Onderstaande
bijdrage van Richard Watt verscheen
eerder in het Franse stripmaandblad Casemate
nummer 87 van december 2015. Vertaald door Wim
De Troyer. |
|
Over
het ontstaan: "Ik was zeer verrast dat Gauthier
Van Meerbeeck, de uitgeefdirecteur van Le Lombard, me
voorstelde om samen met Pierre Dubois een western te maken.
Het voorstel kwam op het goede moment. Ik had net Angor
afgewerkt, een heroic fantasyreeks voor uitgeverij Soleil,
en ik vreesde dat men mij wou vastpinnen op het fantasygenre.
Een heel sombere western verraste me en sprak me heel
hard aan. Pierre, die lieve man, is ook heel gecultiveerd,
staat open voor veel zaken, én hij is bezeten door
westerns. Gauthier heeft ons aan elkaar voorgesteld, we
hebben samen afgesproken, en nadien verliep alles via
de telefoon want Pierre woont in het oosten van Frankrijk
en ik in Nantes."
Over het scenario: "Pierre schreef
een handgeschreven roman voor me die ik in platen heb
onderverdeeld. Het is zodoende dat ik me gerealiseerd
heb dat stripscenarist zijn een vak apart is. Ik heb plezier
beleefd aan het onderverdelen in platen, om me van in
het begin af aan het verhaal in te werken. Gauthier sprak
van een album van 54 platen en dit af te werken op achttien
maanden. Nadat ik de decoupage had gedaan van de roman,
mijn andere albums had afgewerkt en nadat ik alles getekend
en ingekleurd had, was er al bijna zes jaar verstreken
en telde het resultaat 75 platen!"
Over het uiterlijk van personages: "Pierres
aanwijzingen voor de personages waren van het type: 'Sykes
is een grote sombere kraai met een snor die er zo en zo
uitziet. Zijn kompaan O'Malley heeft ros krullend haar
en is mopperig.' Hij liet me toe de personages te ontwerpen
zoals ik ze zag. Ik heb vooral gewerkt aan uiterlijkheden
die me lagen, en die ik kon tekenen in alle situaties,
want er zitten veel kaders in mijn platen, en de hoofdpersonages
komen zeer vaak terug."
|
Over
de inkleuring: "Dit is een van de pagina's
die inkleurder Sébastien Gérard heeft gedaan.
De sfeer leunt sterk aan bij de voorgaande pagina, die
ikzelf deed. Sébastien is een van de zeer zeldzame
inkleurders die ik wou laten meewerken aan zo'n persoonlijk
project. Hij heeft ook de inkleuring gedaan van Lady
S., De Klaagzang van de Verloren Gewesten, El Niño,
Bouncer, Pinkerton, enzovoort. We hebben veel verschillende
kleurpaletten gebruikt voor de verschillende sferen. Sébastien
kon niet het hele album afwerken, we hebben het werk verdeeld.
Wat bijgedragen heeft aan de lange duur van de realisatie.
Bovendien begon ik op dat moment aan Bob Morane.
Ik heb de indruk dat je onze stijlen niet van elkaar kan
onderscheiden, wat voor de continuïteit van het album
uitstekend is."
Over de inkleurtechniek: "Ik teken
op het platenformaat demi-raisin (50 x 32,5 cm).
In het begin wou ik dit album aanpakken in verdunde acryl,
haast aquarel. Maar dat zou het album nog meer vertraagd
hebben. Sébastien heeft zich op mijn eerste, traditioneel
ingekleurde platen, gebaseerd om de zijne te creëren
op de computer. Nadien heb ik me op de zijne geïnspireerd
toen ik een deel van die eerste pagina's herwerkte en
heb ik geprofiteerd van zijn ervaring."
Over de tekstballonnen: "Ik heb
niet ineens besloten om met rechthoekige tekstballonnen
te werken. Die zijn vanzelf gekomen. Dat stelt me in staat
om de tekst goed in te dijken. In Bob Morane
gebruiken we rondere tekstballonnen en ik heb heel wat
meer moeite om die in de scène te integreren. Uiteindelijk
zit er in zo'n tekstballon meer wit dan in een rechthoekige.
