun spaargeld onder de matras
stopten? Dat was nauwelijks beter." |
"Ik
heb nog gewoond in Canada. In de herfst zijn de
bladeren bijna agressief geel en rood. Ik schilder
ze met acrylverf die helderder is dan aquarel. Dat
bevalt me, maar omdat het nieuw voor me is, pas
ik het toe met kleine stapjes. Ik moest er weer
gewoon aan worden om paarden te tekenen. Als ik
een grote prent wil tekenen die goed overkomt, dan
offer ik de hoofden in de prent eronder zonder spijt
op. Giraud zei dat ik beter paarden teken dan hij.
Hij had ongelijk, de zijne waren veel beter." |
"Als
de handlangers niet aan de leiband worden gehouden,
breken ze alles om het plezier van het breken. Dat
komt overal voor. Ik teken graag lelijke smoelen.
Een vriend stuurde me pagina's met allemaal hoofdjes
die getekend waren door de grote Mort Drucker (van
het Amerikaanse stripblad Mad, red.). Het
zijn geweldige smoelen waar ik me op ga baseren.
Niet door ze te kopiëren, wel als inspiratie.
Om mijn gewoontes te doorbreken. Ik maak cinema
die niet beweegt. De gezichten compenseren de afwezigheid
van gebaren. Te banale gezichten zwakken een verhaal
af." |
"Elf
prenten, dat zijn er veel bij elkaar. Er mag dus
geen ruimte verspild worden. Een stukje van een
huis volstaat om de scène te situeren. Een
hand op de borst of onder de jurk eveneens, daar
hoef ik de hele personages niet voor te tekenen.
Ik ben gefascineerd door kleerplooien op oude religieuze
schilderijen. Je hebt de indruk dat elk soort textiel
haar eigen structuur heeft. In tegenstelling tot
collega's die zich nooit afvragen hoe plooien gevormd
worden, is dat een onderwerp dat mij net wel aanspreekt." |
"De
manier waarop het bloed eruit spuit, beviel me niet.
Dat blijft een probleem, en niet alleen voor mij.
Er zijn nog zoveel problemen bij het tekenen! Maar
ik ben wel tevreden over Aurelio. Zijn hangende
schouders tonen hoe hij verslagen is. Je moet de
natuur observeren. Als er een personage valt, dan
val ik samen met hem. Daar was meneer Jacobs (Edgar
P. Jacobs, van Blake en Mortimer, red.)
niet toe in staat. Als zijn kerngezonde helden op
de grond vallen, doen ze dat als oudjes. Sorry,
maar dat is niet serieus." |
"In
prent 3 wilde Yves dat het personage niet meteen
te zien is. Hij werkte een jaar in de filmwereld,
hij weet wat een beeld is. Ik hoop dat je het geluid
van de stappen op het hout hoort. Het was ook niet
nodig om het personage dat de deur opent te tonen.
Dat houdt het mysterie in stand. Ik hou van de grote
compositie links onderaan. Een karrenwiel, een vrouw
die net boodschappen heeft gedaan, een witte doek
op haar mand, het decor van een landelijk leven
staat er." |
"Ik
voel geen enkele affectie voor die drie domme boeren.
Die idioten houden zelfs niet de wacht. Ik laat
hen neerschieten zonder de minste wroeging. In werkelijkheid
zou de nacht pikdonker zijn, maar dan valt er niets
te tekenen. Nu geef ik het bos weer, de dode takken,
de omgevallen stammen. Het heeft iets sensueels,
daar schep ik veel plezier in." |
"Een
zeldzaam beeld: een landschap op bijna een halve
pagina met acrylverf. Het is herfst met warme kleuren
en een beetje sneeuw op de bergtoppen. Ik heb een
motortje in het hoofd dat mijn pagina's opbouwt
naargelang wat er zal volgen. Onbewust breng ik
ze in evenwicht met elkaar. Ik heb in mijn hele
leven maar één dubbelpagina gemaakt,
een scène in de sneeuw in Station 16.
