Alle bijdragen van Geert De Weyer aan de rubriek De Commentator bundelen we op deze pagina.

Klik verder naar de volgende onderwerpen:
15/11/2014 Geert De Weyer over de Antwerpse Boekenbeurs
 
Geert De Weyer over de Antwerpse Boekenbeurs
15/11
TOP
Onderstaand opinieartikel verscheen op 12 november 2014 in De Morgen. Journalist Geert De Weyer oogstte er heel wat bijval mee van tal van mensen in het vak en wilde het artikel ook delen met de lezers van De Stripspeciaalzaak.

Strips op de Boekenbeurs: Nou Moe!

"Gisteren werd Album 26 van De Kiekeboes op de Boekenbeurs uitgeroepen tot Beste Belgische Strip. En hoe goed ik dat album ook vind, de manier waarop alle strips er over dezelfde kam werden geschoren, wekt ergernis op.


Eindelijk. Nadat de negende kunst op de Boekenbeurs jarenlang stiefmoederlijk werd behandeld, genegeerd zelfs, zou dit jaar het beeldverhaal er centraal staan. Menig stripliefhebber wreef zich in de handen bij de gedachte aan alle komende, fijne initiatieven. Signerende internationale grootmeesters, verhitte debatten, te bezoeken exposities. De strip zou serieus genomen worden.

En toen opende de Boekenbeurs haar deuren. Onder meer twee stripwinkels mochten er mekaar in twee verschillende hallen beconcurreren en dezelfde boeken verkopen als de distributeur een hal verderop. Een stripveiling en -taxatie werd georganiseerd en in de grote inkomhal kondigde een muur de wedstrijd De Beste Belgische Strip aan.

Die muur, vol covers van genomineerde albums, gaf me geen goed gevoel. Een hooggeplaatst iemand uit de stripuitgeverswereld pikte dat op en wist te vertellen dat Boek.be een koele minnaar was gebleken in de aanloop naar het stripluik op deze Boekenbeurs.

De volgende dagen werd het alsmaar duidelijker: de manier waarop de Boekenbeurs strips als hoofdthema integreerde, getuigde allesbehalve van liefde voor het beeldverhaal. Vijftien jaar geleden was ik hier misschien relatief blij mee geweest zijn, want toen wisten we niet beter en moest het publiek nog 'opgevoed' worden. Ik ben best wel realistisch. Maar anno 2014?

Respect
Dat er een initiatief als De Beste Belgische Strip wordt gehouden is leuk, maar met de keuze van deze genomineerden werd de strip in één klap gedegradeerd tot één pot nat. Alles over dezelfde kam scheren, daar waren we toch al van afgestapt? Het verschil tussen een graphic novel of literaire strip, een (commerciële) volwassenenstrip en een (commerciële) kinderstrip was ondertussen toch duidelijk? Kom op. Niet zo op de Boekenbeurs, zo bleek.

Ach, ook ik heb de beste herinneringen aan het genomineerde Jommekesalbum De Koningin van Onderland, maar mijn striphart bloedt als ik het genomineerd zie staan naast Toen David Zijn Stem Verloor, een graphic novel van Judith Vanistendael over de gevolgen van larynxkanker. Alsof je plots tussen de Oscarnominaties voor Beste Film naast Milk of Schindler's List aflevering 138 van Buren ziet staan. Dat doet men niet, want er is een kwaliteitsverschil. Wanneer volgend jaar het beste Belgische boek wordt verkozen, nomineren we dan Hugo Claus' Het Verdriet van België naast Het Grote Aquariumboek en Lannoo's reisgids over Toscane? Nee, dat doen we niet in het boekwezen, want het zou getuigen van weinig respect.

Dus maken we een onderscheid. Uit respect. We durven verdorie zelfs een specifiek genre te onderscheiden: thriller en literaire thriller. Het is een begrip geworden. Een kwaliteitsoordeel, zo u wil. Het was precies dat wat voormalig stripredacteur Hans Enters van Atlas in 2001, nog voor De Bezige Bij met Oog & Blik in zee ging, al in gedachten had bij de lancering van hun zogenaamde 'literaire strips'.

'Die term ontstond bij gebrek aan beter', zei hij in deze krant. 'Het was om een onderscheid te maken tussen de klassieke strip zoals die tot nu toe in ons land bekend is. Het is een term naar analogie van de literaire thriller. Ook met die term lok je een ander publiek en distantieer je je van de gewone thriller.' Een ander publiek lokken, zich distantiëren... Precies datgene wat op de voorbije Boekenbeurs uit het raam werd gekieperd.

Van een zwaar gesubsidieerde organisatie als Strip Turnhout, die met het overigens zeer respectabale stripinfoblad Stripgids het beeldverhaalluik op deze Boekenbeurs mee vorm gaf, verwacht ik heel wat beter. Het is niet dat ze niets kunnen — in het zich laten subsidiëren zijn ze bijvoorbeeld erg goed — maar dit was huilen met de pet op. Bij enkele stripuitgevers, die zowel de pet droegen van vragende partij als die van medeorganisator, klonk terecht gemor. Op de organisatie, de partners en Boek.be.

Gemiste kans
Vraag is of de stripwereld blij moet zijn met de perceptie rond strips die hier werd gecreëerd. Tienduizenden potentiële (strip)lezers zijn de vitrine die de Boekenbeurs is voorbijgelopen, zonder iets te hebben meegepikt van de strip, zijn evoluties, zijn kunst, zijn diverse benaderingswijzen, technieken en thematieken... Waarom toch? En is de strip niet bij uitstek een visueel medium, in veel gevallen zelfs een visueel spektakel? Wel, doe daar dan iets mee! Deze tak van het boekenwezen op eenzelfde manier benaderen en etaleren als de rest van het boekenvak, met interviews, signeersessies of wedstrijdjes, getuigt van weinig initiatief en creativiteit.

Of Album 26, het zesentwintigste deel van De Kiekeboes uit 1984 nu al dan niet de terechte laureaat is van De Beste Belgische Strip, laten we in het midden. Belangrijk is evenwel dat auteur Merho met dat album net dolde met de stereotypen en clichés uit de stripwereld. In het verhaal vielen stripdecors om, trachtten de hoofdpersonages hun eigen verhaal te schrijven of pasten ze niet binnen de kaders. Dat uitgerekend die inventieve strip het concours won op deze grijze, weinig stripinitiatiefnemende beurs, is bijna cynisch.

Wellicht, beste lezer en Boek.be-lid, schrijft u me af als een ontevreden zeur die zelfs durft te klagen nu de Boekenbeurs eindelijk eens initiatief neemt. Beter iets dan niets, dat soort onzin. Wel, liever zie ik de volgende jaren minder en beter rond strips op de beurs, dan veel en ondoordacht. Het is 2014. De stripclichés mogen er eindelijk uit."

— Geert De Weyer