Hier heb ik dankzij die rechthoekige meer plaats voor
de tekening, die ik dan ook beter kan structureren."
|
Over
dialogen: "In dit woud benadrukken de immense
bomen de kleinheid en fragiliteit van de personages, net
voor ze in het geweld ondergedompeld worden. Ons Wyoming
is meer fantasie dan realiteit. De roman van Pierre Dubois
was van begin tot einde enkel dialoog. Ik heb me opgelegd
om deze scène tot één pagina te beperken
want ik ben zelf de eerste om me kwaad te maken wanneer
mijn scenaristen teveel tekstballonnen op één
plaat plaatsen. Maar twee pagina's zou veel te veel geweest
zijn voor een scène met dialogen. Ik heb dat listig
aangepakt door eerst enkel horizontale kaders te gebruiken,
en daarna over te gaan op verticale, gericht op de personages,
met veel tekst, om de schok van de volgende pagina te
versterken. De kaders zetten de lezer vast, ze zetten
hem haast oogkleppen op. Je concentreert je op de personages.
De vijand observeert hen en zal tevoorschijn springen."
Over paarden: "Wie westerns zegt,
zegt paarden. Van het moment dat personages zich verplaatsen,
zijn ze te paard. Het zou voor mij veel eenvoudiger zijn
als ze zich te voet verplaatsten, maar lastiger voor hen!
En ik kan ze moeilijk altijd wegstoppen achter een hoop
varens. Ik heb veel video's en foto's bekeken om te proberen
te begrijpen hoe deze dieren bewegen. Ik ben geen ruiter,
dus was het voor mij moeilijk om de verhouding te vinden
tussen ruiter en paard, hoe de ruiter zich gedraagt. Ik
heb veel gommen versleten op die paarden."
Over Grijze Vos: "De onderste tekstballonnen
zijn minder rechtlijnig om de nervositeit van O'Malley
te benadrukken wanneer hij tegen Grijze Vos praat. Hij
heeft een hekel aan hem."
|
Over
het schot: "Voor de kogel in Grijze Vos
zijn hoofd had ik geen onomatopee nodig. De breuk met
de voorgaande scène komt door de stilte, het brutale
einde van het heen en weer geroep. Het is nogal gruwelijk,
niet echt realistisch, maar dat helpt me om de schok die
de jonge Jim ervaart in de verf te zetten. Geen decor.
Je kan de gruwel niet ontlopen. Als lezer kan je net als
Jim niets anders zien, niets horen, je bent gehypnotiseerd
door het bloed van Grijze Vos. De kaders zijn schuin afgetekend,
zoals bovenaan pagina 49. Diep vanbinnen breekt er iets
bij Jim. Het zijn deze trauma's die de man vormen die
hij op het eind van het album zal zijn."
Over kogelgaten: "Ik hou er van
om hoofden te doen openspatten! Sommige kogelinslagen
die ik bestudeerd heb, kan je met moeite zien aan de buitenkant
van het lichaam. Andere slaan enorme gaten die je van
binnen en van buiten kan zien. Dit vuurgevecht dat volgt
op de discussie bereidt de confrontatie voor die gaat
volgen."
Over de verhoudingen tussen de personages: "De
dialogen van Pierre Dubois vertellen ons veel over de
relaties tussen de personages vanaf het moment dat ze
het woord tot elkaar richten. Het gesprek tussen O'Malley
en Sykes terwijl ze beschoten worden, toont dat ze zeer
close zijn. Sykes vult de zinnen van O'Malley aan. O'Malley
is niet zo praktisch, Sykes is pragmatischer, hij denkt
sneller. Alle dialogen van Pierre leren ons iets over
de persoonlijkheid van de personages."
Over Boucq: "Ik heb veel Bouncer
ter hand genomen toen ik aan Sykes werkte. Ik
denk niet dat je dat kan zien. Maar ik hou enorm van François
Boucq en hoe hij zijn tekeningen opbouwt." |