Alle bijdragen van Cyril Bonin aan de rubriek De Commentator bundelen we op deze pagina.

Klik verder naar de volgende onderwerpen:
14/09/2016 Cyril Bonin over The Time Before
 
Cyril Bonin over The Time Before
14/09
TOP
The Time Before
Onderstaande bijdrage van Paul Giner verscheen eerder in het Franse stripmaandblad Casemate nummer 90 van maart 2016.

COMMENTAAR BIJ PAGINA 34
The Time Before
Over de talisman: "In een van mijn eerste versies van het scenario, was de talisman een horloge. Moest het opgewonden worden? Moesten er batterijen in? Een zo simpel mogelijk voorwerp was meer aangewezen om zo min mogelijk de werking ervan te hoeven uitleggen. Ik heb me uiteindelijk geïnspireerd op een steen die mijn oudste zoon bezit. Ik weet niet of hij met zijn steen de tijd kan terugdraaien! Het is trouwens geen toeval dat de kleur van de steen terug te vinden is in de tekstkaders. Ik wilde dat de steen alomtegenwoordig is in het album, alsof we ons in de mist bevinden, een mist die door de talisman is opgeworpen."

Over de verandering: "Voor zijn ongeluk profiteerde Walter van de talisman om modellen te verleiden die voor hem poseren en dan de tijd terug te draaien alsof er niets is gebeurd. Deze scène toont de verandering van het personage aan en het begin van zijn gehechtheid aan Lisa. Walter beslist om niets te veranderen hoewel hij het ongeluk en de pijn had kunnen voorkomen — hij komt trouwens te weten dat hij nooit meer normaal zal kunnen lopen. Grafisch gezien hou ik van de sfeer van de nacht, de schaduwlijnen van de rolluiken. Mijn manier van werken is sinds (het niet-vertaalde, red.) Amorostasia niet echt geëvolueerd, maar ik heb een wat grovere papiersoort gekozen om mijn tekenstijl wat ruwer te maken."

Over acteurs en actrices:
"Ik dacht aan de acteurs Montgomery Clift en Marlon Brando om Walter Benedict te tekenen. Lisa is een mix van Gene Tierney en Grace Kelly met bruin haar. Ik heb me gebaseerd op foto's voor Ava Gardner, Marilyn Monroe of Kennedy van wie ik een reeks portretten tekende om hun gezicht te begrijpen en die vervolgens op mijn eigen manier te interpreteren."



COMMENTAAR BIJ PAGINA 35
The Time Before
Over de sfeer en toon: "Ik sta erop dat je er de sfeer en de geest van het Amerika uit de jaren 1950 in terugvindt door me te inspireren op films uit die jaren, maar ook op reclame uit die tijd die ik vond op internet. Ik heb op de toon gelet, op de manier waarop de personages zich uitdrukken. Dat was een uitdaging want ik werd voor het eerst geconfronteerd met dat wereldje nadat ik het Victoriaanse Londen in beeld bracht in Fog en het min of meer hedendaagse Frankrijk in Amorostasia."

Over de inkleuring: "De schaduw van de Hollywoodcinema van eind jaren 1950 waart over het album via de inkleuring met een nogal rijk palet, een beetje in Technicolor. De kleuren dienen ook voor de tijdsovergang want het beeld klaart op en wordt donkerder elke keer Walter terugkeert in de tijd. Het is moeilijk om die terugkeer te tonen zonder hetzelfde standpunt te tonen in dezelfde scènes. Het resulteert in een soort spelletje om de zeven verschillen te ontdekken in scènes waarin dezelfde, verschillende of lichtjes afwijkende prenten zijn te zien..."

Over de cover:
"De cover van het album refereert heel erg naar de grafisch heel esthetische filmaffiches van Saul Bass die ook enkele filmaftitelingen maakte. Het moest te maken hebben met de tijd en het terugkeren in de tijd, vandaar de zwarte pijl die naar links wijst. De beschadigde letters en de stroken geven een versnipperde indruk, met het idee van een puzzel, van mijn personage.