Het nam te veel plaats in op mijn tekentafel. Dat
was niet praktisch." |
"Dat
paard is goed gelukt. Het zijn mooie spieren. Ik
heb maar één keer in mijn leven op
een paard gezeten, in Solliès. Ik zat hoog.
Dat paardritje maakte van mij nog geen ruiter, het
paard stopte wanneer het wou. Gelukkig kan je hen
tekenen zonder ervan te houden. Een beginnersfout
in prent 6: die bladeren in felle kleuren zien er
precies uit als een carnavalspruik op het hoofd
van die ouwe. Ik had het wat moeten verplaatsen.
De kleuren zijn toch nog mooi. Ik was wellicht wat
afgeleid." |
"Een
wrede schurk. Hij doodt met evenveel emotie als
hij schoenen aantrekt. Maar binennkort teken ik
de angst op zijn gezicht. Binnenkort ontmoet hij
iemand die sterker is dan hem. Dat soort kerels
die in een oofwenk iemand doden, worden dan lafaards.
De colts in die tijd waren niet zo efficiënt.
En duels bestonden niet. Maar als je iemand toont
die negen op de tien keer zijn doel mist, wat toen
het geval was, breng je iedereen aan het lachen." |
Het
is goed om op elke pagina een prent te tekenen zoals
de eerste, anders wordt het wat doods. Ik profiteer
ervan om er een boom bij te plaatsen. Ik teken dolgraag
bomen. Mc Caulky wrijft zich in met het bloed van
zijn slachtoffer. Ik stond versteld dat mijn zoon
zover ging. Zelf zou ik dat nooit geschreven hebben.
Dat zou enkel mogelijk geweest zijn in een mesgevecht.
Ik gehoorzaam mijn scenarist. Dat gebaar toont de
psychologische aard aan van die man, een sadist,
een angstaanjagende psychopaat." |
"Luister
goed... Hoor je de muziek van Ennio Morricone? Duke
komt in tegenlicht aan (wat gerechtvaardigd is door
de donkere wolk boven hem), zoals in een film van
Sergio Leone. Ik ontken die invloed niet. De sparren
groeien kaarsrecht omhoog en worden heel hoog. Duke
is emotieloos. Ik had hem rustig tegen een boom
kunnen laten plassen. Jammer voor de drie mannen,
ik had hen verder van elkaar moeten tekenen. Maar
daar zou ik de volledige paginabreedte voor nodig
gehad hebben." |
"Onderaan
de pagina beschik ik over meer plaats. Je voelt
dat ze Duke willen omsingelen. Maar ik heb een fout
gemaakt. De hand van Mc Caulky die op de volgende
pagina schiet, mocht niet in het verlengde van zijn
lichaam geweest zijn, het bemoeilijkt de leesbaarheid.
Niemand doet dit werk zonder fouten te begaan. In
Caatinga heb ik een linker- met een rechterhand
verwisseld. Derib merkte dat op. Je moet toch een
beetje kwaadaardig zijn om zo op het werk van je
collega's te letten!" |
"Grappig,
de leider van de schurken redt zich altijd uit een
vuurgevecht, ook al wordt hij wat later ingehaald.
De beeflijntjes in de prenten 6 en 7 komen bij mij
niet vaak voor. En de cirkeltjes om aan te tonen
dat Duke onwel wordt nog veel minder. Dat is het
minste kwaad. De spiraaltjes van Hergé zouden
het komisch gemaakt hebben. Alsof vluchtlijntjes
symboliseren dat er iemand rent. Ze tonen vooral
aan dat hun tekenaars niet sterk genoeg zijn om
bewegingen te tonen." |
"Sterk
staaltje blufpoker zoals je kan zien op de volgende
pagina. Ik dacht een moment dat Yves ons personage
zou doden... De landbouwers hebben Wyoming veel
ontbost. Maar hier is dat niet het geval. Hoe je
dat kan zien? Makkelijk, de houthakkers namen deemoeite
niet om de stronken uit te trekken en hakten op
minstens een halve meter van de grond. Hier is dat
niet zo. Er liggen alleen wat keien en er staat
wat schraal, geel gras dat hoogstens enkele schapen
tevreden kan stellen." |
"Mildred
trouwde met de broer van Duke, een klaploper. Vrouwen
gingen niet naar de bar en ze deden al het huishouden
en bewerkten het land. Door de veel te koude winters
hadden ze kloven in hun handen. De zomers waren
heet. Op foto's uit 1860 zagen de vrouwen er gerimpeld,
ruw en lelijk uit. Mildred is al wat ouder en ziet
er niet fris meer uit. Haar haren zijn verwilderd.
