Alle bijdragen van Dimitri Armand aan de rubriek De Commentator bundelen we op deze pagina.

Klik verder naar de volgende onderwerpen:
12/12/2015 Dimitri Armand over Sykes
 
Dimitri Armand over Sykes
12/12
TOP
Onderstaande bijdrage van Richard Watt verscheen eerder in het Franse stripmaandblad Casemate nummer 87 van december 2015. Vertaald door Wim De Troyer.

COMMENTAAR BIJ PAGINA 49
Sykes
Over het ontstaan: "Ik was zeer verrast dat Gauthier Van Meerbeeck, de uitgeefdirecteur van Le Lombard, me voorstelde om samen met Pierre Dubois een western te maken. Het voorstel kwam op het goede moment. Ik had net Angor afgewerkt, een heroic fantasyreeks voor uitgeverij Soleil, en ik vreesde dat men mij wou vastpinnen op het fantasygenre. Een heel sombere western verraste me en sprak me heel hard aan. Pierre, die lieve man, is ook heel gecultiveerd, staat open voor veel zaken, én hij is bezeten door westerns. Gauthier heeft ons aan elkaar voorgesteld, we hebben samen afgesproken, en nadien verliep alles via de telefoon want Pierre woont in het oosten van Frankrijk en ik in Nantes."

Over het scenario: "Pierre schreef een handgeschreven roman voor me die ik in platen heb onderverdeeld. Het is zodoende dat ik me gerealiseerd heb dat stripscenarist zijn een vak apart is. Ik heb plezier beleefd aan het onderverdelen in platen, om me van in het begin af aan het verhaal in te werken. Gauthier sprak van een album van 54 platen en dit af te werken op achttien maanden. Nadat ik de decoupage had gedaan van de roman, mijn andere albums had afgewerkt en nadat ik alles getekend en ingekleurd had, was er al bijna zes jaar verstreken en telde het resultaat 75 platen!"

Over het uiterlijk van personages: "Pierres aanwijzingen voor de personages waren van het type: 'Sykes is een grote sombere kraai met een snor die er zo en zo uitziet. Zijn kompaan O'Malley heeft ros krullend haar en is mopperig.' Hij liet me toe de personages te ontwerpen zoals ik ze zag. Ik heb vooral gewerkt aan uiterlijkheden die me lagen, en die ik kon tekenen in alle situaties, want er zitten veel kaders in mijn platen, en de hoofdpersonages komen zeer vaak terug."



COMMENTAAR BIJ PAGINA 50
Sykes
Over de inkleuring: "Dit is een van de pagina's die inkleurder Sébastien Gérard heeft gedaan. De sfeer leunt sterk aan bij de voorgaande pagina, die ikzelf deed. Sébastien is een van de zeer zeldzame inkleurders die ik wou laten meewerken aan zo'n persoonlijk project. Hij heeft ook de inkleuring gedaan van Lady S., De Klaagzang van de Verloren Gewesten, El Niño, Bouncer, Pinkerton, enzovoort. We hebben veel verschillende kleurpaletten gebruikt voor de verschillende sferen. Sébastien kon niet het hele album afwerken, we hebben het werk verdeeld. Wat bijgedragen heeft aan de lange duur van de realisatie. Bovendien begon ik op dat moment aan Bob Morane. Ik heb de indruk dat je onze stijlen niet van elkaar kan onderscheiden, wat voor de continuïteit van het album uitstekend is."

Over de inkleurtechniek: "Ik teken op het platenformaat demi-raisin (50 x 32,5 cm). In het begin wou ik dit album aanpakken in verdunde acryl, haast aquarel. Maar dat zou het album nog meer vertraagd hebben. Sébastien heeft zich op mijn eerste, traditioneel ingekleurde platen, gebaseerd om de zijne te creëren op de computer. Nadien heb ik me op de zijne geïnspireerd toen ik een deel van die eerste pagina's herwerkte en heb ik geprofiteerd van zijn ervaring."