Wauter Mannaert: "Ondergronds"
19/02
TOP
Ondergronds, het debuut van Pierre De Jaeger en mezelf, is een echte avonturenstrip geworden. Hoewel het verhaal vol zit met onverwachte plotwendingen, magische elementen en personages die te gek voor woorden zijn, komt veel uit Ondergronds toch ergens vandaan. Voor veel elementen zijn we inspiratie gaan zoeken in fictie en non-fictie uit de jaren 1930. De economische crisis bijvoorbeeld dient als achtergrond en katalysator van ons verhaal. De technologie, met prachtige vliegtuigen, auto's en stoomtreinen kon niet anders dan aan bod komen. Pulpliteratuur was hip en er werd duchtig geëxperimenteerd met pseudowetenschappen en kwakzalverij. Er waren nog stukken van onze planeet niet in kaart gebracht. Geheimzinnige, verborgen beschavingen zijn nooit ver weg in de jaren 1930 in avonturenstrips én in films.


Over strips gesproken: de jaren 1930 is de periode dat strips de 'grappige plaatjes in de krant'-fase begon te ontgroeien. Enkele tekenaars experimenteerden met clair obscur, nota bene geïnspireerd door Rembrandt, en stuurden hun personages op reis in heel de wereld. Het werkte aanstekelijk en binnen de kortste keren was er een nieuw genre geboren. De adventure comics in de jaren 1930, vóór de komst van de alombekende Amerikaanse super hero comics waren een dikke hit en betekenden big business.
Vandaag worden ze heel wat minder gelezen, een enkeling slaat nog wel eens een Terry and the Pirates open, maar hun invloed was enorm. Alex Toth, Hugo Pratt, Frank Miller, José Muñoz en ontelbare anderen zijn zwaar beïnvloed door de pioniers van toen.

Ondergronds
is voor een deel onze hommage aan deze strips en aan de meer kleurrijke aspecten van de jaren 1930 in het algemeen. We heffen even de motorkap op en maken een kleine opsomming van wat ons allemaal bezielde bij het maken van Ondergronds.


Moguls en hun waanzin
Over de Amerikaanse moguls circuleren de wildste verhalen. Teruggetrokken op enorme landgoeden en zwemmend in geld en luxe schenen ze vaak de grip op de werkelijkheid te verliezen. Michael Jackson en Neverland avant la lettre. In Ondergronds isoleert Dorgan zich met zout tegen 'stralingen'. Iets wat Cornelius Vanderbilt, een van de grote Amerikaanse moguls, ook daadwerk scheen te doen. Of zo staat het toch in The Age of the Moguls van Stewart Holbrook.


Mysterie
Verhalen over mysterieuze en gruwelijke geheimen die opborrelen vanop de zeebodem of uit bodemloze putten gekropen komen, zijn wereldberoemd geworden door schrijvers als H.P. Lovecraft en anderen. De jaren 1930 hebben een schijnbaar eindeloze stroom pulpmagazines en lectuur voortgebracht. Bijvoorbeeld Weird Tales.


Ook in Ondergronds wordt er duchtig door grotten gekropen en koortsachtig gezocht naar diepbegraven geheimen. Victor, de 'slechterik' van dienst, heeft zichzelf een paar keer te veel in slaap gelezen met dit soort lectuur en geraakt helemaal geobsedeerd door de sporen van een oude beschaving die hij onder de fabriek van zijn oom aantreft. Hij is dan ook een vogel voor de kat voor de geschifte bende radiësthesisten die geloven dat daar niets minder dan de bron van het leven begraven ligt. Dat ze die oersoep daar ook daadwerkelijk vinden is eerder te wijten aan dom geluk dan aan wetenschap.



Feest
Voor het feest met de stille instrumenten, georganiseerd door Mathilde en Harold, gingen we graven in ons eigen verleden. Zowel Pierre als ikzelf hebben een verleden in de wat meer experimentele muziekgenres. Ikzelf nam jarenlang deel aan de micromusicscene. Het was daar niet ongewoon dat er af en toe iemand als gestoorde robot het podium op kroop. Liefst met een disfunctioneel in elkaar geknutseld instrumentarium.
Grafisch zijn de kostuums dan weer een amalgaam van verschillende invloeden en referenties zoals:

1. Oskar Schlemmer
met zijn Bauhausballetten.




2. El Lissitzky (links: Wendingen - rechts: Proun 3 A)


3. En wat toevallige vondsten uit jaren 1930 zoals deze random foto, ooit opgeslagen op mijn harde schijf, maar ik heb er geen verdere info over.


