Alle
bijdragen van Grzegorz Rosinski aan
de rubriek De Commentator
bundelen we op deze pagina.
Klik verder naar de volgende onderwerpen:
• 28/11/2018
Grzegorz Rosinski over Thorgal 36
•26/11/2016
Grzegorz Rosinski over Thorgal 35
• 08/11/2013
Grzegorz Rosinski neemt Thorgal 34 te baat
om het te hebben over onder meer zijn dromen en wensen,
het gevaar van signeren, geld, zijn manier van werken,
enzovoort.
• 08/12/2012
Aan de hand van vijftien illustraties en schilderijen
overloopt Grzegorz Rosinski in het kort zijn veelzijdige
carrière.
• 30/04/2011
Hoe Grzegorz Rosinski tegenwoordig zijn strips schildert,
legde zijn zoon Piotr vast in een tot een kleine twintig
minuten samengebald filmpje. Je ziet van schets tot
eindresultaat een levendig schilderij van Thorgal en
Kriss van Valnor op doek verschijnen.
Onderstaande
bijdrage van Jean-Pierre Fuéri
verscheen eerder in het Franse stripmaandblad Casemate
nummer 119 van november 2018.
COMMENTAAR
BIJ PAGINA 8
Over
de ideale strip: "Ik had zin in avonturen
in de jungle. Zonder al te veel dialogen. Mijn ideale
strip zou er een zijn zonder tekst, een die uitsluitend
bestaat uit beelden die voor zichzelf spreken. Die zin
is ongetwijfeld ingegeven door wat ik als kind las in
Polen. Ik knipte strips uit een Nederlands blad —
Cisco Kid van Salinas bijvoorbeeld — en
andere uit het Franse stripweekblad Vaillant.
Ik kon uiteraard geen van beide talen lezen en ontcijferde
de verhalen door me te baseren op de tekeningen. Dat was
een uitstekende leerschool die me leerde vertellen."
Over fumetti: "Ook vandaag nog blader
ik altijd eerst door een strip en lees ik pas de Franse
teksten als de tekeningen me fascineren. Het spijt me
dat we er nooit in zijn gelukt om op lange termijn Italiaanse
fumetti uit te geven. Ik hield erg van Dylan Dog
en Tex Willer, reeksen die door fantastische
tekenaars en geweldige scenaristen zijn gemaakt. Waarom
wordt dat hier toch buitengesloten?"
Over de natuur: "Ik begin met het
tekenen van een abstract decor, niet echt figuratief,
die stapje voor stapje realistisch wordt. Het belangrijkste
is een klimaat, een sfeer te creëren. In zekere mate
moet de lezer bij het bekijken van de platen zich een
wilde jungle inbeelden vol struiken en bevolkt door dieren.
Ik reken veel op de intelligentie, het talent van lezers.
Het is volstrekt onnodig om elk blaadje aan een boom te
tekenen, anders zie je de boom niet meer. En als je precies
een boom zou tekenen, zie je het bos niet meer. Je moet
de natuur aanvoelen, een omgeving en een rustpauze overbrengen.
De natuur is mijn natuur."
COMMENTAAR
BIJ PAGINA 9
Over
oude personages: "Ik was zo blij Zim, uit
De Blauwe Ziekte, terug te zien. Dat kleine vrouwtje,
een superschattige pygmee, maakte deel uit van de personages
die je uitvindt en die je daarna met plezier terugziet.
Het zijn als knipoogjes naar ons traject. Helaas duurt
haar terugkeer aan de zijde van Thorgal niet lang. Je
hoeft nog maar haar blik te zien om te begrijpen dat ze
stapelverliefd is op hem."
Over emoties: "Ik wou Zim heel knuffelbaar
maken, plakkend aan het lichaam van Thorgal die ze met
haar ogen verslindt. Die strook oogt vredig, het is een
oase van rust en tederheid vóór de nieuwe
confrontaties. Die lichaamsbewegingen komen spontaan.
Alles zit in mijn hart, in mijn buik, niet in mijn hoofd.
Zoals bij veel collega's, geoefende realistische tekenaars,
komen dingen instinctmatig bij me. Maar het overbrengen
van gevoelens is niet voorbehouden voor realistische verhalen.
Toen Régis Loisel Mickey Mouse opnieuw uitvond
(in Zombokoffie, red.) kwamen er veel emoties
voort in de loop van de pagina's."