Ik wilde geen western met een Claudia Cardinale
met een prachtig kapsel. |
|
Hermann
en Yves H. over Zonder Pardon |
|
|
Onderstaande
bijdrage van Sophie Bogrow verscheen
eerder in het Franse stripmaandblad Casemate
nummer 77 van januari/februari 2015. Vertaald door
Wim De Troyer. |
|
Hermann
over geweld: "Vanaf de eerste pagina's zetten
deze gewelddadige scènes de toon voor dit album.
De vergelijking met Tarantino is onvermijdelijk: ik ga
niet zoals bij Hergé iemand tonen die neergekogeld
wordt en die dan met de hand op de borst uitroept: 'Hemeltje,
ik sterf!' Hou ouder ik word, hoe meer ik neig naar een
zekere grafische brutaliteit."
Hermann over opluchting: "Ik beleef
er zelfs plezier aan, het lucht op! Deze periode is misschien
maar tijdelijk, maar het heeft me nog in zijn greep. Ook
de volgende Jeremiah, Jungle City, die
ik momenteel aan het afwerken ben, is nog harder, nog
wanhopiger."
Hermann over grijswaarden: "Met
kleur werken, doe ik het liefst want het is realistischer.
Op mijn potloodpagina werk ik prent per prent af met een
fijn penseel en donkergrijze aquarelverf. Zwarte inkt
is te donker, en de lijm die erin zit vernielt de penselen
in enkele uren! Nadien ga ik er nog eens over met meer
verdund grijs voor de schaduwen, om gewicht en vorm te
geven. De kleuren komen als laatste, verzadigd: eerst
de gezichten, de lucht als laatste, het liefst met wolken.
Want een grote blauwe hemel vereist een behoorlijk repetitieve
methode, en dat is verschrikkelijk saai!"
Hermann over de terugkeer van gewassen grijs:
"Dit gezegd zijnde, toen ik een expo bezocht met
zwart-witwerk van mezelf, vond ik die in een zwak moment
toch niet zo slecht. Ik sluit niet uit ooit nog zo te
werken, met gewassen grijswaarden, misschien met een kleine
kleurtoets voor de volgende reeks die Yves momenteel in
elkaar bokst. Daar is het sinistere op zijn plaats. We
zijn nog aan het onderhandelen..."
|
Hermann
over Deadwood: "Ik kijk weinig televisie,
maar ik bezit wel de reeks Deadwood op dvd. De
zeer goede decors vormen een uitstekende documentatiebron
die ik kan toevoegen aan mijn jarenlang bijgehouden collectie.
Blijkbaar heeft de reeks haar sporen nagelaten: het lijkt
er op dat de waard van de saloon in Deadwood
in de huid van de corrupte marshal is gekropen, zonder
mijn medeweten."
Hermann over herkenbare personages: "Maar
je kan ook in de sinistere handlangers (niet allen op
deze pagina te zien) de oude Luckner uit Blueberry's
De Mijn van Prosit herkennen of de schurken die
Gary Cooper beledigen in High Noon. Het gebeurt
allemaal onopzettelijk, het komt gewoon omdat mijn hersenen
bevolkt worden door dat soort tronies..."
Hermann over Egon Schiele: "Ik ben
gefascineerd oor het werk van de Oostenrijkse schilder
Egon Schiele: zijn kracht, de haast afgescheurde rand
van zijn silhouetten... dat is waar ik naartoe wou. Ik
denk niet dat ik erin slaag mijn hand zodanig naar de
zijne te zetten dat het even treffend wordt als zijn werk,
maar het is de moeite waard om het te proberen. Uiteindelijk,
ik ben nu 76 jaar, zijn mijn tekencapaciteiten nog haast
intact: ik heb nog wat tijd om mezelf wat verder te pushen."