Over de tekstballonnen: "Ik heb niet ineens besloten om met rechthoekige tekstballonnen te werken. Die zijn vanzelf gekomen. Dat stelt me in staat om de tekst goed in te dijken. In Bob Morane gebruiken we rondere tekstballonnen en ik heb heel wat meer moeite om die in de scène te integreren. Uiteindelijk zit er in zo'n tekstballon meer wit dan in een rechthoekige. Hier heb ik dankzij die rechthoekige meer plaats voor de tekening, die ik dan ook beter kan structureren."



COMMENTAAR BIJ PAGINA 51
Sykes
Over dialogen: "In dit woud benadrukken de immense bomen de kleinheid en fragiliteit van de personages, net voor ze in het geweld ondergedompeld worden. Ons Wyoming is meer fantasie dan realiteit. De roman van Pierre Dubois was van begin tot einde enkel dialoog. Ik heb me opgelegd om deze scène tot één pagina te beperken want ik ben zelf de eerste om me kwaad te maken wanneer mijn scenaristen teveel tekstballonnen op één plaat plaatsen. Maar twee pagina's zou veel te veel geweest zijn voor een scène met dialogen. Ik heb dat listig aangepakt door eerst enkel horizontale kaders te gebruiken, en daarna over te gaan op verticale, gericht op de personages, met veel tekst, om de schok van de volgende pagina te versterken. De kaders zetten de lezer vast, ze zetten hem haast oogkleppen op. Je concentreert je op de personages. De vijand observeert hen en zal tevoorschijn springen."

Over paarden: "Wie westerns zegt, zegt paarden. Van het moment dat personages zich verplaatsen, zijn ze te paard. Het zou voor mij veel eenvoudiger zijn als ze zich te voet verplaatsten, maar lastiger voor hen! En ik kan ze moeilijk altijd wegstoppen achter een hoop varens. Ik heb veel video's en foto's bekeken om te proberen te begrijpen hoe deze dieren bewegen. Ik ben geen ruiter, dus was het voor mij moeilijk om de verhouding te vinden tussen ruiter en paard, hoe de ruiter zich gedraagt. Ik heb veel gommen versleten op die paarden."

Over Grijze Vos: "De onderste tekstballonnen zijn minder rechtlijnig om de nervositeit van O'Malley te benadrukken wanneer hij tegen Grijze Vos praat. Hij heeft een hekel aan hem."


COMMENTAAR BIJ PAGINA 52
Sykes
Over het schot: "Voor de kogel in Grijze Vos zijn hoofd had ik geen onomatopee nodig. De breuk met de voorgaande scène komt door de stilte, het brutale einde van het heen en weer geroep. Het is nogal gruwelijk, niet echt realistisch, maar dat helpt me om de schok die de jonge Jim ervaart in de verf te zetten. Geen decor. Je kan de gruwel niet ontlopen. Als lezer kan je net als Jim niets anders zien, niets horen, je bent gehypnotiseerd door het bloed van Grijze Vos. De kaders zijn schuin afgetekend, zoals bovenaan pagina 49. Diep vanbinnen breekt er iets bij Jim. Het zijn deze trauma's die de man vormen die hij op het eind van het album zal zijn."

Over kogelgaten: "Ik hou er van om hoofden te doen openspatten! Sommige kogelinslagen die ik bestudeerd heb, kan je met moeite zien aan de buitenkant van het lichaam. Andere slaan enorme gaten die je van binnen en van buiten kan zien. Dit vuurgevecht dat volgt op de discussie bereidt de confrontatie voor die gaat volgen."

Over de verhoudingen tussen de personages: "De dialogen van Pierre Dubois vertellen ons veel over de relaties tussen de personages vanaf het moment dat ze het woord tot elkaar richten. Het gesprek tussen O'Malley en Sykes terwijl ze beschoten worden, toont dat ze zeer close zijn. Sykes vult de zinnen van O'Malley aan. O'Malley is niet zo praktisch, Sykes is pragmatischer, hij denkt sneller. Alle dialogen van Pierre leren ons iets over de persoonlijkheid van de personages."

Over Boucq: "Ik heb veel Bouncer ter hand genomen toen ik aan Sykes werkte. Ik denk niet dat je dat kan zien. Maar ik hou enorm van François Boucq en hoe hij zijn tekeningen opbouwt."