Over inspiratie: "We vonden voor
het vreselijke beest inspiratie in foto's van indrukwekkend
reusachtige duizendpoten die mijn zoon Piotr naar ons
stuurde. Hij bezorgde ons ook foto's — een van zijn
passies — van angstaanjagende, magische en primitieve
bossen. Ik geloof dat in Polen een van de oudste bossen
staat, als het al niet het vroegste oerbos is."
COMMENTAAR
BIJ PAGINA 10
Over
Kuifje: "Thorgal heeft een baard sinds Het
Offer dat meer dan tien jaar geleden is verschenen.
Hij is geen Kuifje die in al zijn avonturen dezelfde,
ietwat belachelijke broek draagt en het hoofd van een
smiley heeft met altijd hetzelfde gezicht in gelijk welke
situatie waarin hij zich bevindt, onbeweeglijk, altijd
goed geschoren. Hoe kan je nu geloven in zijn verhalen?"
Over scheren: "Thorgal komt van
de ene heikele situatie in de andere zonder echt de tijd
te hebben zich te scheren. Met wat trouwens? Hij heeft
geen scheermes en zal zijn kin niet scheren met zijn zwaard!
Men zegt me soms dat hij bijna onherkenbaar is. Dat hoop
ik net. Laat zelf eens een baard groeien zoals de zijne
en kijk dan eens in de spiegel. Je zal jezelf ook niet
herkennen."
Over geloofwaardigheid: "In feite
start alles bij het scenario. Ik ben altijd op zoek naar
een maximale geloofwaardigheid zodat de lezer zich met
het personage kan identificeren. Daarom is Thorgal
voor mij vooreerst een realistisch verhaal met echte problemen
die in elke familie zouden kunnen gebeuren. Dat is veel
belangrijker dan enkele magische trucjes."
Yann over sf: "Men vraagt me soms
waarom ik een beetje sf in Thorgal binnenloods.
Zonder daar een groot fan van te zijn, hield ik van de
wachter in De Meester van de Bergen. Zoals de
personages in Paul Andersons Avontuur in het Verleden
komen en gaan de andere wachters zonder al te veel over
hun wereld te vertellen. Sf vanuit dat standpunt zou me
kunnen interesseren."
COMMENTAAR
BIJ PAGINA 1
Over
terug naar de oude tekenstijl: "Lezers waren
verrast door mijn rechtstreeks kleurgebruik in het vorige
album Het Scharlaken Vuur. Het was soms lastig
om de platen te schilderen, maar daar is een reden voor:
ik heb die aflevering gemaakt onder medische behandeling.
De dokters konden me niet verzekeren dat ik het zou kunnen
voltooien. Sindsdien drukten mijn zoon Piotr, mijn uitgever,
iedereen me erop terug te keren naar mijn oude tekenstijl.
Ik heb nog altijd dezelfde gevoeligheid in de vingers,
dezelfde precisie, maar ik geloof niet dat ik nog in staat
ben terug te keren naar de tekenstijl van de eerste albums."
Over illustraties: "Maar ik heb
vooral zin om illustraties te maken, schilderijen op dubbele
pagina's, zonder tekst of dialoog. Zoals ik met Jean Van
Hamme heb gedaan in ons one-shot Western. Die
vijf dubbelpagina's vol sfeer, natuur, een kerkhof, een
straat vol leven voor een saloon, enzovoort, gaven ritme
aan dat complete verhaal van 64 pagina's."
Over herdrukken: "Ik stel me bijvoorbeeld
graag een herdruk voor van alle Thorgal-albums
— wat mijn uitgever wel zal bevallen — met
in elk album vier onuitgegeven dubbelpagina's. Ik weet
niet of een andere tekenaar dat al heeft gedaan. Dat trekt
me al lange tijd aan. Grote illustraties met grote ruimtes
om het verhaal ademruimte te geven. Ik heb altijd graag
boeken geïllustreerd. Ik ben in de stripwereld terechtgekomen
en ben er niet meer uit weggegaan omdat de lezers en mijn
uitgever me niet lieten gaan, maar in mijn ziel ben ik
een illustrator."
Onderstaande
bijdrage van Jean-Pierre Fuéri verscheen
eerder in het Franse stripmaandblad Casemate
nummer 95 van augustus-september 2016.