Yves H. over de bladschikking: "Het
was de bedoeling om deze ganzen op de volgende pagina
op te laten vliegen, ergens voor het paard van Buck Carter.
Dat is tenminste wat ik had getekend in mijn bladschikking.
Ik weet nog steeds niet of ze hier opzettelijk zijn terechtgekomen,
per ongeluk, of dat ik me niet duidelijk genoeg gemaakt
heb... In het algemeen blijft mijn vader zeer trouw aan
mijn storyboard, behalve wanneer hij daar een zeer goede
reden voor heeft. Zelfs wanneer de afgewerkte pagina nogal
verschillend is van diegene die ik mij had ingebeeld in
functie van mijn eigen tekenstijl..."
|
Hermann
over exactheid: "Voor de exactheid van de
decors heeft Yves me een stapel op het internet gevonden
foto's gestuurd. Dat lag allemaal op mijn werktafel tussen
mijn eigen schetsen... terwijl ik wanorde verafschuw!
Omdat ik niet van computers hou, is het mijn vrouw die
zich bezighoudt met het afdrukken van de documentatie:
het is een echte, kleine familieonderneming!"
Hermann over de natuur: "Ik teken
het liefst de natuur, vooral enorme, spectaculaire landschappen
zoals deze badlands met hun kort gras. Waarschijnlijk
is het een gevolg van mijn jeugd die ik doorbracht in
een hoekje van de Hoge Ardennen. Ik liep in het bos van
's morgens tot 's avonds: ik hield van de geur van dode
bladeren en humus. Tegenwoordig teken ik bergketens of
bomen — de meest verwrongen zijn de mooiste —
door ze te bekijken als een beeldhouwer, gefascineerd
door hun reliëf."
Hermann over klei: "Ik zou graag
beginnen beeldhouwen, met modelwerk. Ik moet zelfs. Maar
het ontbreekt me aan plaats, en bovenal tijd: ik spendeer
elf uur per dag aan mijn tekentafel... Ik ben bang dat
ik een beetje een ziekelijke relatie heb met mijn werk!
Nochtans heb ik een van de personages van Schemerwoude
al eens in klei geboetseerd en ik vind het resultaat beter
geslaagd dan ik het ooit hoopte te kunnen tekenen."
|
Yves
H. over Tommy Lee Jones: "Als model voor
het personage van Buck Carter had ik de acteur Tommy Lee
Jones voorgesteld. Ik weet niet wat mijn vader heeft gedaan
met de foto's die ik hem gestuurd heb, maar je kan je
mijn verbazing inbeelden toen ik dit archetype van de
blonde, besnorde cowboy zag verschijnen!"
Hermann: "Maar ik ken die kerel
niet! Carter had ik me direct zo ingebeeld. Ik ga niet
uren zitten zoeken!"
Hermann over vader en zoon: "In
deze openingsscène is Jeb nog een jong ventje.
Twaalf jaar misschien. Maar je voelt al heel wat woede
tegenover de outlaw-vader die hem verraden heeft, hem
en zijn familie, door alleen al zijn afwezigheid. Ik heb
mijn best gedaan om de uiterlijke verwantschap aan te
tonen, en de spanning in zijn silhouet terwijl hij een
stuk hout zit te bewerken. Alsof Jeb al wist dat zijn
vader de veiligheid van hun familie op het spel zou zetten
om zijn huid te redden."
Hermann over wraak en heldendom: "Aan
de andere kant, hoeveel mensen zouden echt klaar zijn
om hun hoofd door de strop te steken in een gelijkaardig
geval? Ik geloof in de 'dierlijke' reflex. Ik ben er zeker
toe in staat om een geweer leeg te schieten op iemand
die mijn familie iets aandoet. Maar ik hecht niet veel
geloof aan helden."
