Alle bijdragen van François Schuiten aan de rubriek De Commentator bundelen we op deze pagina.

Klik verder naar de volgende onderwerpen:
20/12/2014 François Schuiten over Parijs Zien... 1
08/06/2013 In een oud filmpje zie je François Schuiten een plaat uit De Schaduw van een Man schetsen, letteren, inkleuren en inkten. Fascinerend!
19/04/2012 François Schuitens eerste grote soloalbum Schoonheid gaat gepaard met talloze interviews en aandacht in diverse media. Bij vier platen geeft hij commentaar. We leren wat meer over zijn drijfveren en bedoelingen en het feit dat er een casting aan te pas kwam om hoofdrolspeelster Elya te vinden.
 
François Schuiten over Parijs Zien... 1
20/12
TOP
Onderstaande bijdrage van Jean-Pierre Fuéri verscheen eerder in het Franse stripmaandblad Casemate nummer 75 van november 2014.

COMMENTAAR BIJ PAGINA 24
Over dromen: "Ik heb de houdingen van Kârinh in de ruimte graag bedacht. Ik wilde een vrouwelijk personage dat haar sensualiteit zou uitstralen. Dat haar kijk de nostalgie naar haar Parijs uitdrukt, is zoals bij het einde van de slaap, waarbij de nevelen van een droom je ineens inhalen en je nog enkele ogenblikken bewust doen verder dromen. Die sensualiteit, en het werk aan de inkleuring dat hier veel met het licht en haar lijf speelt, is een poging om een emotie over te brengen en de droomdimensie te ontwikkelen."

Over de choreogrphie van het lichaam: "Het stripverhaal staat toe om sensualiteit via de kleinste details over te brengen, door handbewegingen, blikken, houdingen. We bouwen zo een waarachtige en fascinerende chorographie van het lichaam op."

Over de polyvalente ruimte: "De kamer van Kârinh, waar ze onderaan de pagina in ontwaakt, is een ruimte die transformeert, en kan zich openen als een scherm of het worden. Ik geloof veel in deze polyvalente ruimtes, met muren die zich op vraag aanpassen, in vensters bijvoorbeeld, of zich openen als kluisjes. Ik heb een gesloten kamer bedacht, strikt, doorzichtig, hoewel er meerdere openingen mogelijk zijn. Ik heb me ver gehouden van technologie die gewoonlijk opduikt in sciencefictionverhalen."

Over warme kleuren: "Na meerdere albums in zwart-wit, De Theorie van de Zandkorrel en Schoonheid, had ik zin om weer met warme kleuren te werken. Het is zoals fruit waar ik graag in bijt. Maar ik erken dat deze pagina's niet de meest kleurrijke van het album zijn. Dat zijn de platen die het best deze dimensie weergeven!"


COMMENTAAR BIJ PAGINA 25
Over Kârinh: "Na haar nogal wulpse val is Kârinh hier veel braver en ingetogener gekleed. Ze is fragiel en is op zoek naar zichzelf tussen de echte wereld en die uit haar reizen naar een Parijs dat niet echt bestaat. Er zijn veel onderbrekingen in dit album. We passeren via een belle époque naar een dimensie die een beetje à la Mad Max is."

Over Parijs à la Albert Robida: "Miskijk je niet op de borden, we zitten hier in een Parijs dat door Robida is ingebeeld, en niet in Londen. Deze auteur schreef een sciencefictiontrilogie in de jaren 1880 en beschreef een uiterst verengelst Parijs. Hij verbeeldde toen al een mondialisatie van de taal."

Over Robida's verbeelding: "Dit onwaarschijnlijk bestuurd tuig is zijn geliefkoosde vervoersmiddel. Ik heb geen enkel idee hoe het werkt, maar ik vind het lovenswaardig. Het symboliseert de toekomst waar ik sinds kind van droomde toen ik romans las over het jaar 2000 waarin kleine ruimteschepen door de straten zweefden. Robida vond onze toekomst uit vóór Jules Verne. Hij was een geweldige schepper, aan de vooravond van de verbeelding van zijn tijdperk. Door tekst en illustraties te mengen, werkte hij al op de grens van wat het stripverhaal zou worden. Door de kranten in te bladeren die zijn werk publiceerden, begrijp je dat hij een buitengewone auteur van de negende kunst had kunnen zijn."

Over Robida als personage: "Robida woonde en stierf in Croissy-sur-Seine, een kleine gemeente in Yvelines. Het pad aan het gemeentehuis draagt nog altijd zijn naam. Ik garandeer je niet dat hij echt lijkt op mijn personage. In feite baseerde ik me op een journalist van France Culture."