COMMENTAAR
BIJ PAGINA 5
"Thorgal
is terug. In eerste instantie is dat in een delicate
positie. Ik concentreer me op de efficiëntie
van de plaat. Mijn zorg bestaat uit het zo professioneel
mogelijk maken van een scène. Dit is een
van de eenvoudigste die ik ooit heb gemaakt. Ik
voel geen enkele emotie als ik dramatische scènes
teken. Het is theater! Het stripverhaal verhoudt
zich meer met het theater dan met films. Mijn personages
zijn acteurs op platen."
COMMENTAAR
BIJ PAGINA 6
"Ik
was er slecht aan toe toen ik deze plaat tekende.
In het ziekenhuis kon ik enkel het storyboard tekenen,
mijn geliefkoosde werk. Ik druk me daarbij vrij
uit, met open geest, en vanuit het hart. Het storyboard
is poëtisch, eenmalig, nooit voltooid, ver
van het arsenaal aan technische problemen. En niemand
beoordeelt me dan op die tekeningen. Mijn storyboard
is heel uitgewerkt. Mijn zoon en de uitgever willen
dat graag gebruiken, je krijgt het misschien nog
te zien."
COMMENTAAR
BIJ PAGINA 7
"Een
kleine herinnering aan de aanwezige partijen want
na de vorige aflevering zijn er vele maanden verstreken.
Ik teken graag scènes met menigtes. Enkele
elementen moesten op deze plaat nog gepreciseerd
worden. Let erop dat behalve de gekende personages
in het verhaal er geen enkel gezicht nauwkeurig
is weergegeven. Hetzelfde geldt voor de grote gevechtscènes.
Ik laat aan de lezer graag de mogelijkheid om zich
zijn eigen verhaal via het onze in te beelden."
COMMENTAAR
BIJ PAGINA 8
"Door
magie komt Aniël aan het woord, hij is tien
jaar ouder. Daar ging ik niet mee akkoord. Hij is
bestolen van zijn mooiste tijd, de kindertijd. Ik
had een andere oplossing voorgesteld: een valse,
meer volwassen Aniël. Dat was mogelijk door
de badscène in het vorige album. De jongere
versie zou dan nog altijd bestaan en in handen zijn
van de rode magiërs. Dat vond ik veel interessanter.
Maar ik kon niemand ervan overtuigen. Nu is het
te laat."
COMMENTAAR
BIJ PAGINA 9
"Ik
hou niet van magie, het is een lapmiddel voor scnaristen
die een gebrek aan verbeelding hebben. Ik heb liever
concreetheid. Denk je dat het makkelijk is om een
politieroman te schrijven met een onverwacht en
geloofwaardig einde? Nee, dat is werken. Door het
magische aspect hou ik niet van het heroïc
fantasygenre. Ik herinner me nog dat ik aan Jean
Van Hamme vroeg om minder en minder magie in Thorgal
te gebruiken. Doorblader maar eens de oude albums,
je zal zien dat hij er rekening mee hield."
COMMENTAAR
BIJ PAGINA 10
"Ik
breng niet graag het afhakken van hoofden in beeld.
Dat geëtaleerde geweld overal stoort me. Men
vergeet dat Thorgal in de eerste plaats
een familiehistorie is, daar verwacht de lezer zich
aan. Wij, schrijvers, filmmakers, schilders, alle
auteurs van beelden zijn verantwoordelijk voor dit
soort geweld. Ik ben ervan overtuigd dat het geen
vraag is van het publiek, maar hij heeft geen keuze.
Zelfs goede films worden vaak de nek omgewrongen
door onnodig geslachtsverkeer."
COMMENTAAR
BIJ PAGINA 11
"Ik
toon dus geen onthoofdingen, maar wel hoofden en
bloed. Daar ben ik toe verplicht. Al die horror
komt door de zombiehype. Ik haat hypes! Hypes gaan
voorbij. Ik toon liever menselijke gevoelens. Zoals
Thorgal op deze plaat die geschokt is door de uitspraak
van zijn zoon dat Thorgal niet van hem hield. Op
het gevaar af belachelijk over te komen in de ogen
van sommigen zijn liefde, trouw, verantwoordelijkheid
en eer voor mij superbelangrijke waarden."
COMMENTAAR
BIJ PAGINA 16
"Ik
had liever pagina 15 besproken met de illustratie
die uit een prentenboek lijkt te komen. Maar goed.
In deze periode werkte ik half thuis en half in
het ziekenhuis waar ze me probeerden te redden.
