|
|
|
Alle
bijdragen van Guy Michel en Arnaud Delalande
aan de rubriek De
Commentator bundelen we op deze pagina.
Klik verder naar de volgende onderwerpen:
• 27/02/2014 Scenarist
Arnaud Delalande trok soms zijn haren uit bij de vrijheid
die tekenaar Guy Michel zich toe-eigende om dialogen
te herschikken, maar wel telkens voor een beter resultaat.
Dit en andere facetten passeren in hun beider commentaren
over het eerste deel van Surcouf. |
|
|
|
|
Guy
Michel en Arnaud Delalande
over Surcouf 1 |
|
|
Onderstaande
bijdrage van Sophie Bogrow verscheen
eerder in het Franse stripmaandblad Casemate
nummer 45H van februari 2012.
|
COMMENTAAR
BIJ PAGINA 2-3 |
|
|
Guy
Michel over de openingsscène: "Ik
heb een zwak voor de eerste vier pagina's die de toon
zetten: het zeegevecht, de telescoop, de eilanden van
de Indische Oceaan, de sfeer van de Indische Compagnie,
het dagboek,... alles is er. Om in gang te schieten gebruikte
ik een dubbele openingspagina (gepikt van Mathieu Lauffray's
Long John Silver). We springen meteen in het
water, veel water."
Guy Michel over de achterstand: "Een
fan vroeg me om een zeegevecht uit de achttiende eeuw.
De dubbele pagina komt nu dubbel van pas. Na de aardbeving
in Haïti organiseerde ik een grote veiling om de
slachtoffers te helpen. Zoiets doe ik twee tot drie keer
per jaar en dat kost nogal wat tijd, vandaar de achterstand
die ik met dit album opliep. Ik had er in oktober 2011,
voor het stripfestival van Saint-Malo, mee moeten klaar
zijn."
Arnaud
Delalande over verbanden: "Via de directeur
van de ngo Bibliothèques Sans Frontières
(www.bibliosansfrontieres.org),
waarvan ik een van de peters ben, hoorde ik over Guy die
van oorsprong Haïtiaans is. Hij tekent dolgraag schepen
en historische reconstructies. De kwestie over de behandeling
van zwarten sprak hem ten zeerste aan. Hij woonde lange
tijd in Saint-Malo, in de wijk van Surcouf!"
Guy Michel over de twijfel: "Ik heb eraan
getwijfeld om het project aan te nemen. Surcouf
verplichtte me om mijn persoonlijke projecten drie of
vier jaar aan de kant te schuiven. Een eerste is een piratenverhaal
in de zeventiende eeuw, een ander is een adaptatie van
een Franse romanklassieker waarover ik niets meer kan
vertellen of ik zou er voor geroosterd worden! Het verhaal
van Arnaud overtuigde me. En het feit dat men me een zekere
vrijheid gunde voor de bladschikking en wat fantasie,
om niet te zeggen fantasy, zoals hier het geval is."
Guy Michel over witruimtes: "Ik
teken graag menigten, des te meer in de chaos van een
gevecht waarbij het niet nodig is alles te organiseren.
Ik heb er heel wat getekend, op den duur geraak je er
geen wijs meer uit! Witruimtes zijn niet aan mij besteed.
Dat is nochtans van belang voor een vlotte lezing. Ik
heb zelfs de neiging om de ruimte buiten de kaders ook
te gebruiken. Hoe meer plaats men me geeft, hoe meer ik
er wil!"
Arnaud Delalande over haren uittrekken: "Guy
doorbrak een beetje de decoupages. Hij bleef de dialogen
respecteren, herverdeelde ze over de prenten en liet het
verder aan mij over. Ik trok er soms mijn haren van uit
bij zo'n vrije wil. Te meer omdat hij zich afsluit van
de wereld wanneer hij werkt door de telefoon uit te schakelen.
Gelukkig is het resultaat lles behalve ontgoochelend.
Ik heb 'm dan maar de benodigde ruimte gegeven. En plaats
voor zijn grote, spectaculaire beelden."
Guy Michel over de historische basis:
"Ik wilde van Surcouf een beetje een superheld maken.
Ik werk graag op een historische basis... ik zie me geen
jaar werken een een personage met jeans en sportschoenen!
Mijn fantasyserie Drakenbloed, die ik met Jean-Luc
Istin maakte, respecteert de historische context van Lodewijk
XIV."
