Alle bijdragen van Didier Tarquin aan de rubriek De Commentator bundelen we op deze pagina.

Klik verder naar de volgende onderwerpen:
20/04/2019 Didier Tarquin over Lanfeust Odyssey 10
 
Didier Tarquin over Lanfeust Odyssey 10
20/04
TOP
Lanfeust Odyssey 10
Onderstaande bijdrage van Jean-Pierre Fuéri verscheen eerder in het Franse stripmaandblad Casemate nummer 120 van december 2018.

Lanfeust Odyssey 10
Over het landschap: "Dit is het ultieme album van Lanfeust Odyssey. Ik had me voorbereid op scènes met grote menigtes, een zwarte hemel met draken, de gekste krachten die zich zouden ontketenen. En wat ik kreeg, was een komische plattelandsscène in een decor zoals uit dat van Marcel Pagnols werk in Zuid-Frankrijk. Christophe heeft het talent om mensen op het verkeerde been te zetten. Hij heeft gelijk, de lezers vinden het leuk en de tekenaar blijft bij de pinken."

Over snelheid: "Christophe had deze pagina opgedeeld in vier stroken, heel klassiek. Daar zag je Hebus op die kamer per kamer door de toren ging. Volgens mij vertraagde de ruimte tussen de prenten de actie terwijl onze trol alles vernielde aan de snelheid van een kanonskogel. Die snelheid voegt iets komisch toe aan de situatie. Ik heb dus één grote prent voorgesteld en plots had de pagina meer impact. Tof was er dol op."

Over de toren: "Ik heb erop gelet dat de toren en de opbouw geloofwaardig zouden zijn. Ik ben geen metselaar, maar ik ben meerdere keren verhuisd en ik heb enkele muren moeten metselen. De rechtermuur steunt op een grote rots, wat wenselijk is op een helling. En mijn structuur is coherent. Ik heb graag dat alles klopt, ook al kom ik nog niet aan het niveau van het realisme van Philippe Francqs Largo Winch."

Over siësta: "Wees niet verbaasd over het stelletje dat overdag in bed ligt. In Zuid-Frankrijk wordt de siësta nageleefd. Ik verdenk deze twee ervan dat ze weggeglipt zijn. Ik herinner me niet een boek getekend te hebben dat uit het bed valt. Misschien waren ze Vijftig Tinten Grijs aan het lezen. Ik laat de rest aan de verbeelding van de lezer over."


Lanfeust Odyssey 10
Over tekst en lichaamstaal: "Hoe kan je Zuid-Frankrijk accentueren in een stripverhaal? Via de tekst natuurlijk, dat is de job van Tof, en ook door de lichaamstaal. Op de vorige pagina houdt een hand een petanquebal vast en het kind spreekt dialect."

Over monden: "Een ander detail, dat enkel in deze scène is te zien, zijn de monden. Mijn dorpelingen hebben allen grote monden die altijd breed geopend worden. En ik teken een sexy Cixi in een semi-realistische stijl wat het koboldgehalte van mijn personage accentueert."

Over switchen: "De mogelijkheid om voortdurend te kunnen switchen tussen realisme en humor is het immense voordeel van de semi-realistische stijl. Toen we de reeks lanceerden, borduurden we voort op de ervaring van Marcel Gotlib, een kampioen in de kunst om met een realistisch aanvoelende tekening te beginnen om vervolgens te ontaarden in totale waanzin met een ongelofelijke overdrijving. Ik heb ook veel beroep gedaan op mijn kennis van manga's waarin een realistisch personage plots een gezicht heeft dat totaal vervormd is en overgaat in een komische modus. En dat werkt heel goed. De lezer volgde ons meteen op deze weg."

Over bimborood: "De landschappen in Armalië bestaan echt, ik woon er zelf! Het gebied heeft niet veel bomen, het gesteente is witte kalksteen. Het gras is misschien een beetje te groen, maar Christophe heeft liever sterke kleuren. Het rood van Cixi moet heel rood zijn en de groene tinten veeleer helder. Ik vroeg Lyse, mijn partner en inkleurster, om het rood van Cixi te laten evolueren van het bimborood toen ze nog zestien jaar was. Vandaag is ze een oudere vrouw en heeft die kleur geen zin meer."