Ik heb de laatste prent volledig veranderd. Het
was eerst een binnenzicht waarin je alleen de kantelen
zag. Xavier Dorison had gelijk door me Bag Dadh
in vlammen te tonen. Op zijn vraag heb ik ook enkele
ladders getekend om aan te tonen dat het om een
belegering gaat."
COMMENTAAR
BIJ PAGINA 17
"Zich
bekeren of sterven. Hier bieden de christenen die
keuze aan de muzelmannen... Ik ben er geen grote
voorstander van om elementen uit oude albums opnieuw
te gebruiken, zoals deze vliegende schepen uit Qâ,
maar ik begrijp waarom Xavier het heeft gedaan.
Daardoor kunnen onze personages vluchten uit Bag
Dadh. Het is geoorloofd. Zoals Jean Van Hamme zei:
we maken strips, dus kunnen we alles wat we willen
inbeelden..."
COMMENTAAR
BIJ PAGINA 18
"...
waarom dan geen sneeuw in Bag Dadh? Ik teken heel
graag historische scènes, grote gevechten.
Ik kon The Great War van Joe Sacco wel
waarderen. Dat fresco deed me denken aan Dans
la Rome des Césars van Gilels Chaillet.
Maar ik verkies een close-up van Thorgals blik boven
een orgie van lijken. Ogen kunnen zoveel vertellen.
Door het wat bij te werken, heb ik de belichting
in de laatste twee prenten aangepast. En ik ben
er misschien nog niet mee klaar."
COMMENTAAR
BIJ PAGINA 19
"Ik
heb een beetje realisme in deze scène gebracht.
Zou jij zomaar van zo hoog in het water springen?
Ik heb daarom touwen en doeken voorzien die hun
sprong uitstellen en waardoor ze kunnen zien waarin
ze terechtkomen, in het water of op de rotsen. Ik
probeer de fantasie van scenaristen geloofwaardig
te maken. De gebarricadeerde deur zal door de rode
magiërs vernield worden. We hadden misschien
een realistischer idee moeten vinden om tot dit
resultaat te komen.
COMMENTAAR
BIJ PAGINA 26
"Ik
wist niet zo goed wat ik met die gaten in het gewelf
moest doen, hier in de kamer van Aniël en wat
verder in het verhaal als ze vluchten. Ik lokaliseer
graag de lichtbron. Een magisch vuur doet het gewelf
dus instorten. Maar wat daarna? Al die vallende
stenen zouden op de hoofden van de arme Thorgal
en Aniël moeten vallen! Heeft de scenarist
daar niet aan gedacht? Dat gebeurt af en toe."
COMMENTAAR
BIJ PAGINA 27
"Kijk,
ik denk eraan dat er geen touwen van de vliegende
schepen op de binnenkoer uitkomen. Bij herlezing
valt je altijd wel iets op. Ik zal ze nog tekenen
(uiteindelijk heeft hij dat niet gedaan, red.).
Ik ben niet tevreden over het zwaard van de beul
dat Thorgal heeft gepakt. Ik heb aan een hele reeks
ander zwaarden gedacht en uiteraard, zoals gewoonlijk,
koos ik het slechtste model. Je kan aan de vorm
niet zien waarom dat zwaard beter geschikt is dan
een gewoon lemmet om beter hoofden af te hakken."
COMMENTAAR
BIJ PAGINA 28
"Eén
enkele pijl van Petrov doorboort twee kerels. Met
welk wapen is dat mogelijk? Laten we het houden
op een kruisboog. As ik er beter op let, heb ik
spijt. Het ziet er allemaal primair uit, niet nauwlettend
uitgewerkt. Je voelt dat er geen documentatie aan
te pas kwam. Langs de andere kant ben ik geen ingenieur
en ons Bag Dadh is een fictieve wereld. Ik hoed
me voor muggenzifters: daar correspondeer ik niet
mee en ik geef mijn mailadres niet aan hen."
COMMENTAAR
BIJ PAGINA 29
"Ik
val misschien in herhaling, maar ik ben ook niet
tevreden over de paarden. Het enige wat me troost,
is dat ik het album kon voltooien in onmogelijke
omstandigheden, tussen het wisselen van een scenarist
en mijn verblijf in het ziekenhuis. Het zicht van
de brandende stad is volgens mij wel geslaagd. Let
op de bladschikking met drie klassieke stroken.
Over het algemeen houd ik me daaraan. De lezer heeft
er nood aan om ons te volgen in een kader dat niet
de hele tijd verandert."