Hermann over werken met voorbeelden:
"Ik heb veel boeken met tal van paarden in alle denkbare
hoeken. In het begin gebruikte ik die. En op den duur
begin je die beestjes te kennen, hun anatomie, hun spiergroepen,
en werk je los uit de pols. Het probleem is dat je moet
opletten niet voor de gemakkelijkheidsoplossingen te gaan,
de automatismen. Ik bewonder zo'n jongen als Boucq (tekenaar
van de westernreeks Bouncer, red.) enorm: zijn capaciteit
tot zelfvernieuwing is adembenemend." |
Hermann
over Terug naar Congo |
|
|
Onderstaande
bijdrage van Paul Giner verscheen
eerder in het Franse stripmaandblad Casemate
nummer 63 van oktober 2013.
|
|
Over
ontevredenheid: "Zelfs voor onbelangrijke
tekeningen keert mijn maag. Niets aan te doen. Ik ben
geobsedeerd door mijn werk, door mijn afschuwelijke grenzen
en ik spendeer al mijn tijd om bij te schaven, aan te
passen en het beter te doen op anatomisch vlak, op het
gebied van de houdingen of de decoupage. Er valt altijd
wel iets te verbeteren. Ik voel me compleet onbehaaglijk,
ik ben niet tevreden over mijn werk. Als ik mijn techniek
niet probeer te veranderen in de loop van de albums, dan
gebeuren die veranderingen wel natuurlijk door die ontevredenheid.
De ene dag voel ik iets aan en 's anderendaags voel ik
het anders aan. Ik ben het soms grondig zat om mezelf
constant in vraag te stellen. Maar er is geen sprake van
om daardoor te stoppen met tekenen. Dat zou het nog erger
maken. Als ik dood ben, heb ik me geen zorgen meer te
maken! "
Over herlezingen: "Omdat het mijn
verhaal niet is, zal ik het zeker met plezier opnieuw
lezen als het album verschijnt. Dat is niet het geval
bij Jeremiah. Als er een nieuw album van verschijnt,
stelde ik het me beter voor dan dat en ben ik altijd ontgoocheld.
En als ik het een jaar later nog eens pak, vind ik dat
mijn ontgoocheling niet terecht was. Het is alsof er tijd
voor nodig is zodat ik aanvaard en waardeer hoe het echt
is."
Over agressie: "Ondanks zijn dwaasheden
lukt het Célestin Georget altijd om uit de nood
te geraken. Pouvroit verbergt een weinig deugdzaam verleden.
Ik heb het wel voor zulke down to earth nevenpersonages
à la kapitein Haddock die Greg in zijn westerns
of in Bernard Prince ontwikkelde. Ik zou een
verhaal als Kuifje niet graag willen tekenen.
Te weinig vlees en agressie. Ik heb een zekere gewelddadigheid
nodig!"
|
Over
overgeven: "Voor dit album vroeg ik aan
Yves een scenario zodat ik Afrkaans dieren zou kunnen
tekenen, wat ik zeer graag doe, zelfs al ben ik er nooit
geweest. Die wezens van een ander tijdperk zijn er altijd,
ook al worden ze bedreigd door heel wat klootzakken die
ze vermoorden. De koning van Spanje joeg er op olifanten!
En er bestaat een verachtelijke stroperij die de corrupte
Afrikaanse leiders laten betijen. Daar walg ik van, ik
moet er bijna van overgeven."
Over het vliegtuig zonder details: "Ik had
documentatie over het vliegtuigje tot mijn beschikking,
maar niet tot in detail. Daardoor was ik bang dat ik schroeven,
moeren en hendeltjes zou vergeten waar specialisten op
zouden vloeken. Omdat het moeilijk is om iets te tekenen
wat je niet kent, koos ik ervoor om het vliegtuig van
niet te dichtbij te tekenen."
Over de onomatopee: "In de voorlaatste
prent heb ik mezelf gepermitteerd om de onomatopee in
het gebladerte te tekenen want het is niet exclusief Frans,
maar ook bruikbaar in het Engels of het Duits. Dat is
niet altijd het geval zodat sommige onomatopeeën
in een tekstballon staan om de vertaling te vergemakkelijken."
