Onderstaande
bijdrage van Paul Giner verscheen
eerder in het Franse stripmaandblad Casemate
nummer 97 van november 2016. |
|
Over de uitdaging: "Het was een uitdaging
om de algemene stijl van mijn Robbedoes-avontuur
vast te leggen. Ik wist dat het minder humoristisch zou
worden dan de Robbedoes van Franquin, maar ook
niet helemaal realistisch. Uiteindelijk ben ik niet ver
verwijderd van Ragebol na alles wat ik sindsdien
heb geleerd."
Over de fijnafstelling: "Het is
niet de eerste keer dat ik Robbedoes teken. In Portraits
Héroïques (een Franse hommageboek met
illustraties van tientallen bekende stripfiguren door
Frank Pé, red.) moest hij er echt uitzien, realistisch,
met lichteffecten. Hier moest hij doen denken aan het
personage uit de stripserie en toch een wat nieuwe persoonlijkheid
hebben. Heel wat fijnafstelling dus! Over het algemeen
vind ik mijn personages niet door mijarden schetsen te
maken, maar door na te denken, door ze van binnenuit te
scheppen."
Over de locaties: "Dankzij deze scène
kon ik heel wat mooie prenten maken met vier verschillende
locaties: een bos, een kunstmuseum, een zwembad met jacuzzi
en een wandeling door de straten van Brussel zoals op
de volgende plaat. Het juiste beeld uitzoeken is als het
schrijven van een gedicht: je moet de juiste elementen
kiezen en erop toezien dat de details, maar ook het geheel,
een emotie teweegbrengen die kloppen met de richting van
het verhaal. Ik werk met foto's die ter plaatse zijn genomen,
maar ik hou er ook van de dingen te vervormen, collages
te maken en ze om te werken zodat de beelden dichtheid
krijgen. Voor de prent met de straat, dichtbij de Grote
Markt van Brussel, heb ik huizen verplaatst, het licht
veranderd, gespeeld met de hoogte van de grond om een
indruk te geven die je in realiteit niet terug zal vinden.
Het is een compressie van Brussel."
|
Over de keuze voor Zidrou: "Mijn eigen scenario
stond volgens mij niet op punt. Ik benaderde Yann, Makyo
en andere scenaristen om me te helpen opschieten. Toen
ik Lydie van Zidrou en Jordi Lafebre las, overtuigden
de gevoeligheid en de emoties die ik erin terugvond me
ervan dat mijn verhaal een interessante vorm zou krijgen
met de hulp van Zidrou. We raakten op elkaar afgestemd,
zowel persoonlijk als professioneel. Kwabbernoot confronteren
met het probleem kaalhoofdigheid was een van zijn ideeën.
Ik ben dol op zijn uitspraak in het begin van zijn verhaal:
Het is zo makkelijk om iemand de les te lezen als je een
kop vol har hebt als jij!'"
Over Noë: "Ik had een probleem
om me het personage Noë toe te eigenen. Franquin
maakte van hem een heel humoristisch personage, met een
lange neus die naarboven krult en een peervormig hoofd.
Hem een beetje ouder maken, maar nog wel zijn karakter
behoudend, maakte de taak voor mij veel gemakkelijker.
Voor de creatie van nieuwe personages zoek ik tot het
juist zit, tot er een klik komt, zonder me tevreden te
stellen met een halfslachtige oplossing of een compromis.
Je ziet nooit een gemakkelijkheidsoplossing bij Franquin!"
Over beweging: "Franquin stelt zodanig hoge
eisen aan dynamiek dat alles de hele tijd leeft en beweegt
op zijn platen. In QRN op Bretzelburg kruipen
Robbedoes en zijn vrienden liever door het raam dan door
een deur te gaan. Dat komt heel goed over en het is speciaal.
Beweging maakt deel uit van het DNA van de serie. Als
je een stripalbum koopt, wil je een grote dosis energie
terugkrijgen. Daar is Robbedoes ideaal voor."
|
Over paddenstoelen: "Als de graaf van Rommelgem
met een onbekende paddenstoel te maken krijgt, wekt dat
iets in hem, een aanzienlijke energie. Ik heb eerst parasitaire
paddenstoelen bedacht die culturen opvreten, daarna won
ik inlichtingen bij een bioloog om te weten of dat bestaat
en hoe dat werkt. Uiteindelijk vond ik het juister en
efficiënter om voor te stellen dat paddenstoelen
zich niet kunnen voortplanten en die zich nochtans langs
alle kanten kunnen vermenigvuldigen om een fantastisch
en onmogelijk kantje in het verhaal uit te spelen. Of
zoals de graaf het zegt: 'Deze paddenstoel bestaat nog
helemaal niet!'"
Over de stok en de wortel: "In deze
bovennatuurlijke en spirituele fabel zijn de schilderijen
van Borneo de wortel en de paddenstoelen de stok. Bij
het bedenken van het verhaal dacht ik dikwijls aan natuurrampen
die we ondergaan, tsunami's, stormen. Momenteel stuurt
de natuur ons boodschappen in de vorm van rampen —
dat is de stok. Maar ondertussen zorgt het ook voor mooie
zonsondergangen en prachtige zonsopgangen — dat
is de wortel. Zo moet je het zien. Het Licht van Borneo
stelt voor om wat beter om ons heen te kijken en naar
wat ons ongerust moet maken."
Over het geschrift: "Franquin en zijn generatie
hebben de striptypografie vastgelegd met deze manier om
hoofdletters in de teksten en titels te gebruiken. Het
resultaat is formidabel en maakt deel uit van zijn wereldje.
Liever dan zijn geschrift over te nemen, schiep ik het
mijne om persoonlijkheid aan het verhaal te geven. Het
beviel me, ook al was het veel werk!"
|
Over de tekenwinkel: "Als kind ging ik met
mijn moeder naar deze winkel waar de hele generatie Dupuis
en Le Lombard pennetjes, penselen en Schoellerpapier kwam
kopen. Ik vroeg me af of Franquin door de deur zou komen!
Hij tekende een Marsupilami die in een verftube bijt op
een stukje papier dat aan de muur hing tussen veel andere
tekeningen als bedanking. De winkel is nu gesloten. Jaren
later vroeg men me om een stripmuur van Ragebol te tekenen
aan hetzelfde kruispunt. Nog later vroeg Zidrou me om
Robbdoes in een Brussels winkeltje te tekenen. Ik heb
er de muur van Ragebol tegenover getekend alsof het winkeltje
nog altijd bestaat."
Over zwarte en witte puntjes: "De
kleine zwarte en witte puntjes in de schaduwpartijen staan
niet op de originele plaat. Dat wisselende raster geeft
het een houtskoolachtige structuur, een bijkomende aanwezigheid
die op de computer is toegevoegd dankzij de raad van Dominique
Paquet en Olivier Saive."
Over de inkleuring: "Studio Cerise, aan
wie ik de inkleuring overliet en die ik wekelijks bezocht
in de drie maanden die de inkleuring hen kostte, heeft
een waardevolle bijdrage geleverd. Er is een dominant,
intens rood doorheen het hele album. Inkleuren met de
computer staat paradoxaal genoeg veel fijner werk toe.
Tussen de op de computer gemaakte kleuren en het gedrukte
resultaat is er geen verandering terwijl er zodanig veel
stadia bestaan tussen de ingekleurde blauwdrukken en de
druk dat je makkelijker bedrogen wordt. Ik wilde een maximale
efficiëntie voor dit project voor het grote publiek.
Maar ik geef het rechtstreeks inkleuren niet op."
|