COMMENTAAR
BIJ PAGINA 30
"Nadat
ik deze plaat had afgewerkt, heb ik een volledig
andere versie bedacht. Op de eerste versie zie je
Thorgal vechten met zijn tegenstander die valt en
zich op een hekken spietst. Nu komt Lehia tussenbeide
en doodt de slechterik. Daar is een goede reden
voor. Ik ben gehecht aan dit meisje en ik zie haar
in de toekomst wel als partner van Jolan. Daar dacht
ik al aan toen ik haar voor het eerst tekende. Het
was dus een goed idee om haar hier uit te spelen."
COMMENTAAR
BIJ PAGINA 31
"De
feeks Salouma pleegt in koelen bloede een moord.
Ik weet niet wie die vrouw is en waar ze voor dient.
Ik hou niet van haar. Er is werkelijk te veel volk
in deze cyclus. Ik heb liever verhalen op een historische
achtergrond met slechts enkele personages. Een held
en zijn vrouw, een heldin en haar man. En een slechterik.
Want het is pas goed als er een slechterik is. Als
je te veel mensen toevoegt, dwaal je onvermijdelijk
af."
Onderstaande
bijdrage van Jean-Pierre Fuéri
verscheen eerder in het Franse stripmaandblad
Casemate nummer 64 van november 2013.
COMMENTAAR
BIJ PAGINA 20
Over
golvend papier: "Ik kon voor een keer een
tijdlang Vikings en stormen achter me laten en de eerste
plaat die jullie me laten zien is een drenkeling, maar
dan in het zand! Het is eens wat anders. Deze scène
viel niet mee. De perspectieven overtuigden mijn zoon
Piotr niet. Door de meerdere verflagen begon het papier
te golven wat het inscannen ervan bemoeilijkte. Het deert
me niet, mislukte tekeningen, mislukte kleuren, dat is
materie waarmee je kan werken. En dekkende kleuren geven
een absolute vrijheid. Onder het zand komen imperfecties
terug. Ze maken deel uit van de materie, aan de schaduwen,
ze geven meer realisme."
Over de eerste indruk: "Ik werk
altijd per dubbele pagina’s. In een boekenwinkel
open je een album en zie je twee pagina’s in zijn
geheel. Het is de eerste indruk die telt, die je de zin
geeft of niet om het boek te kopen."
Over literatuur: "Yves Sente bezorgt
me een compleet scenario dat ik altijd als een roman lees
en niet als een opeenvolging van prentbeschrijvingen.
Ik lees een roman en die illustreer ik. Dat is alles.
Ik voel me nauwer verwant met literatuur dan met een stripscenario."
Over grote vegen: "Ik maak geen
enkele potloodschets meer. In het begin van mijn carrière
waren die al summier, hun sporen gaf me bijkomende materie
zoals hierboven beschreven. Tegenwoordig leg ik met grote
vegen met grote penselen vast hoe de algemene sfeer er
voor elke dubbele pagina uitziet. Je kan er voorbeelden
van zien in de indrukwekkende monografie die aan me is
gewijd (verschijnt in december bij Le Lombard, red.)."
COMMENTAAR
BIJ PAGINA 21
Over
zijn dieet: "Met Yves Sente discussieer
ik over de omgevingen die ik in de volgende Thorgal-albums
graag zou behandelen. Ondanks mijn 72 jaar blijf ik optimistisch!
Normaal ook, want ik kom net terug van een vakantie in
Polen en ik voel me heel goed in mijn vel. Ik ben vijftien
kilo kwijt dankzij een dieet van groenten en fruit. In
het begin was het zwaar om het vol te houden, maar je
wordt het gewoon. Ik voel me heel goed met mijn buikje!
En ik ben niet alleen. Ik las in Casemate dat
Didier Conrad zienderogen vermagerde voordat hij Asterix
aanpakte. Wat Yves Schlirf betreft, de uitgever van Dargaud
Benelux, hij is pas veranderd, je herkent 'm bijna niet
meer!"
Over licht: "Het grootste deel van
mijn inspiratie zocht ik bij de gevoeligheid van de oosterse
schilders uit die tijd. En in hun schitterende lichtspel.
Ik ontving net de eerste exemplaren van deze Thorgal.
Onderweg gaat er altijd min of meer licht uit mijn tekeningen
verloren, maar het resultaat is aanvaardbaar."