Guy Michel over het hoofd erbijhouden:
"Ik beschikte al over een grote documentatiebibliotheek,
bij elkaar geharkt in de zeven jaar die ik in Saint-Malo
woonde. Erick Surcouf heeft de documentatie rijkelijk
aangevuld, vooral over heel wat schepen. De kaper vaarde
op nogal wat bootjes. Het verhaal is niet chronologisch,
ik moet er mijn hoofd dus bijhouden. Voor de rest werkte
ik vooral op de geografie, aan de Mascareigneseilanden
waar hij in dit album rondzwalpte. De havens, de planten,...
de laatste beelden zijn eigen interpretaties, maar niet
zomaar gefantaseerd."
|
Guy
Michel over Jonas en Surcouf: "De journalist-spion
Jonas is het eerste personage dat ik creëerde. Als
de rode draad van het verhaal maakte ik van hem het tegenbeeld
van Surcouf. De een is aan de kleine kant en gedrongen,
de ander slank en scherp. De een heeft weelderiger haarlokken,
de ander heeft korte, platgestreken haren. En verder heeft
hij een Britse air, een intelligent brilletje, hoge hoed,
is hij compleet burgerlijk... Ik inspireerde me op acteur
Paul Bettany die in Master and Commander de rol
van Stephen Maturin speelde, de dokter die met kapitein
Aubrey alias Russell Crowe bevriend was."
Guy Michel over de vele gezichten van Surcouf:
"Surcouf bezorgde me hoofdbrekens, vooral hier toen
ik hem het eerst tekende. Hij is heel jong — 22
jaar — en ik moest van hem een doorwinterd zeevaarder
maken. In dit eerste deel vol flashbacks en andere tijdssprongen
verandert hij voortdurend van hoofd. Op dezelfde pagina
is hij eerst dertien, daarna zeventien jaar. Een serieuze
uitdaging. Leve deel 2 waarin we hem enkel als volwassene
zien."
Guy
Michel over penseel en meetlat: "Ik beknibbel
niet op het aantal perspectieven... Die van de boten zijn
het moeilijkst. Elk gedeelte, elk dek, elke brug, mast,
enzovoort is een ander niveau met zijn eigen vluchtlijnen.
Foto's van maquettes komen daarom van pas. Ik doe ze instinctmatig
met behulp van foto's. Ik hou niet van keurige tekeningen
en leg me er vooral op toe om souplesse en leven te geven
met een inkting met penseel, zelfs wanneer ik de meetlat
erbij moet halen, zoals voor de werkkamer op de volgende
pagina. De kenners herkennen mijn bron: de gouverneurskamer
uit De Piaraten van Barataria."
|
Guy
Michel over de andere Surcouf: "Ik was al
goed opgeschoten voordat ik de versie (een driedelige
stripreeks uit 1952-1953, red.) van Victor Hubinon
en Jean-Michel Charlier las. Ik zou er veel moeite mee
gehad hebben me van zo'n voorbeeld te ontdoen omdat ik
een sterk visueel geheugen heb. Wanneer beelden zich in
mijn geheugen nestelen, valt het me moeilijk om een onderscheid
te maken tussen wat ik echt heb gezien en wat ik heb uitgevonden...
Nu het wereldje er staat, kan ik me erin storten!"
Guy Michel over piratenverhalen: "Ik
was al op mijn tiende gebeten door piratenverhalen, te
beginnen met Schateiland. Met andere stripreeksen
terzake heb ik niet veel. Maar klassiekers zoas De
Havik van Patrice Pellerin bijoorbeeld staan me bij.
Ik ben ook gek op Long John Silver, maar zijn
stijl wijkt te ver af van het klassieke patroon om me
erdoor te laten leiden. Ik heb er vooral voor geijverd
om me de sfeer van zeevaartromans van Herman Melville
of Rouge Brésil van Jean-Christophe Rufin
eigen te maken. Ik zoek mijn inspiratie in zeevaartschilderijen
die bijzonder rijk zijn, en in films voor wat het spektakel
betreft. "
Guy
Michel over Master and Commander: "Raar
genoeg waren piratenfilms voor Pirates of the Caribbean
of Master and Commander nooit blockbusters.
Cultfilms ja, maar lang geen publiekstrekkers. Master
and Commander is gebaseerd op romans van Patrick
O'Brien die het leven vertellen van de Engelse rear admiral
Thomas Cochrane die met één slag het Franse
eskader voor het eiland Aix verwoestte in 1809. En het
is grotendeels geïnspireerd op de avonturen van Surcouf.
We vinden er een list in terug om 's nachts de vijand
te misleiden door hem in de achtervolging te dwingen met
een simpel lantaarntje op een bootje..." |
|
|