COMMENTAAR BIJ PAGINA 26 (origineel in zwart-wit)
Over zwart-wit en kleur: "Ik hou zodanig veel van zwart-wit en ik hou zodanig veel van kleur dat ik je graag beide versies van deze plaat toon. Zwart-wit is een ongelofelijk efficiënt expressiemiddel dat je onophoudelijk verplicht om keuzes te maken, om te dramatiseren en te radicaliseren. De plaat ervoor komt voor in de catalogus van de expo in het Trocadéro. Ik schiep er plezier in om het zwart-wit te herwerken, het is een andere manier om de dimensie van de tekeningen en het verhaal meer uit te diepen. Elke pagina heeft zijn uitstraling en sfeer."

Over twijfel: "Graven in de effecten waar enerzijds zwart-wit en anderzijds kleur voor zorgen passioneert me. En soms brengt het me aan het twijfelen. Als ik in kleur werk ervaar ik soms een drang naar kleur. En vice versa."

Over tekst en tekeningen: "Deze scène speelt zich 's nachts af, ik kan dus meer zwart gebruiken en de intensiteit en de schaduwen versterken. In zwart-wit hou ik ook van de wisselwerking tussen tekst en tekeningen. Zowel het ene als het andere horen tot eenzelfde schrift. Een letter in zwart-wit op een pagina in kleur intrigeert me altijd, en het stoort me. Ik ben niet de enige want bepaalde auteurs platsen hun teksten in kleur!"

Over tekstballonnen: "Ik ben dol op tekstballonnen. Ik zie graag de manier waarop de tekst in dialoog treedt met het beeld. Mijn tekeningen bestaan alleen dankzij hun teksten, ik haal ze er nooit uit. Ik apprecieer nauwelijks digitale lettering en ben gek op handmatige lettering. Lettering is een stem, een emotie. De mijne heeft zijn fouten, is niet perfect, maar het is mijn lettering. Ik teken ook graag de titels, letter per letter."


COMMENTAAR BIJ PAGINA 26
Over hersenactiviteit: "Bewonder de rokende dame, pure Robida, met een ongelofelijke stoutmoedigheid. Een gek beeld, ironisch, bijna pervers. En grappig! Inkleuren is een ander gedeelte van je hersenen in werking zetten, het is een andere wereld betreden. Terwijl je in zwart-wit werkt, werk je niet meer in kleur op eenzelfde manier. Zwart-wit verplicht je om een radicaler standpunt in te nemen want je kan je er daarna niet uit redden met de inleuring."

Over het gevaar van kleur: "Het gevaar van kleur is dat je het te mooi wil maken, dat het er gewoon is als aankleding, om het te doen gelijken. De moeilijkheid is om het een doel te geven, voorbij simpele versiering. Wat kan het bijdragen aan de sfeer, de uitstraling van een pagina? Soms is het nodig dat kleuren levendig zijn, gevarieerd, in andere gevallen simpelweg monochroom, zoals hier. "

Over ingebeeld ekleuren: "Vreemd genoeg spreken lezers me aan over de kleuren van sommige albums die nochtans in zwart-wit zijn. Ze lazen in zwart-wit en zagen kleuren! Ik begrijp dat: zwart-wit doet de verbeelding werken, die op zijn eentje overeenkomstige kleuren toevoegt. Parijs Zien... verschijnt in kleur, maar omdat ik regelmatig oudere pagina's herwerk, is het goed mogelijk dat er bij gelegenheid een editie in zwart-wit verschijnt."

Over de 'bekeerticht': "Met Benoît Peeters doe ik voort met onze 'bekering' die erin bestaat om onze albums te herwerken. Het volgende dat wordt heruitgegeven is De Poorten naar het Onmogelijke, een vooruitstrevend boek dat in de buurt komt van sommige kantjes in Parijs Zien... Het was door omstandigheden in een wat afwijkend formaat gemaakt. We zullen het compleet heruitvinden"


Masters at work: François Schuiten en
Benoît Peeters werken aan De Schaduw van een Man
08/06
TOP
Dot is al een oud filmpje, maar het blijft fascinerend om een rastekenaar als François Schuiten op geheel ambachtelijke wijze een plaat uit De Duistere Steden: De Schaduw van een Man te zien schetsen, letteren, inkleuren en inkten. De man naast hem is scenarist Benoît Peeters met wie Schuiten het opzet van de plaat overloopt en de dialogen uitwerkt.



François Schuiten over Schoonheid
19/04
TOP
Onderstaande bijdrage van Jean-Pierre Fuéri verscheen eerder in het Franse stripmaandblad Casemate nummer 47 van april 2012, aangevuld met een citaat uit een interview van Frédéric Bosser uit dBD 62 van april 2012.