Over realistische tekenaars: "Ik
voel me goed bij de tekenaars van De Werelden van
Thorgal, met Giulio de Vita en Roman Surzhenko. Deze
laatste is een wonderkind, misschien de beste realistisch
tekenaar van het moment. Ik hou ook van het werk van Philippe
Delaby die me opvolgde voor De Klaagzang van de Verloren
Gewesten. Dat is mijn familie. Uiteraard zijn er
andere fantastische realistische tekenaars, maar zij leggen
zich toe op de huidige maatschappij, wat me tegenhoudt
om helemaal in hun verhalen te geloven."
Over geld: "Ik heb me nooit de vraag
gesteld hoeveel ik verdien. Mijn vrouw onderhandelde met
de uitgever. Ze zei me: 'Het is al lang geleden dat je
tarieven werden aangepast, we moeten daarover discussiëren!'
Tegenwoordig (Rosinski's echtgenote overleed in 2009,
red.) regelen mijn kinderen mijn zaken. Als ik aan
geld denk, kom ik niet aan werken toe."
COMMENTAAR
BIJ PAGINA 22
Over
dromen delen: "Ik heb tonnen documentatie
over de oosterse stijl, de kledij. Nochtans is er niets
dat echt uit deze periode stamt. Ik laat me inspireren
door de sfeer die de documentatie oproept en ik doe de
ronde. Uiteindelijk bewaar ik niets in mijn werkkamer,
behalve souvenirs. Waarheid is niet het belangrijkste.
Ik vind liever een wereld uit, ik geef liever leven aan
personages en ik maak het verhaal liever geloofwaardiger.
Daarom teken ik niet graag onze beschaving. Iedereen tekent
die! Ik deel liever mijn dromen met de lezers."
Over minischilderijen: "Men zegt
me dat sommige van mijn prenten doen denken aan schilderijen.
Maar heeft men al schilderijen gezien van twee centimeter
op acht? Nee. Ik beschouw ze ten hoogste als ideeën
voor schilderijen die ik graag, soms, zou herwerken op
groot formaat. Die droom realiseer ik misschien nog, afhankelijk
van mijn levensduur."
Over herinneringen: "Ik wil niet
dat men me zegt dat mijn verhalen goed getekend zijn.
De klare lijn, dat is goed, maar je ziet meteen dat het
om een tekening gaat! Ik wil integendeel dat je opgaat
in mijn tekening, mijn beelden, en dat je veel later niet
meer goed weet of het om een herinnering uit een film,
roman of een strip gaat."
Over de laatste afwerking: "Dikwijls
zou ik vroeger willen stoppen met mijn werk. Je ziet zeer
snel wat er van belang is. Ik moet me eraan herinneren
dat mijn beelden geen schilderijen zijn, ook al worden
ze in die geest gemaakt. Beginnen aan de laatste afwerking
lukt me steeds moeilijker omdat ik het overbodig vind.
Ik vrees altijd dat ik er mijn dynamiek door verlies,
die vrijheid die ik voel bij het schilderen van grote
lijnen die er zo'n beetje om het even hoe en waar op komen
te staan, maar die in feite heel vastgelegd zijn."
COMMENTAAR
BIJ PAGINA 23
Over
grote prenten: "Over het algemeen teken
ik drie stroken per pagina, maar af en toe las ik graag
een grotere prent in of zelfs een volledige pagina. Ze
laten het toe de uitstraling van het gehele boek samen
te vatten en ze verrijken de beeldende rijkdom. Herinner
je je nog datik in Western vijf tekstloze pagina's inlaste
op dubbele pagina's?"
Over dromen: "Ik heb dromen... Daarom
heb ik altijd een Thorgal-canvas bij de hand.
Ik werk er af en toe aan om mijn penselen schoon te maken
om geen verfresten te hebben. Ik heb dromen... Uiteraard
kunnen die schilderijen verzameld worden in een portfolio,
maar ik zou op een dag graag een herdruk zien van Thorgal
op groot fomaat waar die schilderijen in opgenomen kunnen
worden. Helaas hangt dat niet echt van mij af. Dromen
botsen met de werkelijkheid. Het is niet makkelijk om
te maken wat je in je hoofd hebt. De klassieke manier
van uitgeven bevalt me, maar met mijn tekentechniek worden
de zonnen die ik vormgeef kleine gloeilampjes!"