Lanfeust Odyssey 10
Over de duizendpoot: "Het zal de lezer wellicht minder verbazen, want hij heeft er al andere gezien, dat de koets zich voortbeweegt op een duizendpoot. Die zie je niet vaak in westerns. Let erop dat ze ook een verwrongen mond heeft."

Over opschieten: "Voor deze eenmalige personages maak ik geen voorstudies. Ze komen spontaan. Daarom schiet ik ook graag op. Als ik te lang blijf talmen, ben ik niet meer in dezelfde gemoedstoestand en ben ik ook minder betrokken bij het personage dat dan nog zou kunnen veranderen."

Over kippen: "Hier zijn mijn kippen weer. Een kip is zo dwaas! Ik ben gek op kippen. In Lanfeust van de Sterren heb ik een kip getekend die Lanfeust volgt. Het is een knipoog naar Arleston van het soort: 'Wat denk je daartegen te kunnen doen?' Ik kreeg de gewenste reactie. Na een tiental pagina's sprak hij me erover aan en ik antwoordde hem: 'Je hoeft haar enkel nog in je groepje op te nemen.' 'Nee', zei hij. 'Ja!', zei ik."

Over Idefix: "Die kip is mijn Idefix, het hondje dat Uderzo opdrong aan Goscinny. Met een klein verschil: Asterix en Obelix hebben een intelligent hondje en Lanfeust heeft een idiote kip. Ik voelde me geneigd de kip binnen te sluizen in Odyssey. En dat idee heb ik opgegeven uit vrees dat het irritant zou worden, en ook omdat we al snel overgingen tot actie. Maar toen ik de kans kreeg er enkele binnen te smokkelen, zoals hier, geneer ik me niet."

Over flapins: "Hetzelfde geldt voor de 'flapins' (de konijnachtige dieren naar het Franse woord 'lapin' voor 'konijn'), mijn diertjes die je zowat overal terugvindt. Lees de titel van het boek in de laatste prent ondersteboven (die niet werd vertaald, er staat: 'Hoeveel flapins zijn er?'). En nee, ik heb ze niet geteld!"


Lanfeust Odyssey 10
Over lol: "Een ander voorbeeld van het mengen van genres: een realistische Cixi en een onmogelijke kip naast elkaar. Twee totaal verschillende blikken. En het werkt! Mijn stijl is niet strak en daardoor kan ik plezierige associaties maken. Je kan jezelf limieten opleggen en die soms overtreden en daar lol in hebben."

Over de rover: "Het scenario van Tof zegt gewoon: 'Een kleine, dikke rover met baard die er niet zo gevaarlijk uitziet'. Ik wou dat het personage in één keer duidelijk was, want hij is niet lang te zien, maar op het einde van het verhaal is hij heel belangrijk. Het is warm, hij houdt van zijn comfort. Hij beschikt dus over een beker en een kruik voor zijn pastis. Ik laat hem op een krukje staan waarop hij kan zitten als er niet te veel voorbijgangers zijn om te beroven. En zo lijkt hij ook groter. Zijn job brengt hem zeker niet veel op aan de staat van zijn cape te oordelen. En wat het zwaard betreft... dat is groter dan hem en hij hoeft het niet veel te heffen. Kijk maar naar de klimop die ik langs het lemmet laat groeien."

Over iets extra: "Als final touch gaf ik de rover een masker hoewel iedereen hem kent. Dat maakt hem echt belachelijk. Zo toon ik aan in welke mate deze kerel ongevaarlijk is. De mensen uit de streek maken zich zelfs ongerust over zijn gezondheid. Dat is pure Arleston. Ik ben blij dat ik iets extra aan de plaat heb kunnen toevoegen. Toen Tof het zag, vond hij het grappig. Goed gelukt dus."

Over reconstructie: "Ik hou wel van kleinere prenten op grotere. Ze verkorten de tijd tussen de prenten. Het oog van de lezer weet dat er decor achter zit, dus reconstrueert hij het onbewust zelf en hij beeldt zich bijgevolg een grotere prent in."