Over het voorzetje van Yves H.: "Mijn
zoon stelt een bladschikking van zijn scenario voor door
snelle, kleine schetsjes van de pagina's te maken met
een positionering van de personages en een eerste versie
van zijn tekst. In de meeste gevallen houd ik er geen
rekening mee en hij verwacht ook niet dat ik zijn voorstellen
kopieer. Het is alleen maar een voorzetje, voor verandering
vatbaar."
|
Over
een snelle start: "In tegenstelling tot
een E.P. Jacobs, die wekenlang vele pagina's met personagestudies
voltekende vanuit alle mogelijke standunten, werk ik de
mijne instinctmatig uit en stel me tevreden met enkele
schetsen op een velletje. Ik heb een jammerlijke fout:
ongeduld. Tot in die mate dat wanneer ik zelf schrijf
en teken, ik al begin te tekenen zonder alle situaties
te kennen die ik later in beeld zal brengen. Voor mij
volstaat het dat ik de hoofdelementen van het verhaal
heb om eraan te beginnen. Ik doe het graag snel, meteen
concreet."
Over vijftien kilo documentatie: "De Congolese
fauna en dorpjes uit 1928 vergden uiteraard documentatie.
Geen probleem, vooral omdat ik liever huizen teken die
krakkemikkig zijn in plaats van proper en netjes met geraniums
op de vensterbanken. Ik had al documentatie over Afrika
in mijn bezit en daar voegde ik boeken over Congo en vijftien
kilo documentatie van Dany aan toe. En uiteraard vond
ik op één of twee beelden na niets dat mij
van pas kwam voor dit album. Zo gaat het altijd! Soms
waren de foto's niet goed genoeg, soms was de voorgrond
wel geschikt, maar was de achtergrond heel wazig. Niet
evident. Dingen opnieuw uitvinden of veronderstellen is
niet altijd comfortabel."
Over de Ardennen: "Als ik moet kiezen
tussen iets mechanisch of organisch, dan kies ik verreweg
het tekenen van dieren! Wagens tekenen staat me niet echt
tegen, maar ik heb er snel genoeg van. Met bossen en rivieren
heb ik dat probeem niet want die doen me denken aan de
Ardennen en mijn talloze wandelingen in de bossen."
|
Over
schaduwen: "Schaduwen fascineren me. Ik
volgde projectielessen toen ik nog architectuurtekenaar
was. Een keer ik klaar ben met het tekenen van een prent
werk ik de schaduwen uit met een min of meer donkergrijs.
Ik durf nog niet te beginnen aan de inkleuring zolang
ik geen gewicht gaf aan de tekeningen via de schaduwen.
Niet alle prenten doe ik op deze manier, maar ik geef
er zo graag structuur aan."
Over de riem: "Ik plaats
vaak de camera ter hoogte van de riem, dat is esthetischer
en het zorgt voor een solide compositie. Hergé
verkoos de camera te plaatsen op ooghoogte, wat ik ook
wel eens toepas; maar ik vind dat er iets aan ontbreekt."
Over beweging: "Dingen
die onbelangrijk zijn in de ogen van de lezer zijn moeilijk
om weer te geven. Vooral bewegingen. Neem nu het geweer
bovenaan de pagina dat naar beneden valt. Veel tekenaars
slagen er niet in om de juiste grafiek te vinden en gebruiken
dan maar bewegingslijntjes. Zo pijnlijk! Een beweging
weergeven die gebeurde of die aan het gebeuren is op een
plaat waarop de tekeningen statisch zijn is heel complex.
Ik moet me zien te redden."
Over frustraties: "In prent
5 en 6 is Célestin, met zijn dronken smoel, verstoord,
instabiel, klaar om te vallen. Met een ontstemde air moet
hij hikken. Zijn expressie kwam er niet meteen. Er moet
maar één lijn twee millimeter elders staan
of alles ziet er anders uit. Soms heb ik het verkeerd
bij een expressie zonder meteen het probleem te herkennen.
Frustrerend. Maar is het dan zoveel beter om te leven
zonder frustraties? Ik denk het niet!" |
|
|