Over het gevaar van signeren: "Ik
heb een groot probleem aan mijn hand gehad. In Angoulême
beging ik op een dag devergissing om in te gaan op een
signeersessie 's morgens en 's namiddags. Mijn hand begon
op te zwellen door urenlang en zonder pauze noodgedwongen
dezelfde handbewegingen uit te voeren, onder druk van
lezers. Die handicap duurde zes maanden, ik werkte zo
goed en zo kwaad als mogelijk met die hand vol miserie.
Men heeft het tegen auteurs niet genoeg over de gevaren
van het signeren. En dat alles om hun tekeningen te koop
terug te vinden op internet! Nu ben ik hersteld. En zolang
ik aan de slag kan met minstens drie vingers ga ik ermee
door."
Onderstaande
bijdrage van Frédéric Bosser
verscheen eerder in het Franse stripmaandblad
dBD nummer 69 van december 2012.
Illustratie
voor Academie voor Schone Kunsten (1960)
"Om me te amuseren, tekende ik mijn medestudenten
aan de richting Schone Kunsten in Warschau. Ik sta ook
in beeld, maar niemand herkent me... (de liggende persoon,
red.) Ik was superslank! (lacht) Ik heb nog steeds
contact met meerdere onder hen. Sommigen maakten carrière
in het métier, anderen zochten andere horizonten
op..."
Coverillustratie
voor eerste Thorgal-roman (2009)
"Deze illustratie werd gemaakt voor de eerste Thorgal-roman,
Enfant des Étoiles, geschreven door Amélie
Sarn naar de reeks Thorgal. Ik vind het jammer
dat dit project werd stopgezet na slechts twee delen.
Ik maak graag dergelijke illustraties waarbij ik kan spelen
met de voor- en achtergrond. In één beeld
vat ik een verhaal samen."
Angst
voor het witte blad, collectieve portfolio, uitgegeven
door RTBF Namur en BD Durbuy (1985)
"Deze tekening maakte ik bij mijn aankomst in België
voor een collectieve portfolio. We moesten tekenen wat
ons bang maakt. Ik ben er trots op dat ik hetzelfde idee
had als de grote André Franquin."
Coverillustratie
voor Diadem Tamary (1968)
"Mijn eerste stripverhaal! Kapitein Zbik is een heel
bekend personage in Polen. De censuur wilde deze cover
verbieden, ze beweerden dat de politieman zijn pet niet
op had, voor hen een symbool van macht. Ik heb hen geantwoord
dat ik er die best bij wilde tekenen op voorwaarde dat
hij werd gevloerd, wat nog erger voor hen was. Uiteindelijk
won ik het pleit en werd dit beeld gepubliceerd..."
Illustratie
voor het cd-boek Le Petit Lutin Noir voor kinderen
(2006)
"Een beeld uit het kinderboek dat bij uitgeverij
Alice verscheen. Een schattig sprookje. Ik denk zelfs
dat het in dit genre een van de mooiste boeken is dat
ik al heb mogen lezen. Nadat ik het heb gelezen, stelde
ik aan Philippe Malempré voor om het te illustreren.
Als de kans zich voordoet, dan wil ik dit nog wel eens
doen. Het spijt me alleen dat het slecht is gedrukt en
dat de kleuren niet het niveau behalen van de originelen."
Childeric
II en Zijn Leger, muurschilderij voor Koninklijke Musea
voor Kunst en Geschiedenis, Brussel (2009)
"Een van de drie schilderijen in opdracht van de
Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis. Ik stelde
Childeric II en zijn leger, de doop van Clovis en een
Merovingische dorpsscène voor. Dit dateert uit
de periode waarin ik er niet meer in slaagde strips te
maken. Mijn enige oplossing bestond erin me helemaal te
verliezen in het schilderen. Het is een historisch schilderij
op groot formaat zoals ik ze graag schilder. En als je
goed kijkt, dan vind je Thorgal..."
Coverillustratie
voor de integrale editie van De Klaagzang van de Verloren
Gewesten (2007)
"Ik ben dol op dit zeer minimalistisch beeld. Het
roept een herinnering op, dat van een jong meisje op wie
ik verliefd werd op mijn veertiende. Ik heb haar gezicht
uit het hoofd getekend. Later vond ik een foto van haar
terug en ik zag dat ik me niet had vergist bij het weergeven
van haar. Het enige verschil is dat ze zwart haar had,
maar dat wist ik al! (lacht)"
Personagestudies
voor De Chninkel (1986)
"Voordat ik aan De Chninkel begon, kreeg
ik de opdracht om het universum van Tolkien te illustreren,
maar het kwam er niet van door de erfgenamen! De eerste
voorstudies heb ik gebruikt voor schetsen van De Chninkel.