COMMENTAAR BIJ PAGINA 12
Over draadzuigers: "Het vuur van een locomotief opstoken vergt een waar talent. Je moet gevoel voor het vuur hebben. Je schept niet zomaar kolen wanneer je wil. Alles staat in functie van wat er nodig is: kruissnelheid, kracht voor een helling die eraan komt, enzovoort. Een echte wetenschap. Die mannen hadden zo hun uitdrukkingen. Als ze de ketel in gang staken, zeiden ze dat de locomotief 'zijn beenderen opwarmde'. Zij die elektrische loco's begonnen te bedienen, noemden ze 'draadzuigers'."

Over correcte rook: "Een machine zoals hierboven heeft een menselijke kant. Ze blaast en ademt. Als ze rijdt, is dat een brandhaard die in beweging komt. Ik heb veel tijd gespendeerd aan het correct tekenen van de rook. Het verandert telkens wanneer de loco snel rijdt of traag en volgens de kwaliteit van het rijgedrag. Er zijn nu eenmaal specialisten onder de treinliefhebbers die je niet sparen bij het maken van een fout. Ik heb dus raad gevraagd aan personen die mij werk nauwgezet nakeken."

Over zijn Doornroosje:
"Ik gebruik foto's en een maquette die nauwelijks groter is dan een speelgoedtreintje. En vooral: de enige resterende 12 staat in de buurt. Ik kon haar bezoeken wanneer ik wilde. Toen ik haar ontdekte, roerloos sinds bijna dertig jaar, groen temidden haar sombere zusters, stelde ik me voor dat zij Doornroosje was die sliep tot ze door haar prins, ikzelf, tot leven gewekt werd door mijn potloden."

Over kriebels in de buik: "Ik draai eromheen, bezoek haar in de kleinste hoekjes. En, net zoals Leon in het verhaal, kreeg ik kriebels in de buik. Soms droomde ik dat ze opnieuw reed. En onmiddellijk verzet ik me daartegen. Mag niet, want anders zou ik haar verliezen."


COMMENTAAR BIJ PAGINA 13
Over teksten tekenen: "De rook van de locomotief is hier heel verschillend naargelang haar volle snelheid of integendeel daaronder op lage snelheid in het station. Ook mijn teksten maken een onderscheid als het dialogen zijn (in hoofdletters) of beschrijvende teksten (in kleine letters). Hun kleine imperfecties — die niet zouden bestaan mochten het digitale lettertypes zijn — geven leven aan mijn stemmen. Ik scheid de teksten niet van de tekeningen. Het oog van de lezer begrijpt de twee en uit die mix komen de personages echt voort."

Over negatief en positief: "Wat is er mooier dan zwart-wit om het einde van een tijdperk te symboliseren? De 'zwartsmoelen' kruisen hun smetteloze collega's met hun witte overhemden. Alles is gezegd. Het zwart-wit dwingt je om duidelijke standpunten in te nemen, om anders te denken. Als ik met kleur werk, heb ik de neiging om bepaalde problemen uit te stellen. Dan zeg ik tegen mezelf dat ik ze wel fiks bij de inkleuring. Hier is dat onmogelijk. Het zwart-wit verplicht je om met negatief en positief te werken en dat maakt je tekening tot leven."

Over een zwarte badkuip:
"Ik had de tegenstelling tussen de oude garde en de nieuwe lichting, tussen vuil en proper, nog meer kunnen uitspelen. Toen ik terugkwam van mijn dag in de cabine van de stoomlocomotief, was ik zwarter dan zwart. Zoals mijn badkuip nadat ik eruit kwam."

Over het mooiste cadeau: "Het huis van Leon heeft een voorgeschiedenids. Het stond klaar om neergehaald te worden op de plaats van het toekomstige treinmuseum. Ik ontdekte dat het lang geleden dienst deed als seinhuisje. Op slag heb ik het geïntegreerd in mijn verhaal zodat er nog een spoor van overblijft. Later werd er beslist om het huis te behouden en het museum errond te bouwen. Het was het mooiste cadeau dat men me kon geven."
 


COMMENTAAR BIJ PAGINA 14
Over losbreken uit het realisme: "Nog een mooi voorbeeld van de schoonheid van zwart-wit. De sombere massa en het massieve van de 12 in positief zet de immense wielen en het personage in negatief nog meer in reliëf. Zo'n contrast laat toe om buiten het realisme te breken, hoewel ik de eerste prent tot in de kleinste details zo grondig mogelijk heb getekend."