Ik benadruk dat Jean Van Hamme me geen enkele aanwijzing
gaf voor de personages die ik uiteindelijk makkelijk heb
kunnen ontwerpen."
Zelfportret
(2004)
"Dit heb ik gemaakt voor een retrospectieve in de
Conciergerie van Parijs. De tekening is er erg op gesmeten.
Mijn smoel interesseert me niet en ik ben geen liefhebber
van zelfportretten. (lacht) Da's ook de reden
waarom ik me niet scheer."
Schilderij
voor het boek L'Illustration Universelle des Droits de
l'Homme (2006)
"Indien mogelijk, spendeer ik graag mijn tijd aan
goede doelen zoals mensenrechten of Amnesty International.
Dankzij dergelijke giften kunnen deze instanties scholen
bouwen of hulp verlenen aan hulpbehoevenden."
Coverillustratie
voor De Herinnering aan Abraham deel 1 (2009)
"Ik ben dol op historische... en theologische schilderijen.
Ik heb met plezier deze opdracht van uitgeverij Casterman
aanvaard. De personages beneden heb ik met vlekken gesuggereerd.
Ik ben geen fan van fotografische details en ik hou er
niet van om details en een beweging in een minifractie
van een seconde vast te leggen. Ik suggereer liever vormen
en algemene bewegingen. Daardoor staat het de toeschouwer
vrij om de details in te beelden die hij wil. Jammer dat
de serie na twee delen stopte. Er waren er tien voorzien
en ik had de andere coverillustraties al in mijn hoofd."
Eerste
voorstudies voor Thorgal
"Dit zijn mijn allereerste voorstudies voor de reeks
Thorgal op basis van de opgeschreven elementen
die Jean Van Hamme me bezorgde. Ik maak eigenlijk weinig
potloodschetsen en het merendeel van mijn personages vond
ik meteen uit en vertrouwde ze rechtstreeks toe aan het
papier. Je kan nog zoveel schetsen ter wereld maken, maar
als ze niet van toepassing zijn voor het te vertellen
verhaal dienen ze tot niets. Dat is de reden waarom mijn
personages voortdurend evolueren en waarom ze er niet
exact hetzelfde uitzien van de ene prent in de andere."
Coverillustratie
voor het THorgal-buitenreeksalbum Het Ontstaan van de
Werelden (2012)
"Ik heb geprobeerd de serie samen te vatten in één
illustratie. Ook hier speel ik heel instinctief met de
voor- en achtergronden (zie ook het tweede beeld in deze
portfolio, red.). Ik leer dagelijks bij over de compositie
van een beeld. Het is amusant om in de twee beelden op
te merken hoeveel de Thorgal-familie is uitgebreid
in de loop van de jaren. Met Jean hebben we een complete
wereld en universum ontwikkeld. Daar ben ik heel trots
op, vooral nu andere teams het voortzetten."
Coverstudie
voor De Werelden van Thorgal: Kriss van Valnor 1 (2010)
"Dit is een tussenstap vooraleer de definitieve cover
er kwam. Het is de eerste cover in De Werelden van
Thorgal. Iedereen was tegen ons toen we met Yves
Sente en mijn kinderen beslisten om dit concept te ontwikkelen
dat ik al vele jaren in gedachte had. Omdat onze uitgever
het idee fel bekritiseerde, demotiveerde me dat. Ik heb
het nooit gehad voor makkelijke zaken. Vandaag staat iedereen
achter De Werelden van Thorgal en de verkoop
is goed."
Coverstudie
voor de integrale versie van De Wraak van Graaf Skarbek
(2008)
"Dit is het beste wat ik ooit heb gemaakt, uiteraard
na mijn kinderen! Dit is de eerste keer dat ik mezelf
kon zijn. Omdat niemand deze stijl van me verwachtte,
genoot ik van een totale vrijheid voor dit project. Dat
had al het geval kunnen zijn voor De Chninkel als
men ervoor had gekozen het te presenteren in de vorm van
een graphic novel en niet als een stripalbum. Voor Skarbek
werkte ik op grote formaten, prent per prent. Ergens heb
ik er mijn fysieke manier voor tekenen mee bevrijd. Mijn
zoon zegt me dikwijls dat mijn enige beperking het blad
is..."