Over overdracht van kennis: "Kleine uitleg bij prent 2. Leon en een jong, stom meisje kapen een van de cabines van de kabelbaan die de treinen hebben vervangen. Ze zijn op zoek naar de 12 van Leon. Ik had zin om de relatie tussen een oude man en deze jonge vrouw te verkennen. Maar wat daarachter schuilt, is de overdracht van kennis. Onze maatschappij vergeet de uitzonderlijke bekwaamheid om kennis van ouderen over te brengen. De hedendaagse omwentelingen van nieuwe technologieën gebeuren zo brutaal dat deze overdracht niet meer bestaat. Jammer, want er zijn zo veel mooie zaken te vinden tussen de generaties."

Over de casting van Elya:
"Om zo dicht mogelijk het menselijke te benaderen, heb ik hard gezwoegd op de gezichten. Ik heb een echte casting georganiseerd om het meisje te vinden dat Elya zou spelen in het verhaal. Ik zocht een heel atypisch personage dat zich uitdrukt via gebaren en ik kan je zeggen dat er veel meisjes in mijn atelier hebben gedefileerd vooraleer ik een keuze maakte. Ik vond mijn geluk bij Ti Mai. Dat ze een danseres was, veranderde mijn verhaal... Haar manier van bewegen en zich verplaatsen heeft me veel geïnspireerd. Ik heb echt wel veel met haar gewerkt. Als tekenaar bestaat het gevaar dat je eindigt met het tekenen van enkel nog je droomvrouw."

Over een nieuwe wereld:
"Leon vertelt dus zijn leven aan Elya tijdens hun tochtje in de lucht. Zij ziet er weinig geïnteresseerd uit of ligt half in slaap. Ik hield ervan om tijdens de hele tocht de ontwikkeling van de wereld onder hen te tonen. Het is een wereld die wordt overspoeld met vernieuwingen. De mannen plaatsen een nieuw systeem om deze situatie te overwinnen."

Over het spelen met licht: "Ik schep er plezier in om met licht te spelen. Gegroefde gezicht van oude man in het duister, gladde gezicht van jonge vrouw in het licht. Wat een fantastisch middel is zwart-wit toch! Ik hield enorm van de laatste film van Truffaut, Vivement Dimanche!, waarbij hij erin slaagde om in zwart-wit te filmen. Ik hoor 'm nog met plezier zeggen hoe fijn dat was en dat het 'm speet dat hij niet niet meer van zijn films in zwart-wit kon draaien, waaronder La Sirène du Mississippi."


COMMENTAAR BIJ PAGINA 15
Over alchemie: "De emotie in de getuigenissen van de mannen die hun bestaan doorbrachten in machines op het spoor, grepen me erg aan. Ik wilde hun gemoedstoestand overbrengen, het moment waarop ze, net zoals in de werkelijkheid als in mijn verhaal, de belissing maakten om een machine te redden. Merk de grootte van de kolen op. Men gebruikte ook briketten. Het rendement en de snelheid van de machine hingen ook af van de kwaliteit van de brandende kolen. Die alchemie fascineert me."

Over de ambacht van het stripverhaal: "Als debutant op dit domein werkte ik veel aan de dialogen. Zelf een praatvaar zijnde heb ik enorm veel op voorhand geschreven vooraleer ik de teksten uitmestte. Dat is de goeie oplossing: eerst alles zeggen, dan snoeien. Ik werk op de ouderwetse manier, met potlood en inkt. Ik heb het volledigste storyboard uit mijn carrière gemaakt. En een potloodversie die zo precies was dat men me vroeg waarom ik het album niet zo publiceerde. In feite was dat gewoon om me gerust te stellen. Ik hield eraan om alles op mij te nemen, van de potloodtekeningen tot het lettertype van de titel op de cover, van de inkting tot het drukwerk. Geen enkele fase was minder interessant dan de andere. Een stripverhaal is een ambacht die bestaat uit het aanboren van vele kleine metiers."

Over gebiedende goesting:
"Voor mijn volgende album werk ik weer samen met mijn bondgenoot Benoît Peeters. We hebben al het onderwerp, maar het is nodig om het net zoals bij de vorige verhalen lang te laten bezinken. Alles valt in zijn plooien tot ik die gebiedende goesting aanvoel om naar mijn tekentafel te rennen."

Over pratende treinen: "In afwachting bedenk ik het toekomstige treinmuseum Train World in Schaarbeek (dat er komt in 2014, red.). Een gebouw van 6.000 m2 en 15 meter hoog. Met geluid en licht die door de magie van de belichting de machines tot leven wekken. Door hen te laten praten."