Radiësthesie
Radiësthesie is de pseudowetenschap waarbij mensen op zoek gaan naar stralingen, meestal met behulp van een wichelroede of pendel. Het was aan het begin van de vorige eeuw behoorlijk populair, zeker in Frankrijk. Vooral ex-militairen, priesters en zelfverklaarde wetenschappers waren hier driftig mee aan het experimenteren.


De finale

In de explosieve finale krijgen we te maken met een onstuitbaar groeiende berg gekloond vlees. Het DNA van een gebraden kip vermengt zich in het meer van de oermaterie per ongeluk met dat van Mathilda en het resultaat is zowel geschift als monsterlijk. Een totale nachtmerrie.
Bij het tekenen van deze scène moest ik vaak denken aan de Caprichos van Goya. Om dat wat extra in de verf te zetten liet ik een kruising tussen een kip en Mathilda net naast onze verschrikte hoofdpersonages neerstorten.


Strips
Zoals gezegd waren de strips uit de jaren 1930 een van de belangrijkste inspiratiebronnen, zowel voor Pierre bij het schrijven als voor mij bij het tekenen. Een van de duidelijkste, maar misschien tegelijkertijd ook meest gemiste verwijzing in Ondergronds is ongetwijfeld die naar Rube Goldberg. Deze striptekenaar is vandaag alleen nog bekend omwille van de Rube Goldberg Machine, een term die gebruikt wordt om een absurd complexe machine mee aan te duiden die gemaakt is om een in principe eenvoudige taak te verrichten. Een fantastisch voorbeeld hiervan is te zien in een clip van OK GO! (This Too Shall Pass).

In Ondergronds maakten we onze eigen Goldberg-machine om de fabriek zonder stroom te zetten. Hieronder staat een eerste en hele vroege versie die uiteindelijk vervangen werd.


De grootste invloed op Ondergronds is misschien de man die in het algemeen zo'n beetje beschouwd wordt als de uitvinder van de avonturenstrip: Roy Crane. De klassieke gagstrip beu (hij kon naar eigen zeggen moeilijk elke dag een nieuwe grap bedenken) stuurde hij zijn personages op verre reizen en avonturen die maanden konden aanslepen (aan het tempo van één strook per dag in de krant, wat voor een cliffhanger om de drie plaatjes zorgt). De strips van Crane bulken van de furieuze (karaktervolle) vrouwen, vliegtuigen, grotten, mysteries, en karikaturale slechteriken. Dat alles getekend in een stijl die op één pagina van fotorealistisch tot karikaturaal kon gaan. In zijn serie Buzz Sawyer gebruikte hij de duotonetechniek waarbij je door met chemicaliën te schilderen op een chemisch geprepareerd papier rasterpatronen tevoorschijn kon toveren.

Toen ik nadacht over een gepaste techniek voor Ondergronds was Crane een inspiratiebron. Zelf duotone gebruiken, was echter geen optie (het is om te beginnen al onvindbaar) en achter de computer kruipen voor een digitale simulatie was voor mij ook weinig aantrekkelijk. De uiteindelijke streepjestechniek die ik gebruikte, met Oost-Indische inkt en een marterharen penseeltje zijn mijn poging om toch wat van dezelfde atmosferische lichteffecten te bekomen als in de strips van Buzz Sawyer.

Het hoeft bijna niet gezegd, maar natuurlijk waren een heleboel andere auteurs uit dezelfde periode een dankbare inspiratiebron. Popeye, Terry and the Pirates, Krazy Kat, Scorchy Smith, Polly en ook wat jongere reeksen als Steve Canyon, Rip Kirby en Johnny Hazard. Toevallig of niet werden en worden die reeksen de laatste jaren allemaal opnieuw uitgebracht. De ene in een nog luxueuzere en grotere uitvoering dan de andere. Pierre en ikzelf schijnen er maar moeilijk aan te kunnen weerstaan. Het gevolg: een lege portemonee en een volle boekenkast laat zich makkelijk raden.


Animatiefilm
Ooit volgde ik nog een opleiding animatiefilm aan Sint-Lukas, het is dan ook niet toevallig dat er twee animatiesequenties in de strip opduiken.
Het verhaal met de op hol geslagen windmolen is geïnspireerd door de Fleisher-studioanimatiefilms van de jaren 1930. In hun films duiken met de regelmaat van de klok antropomorfe gebouwen, bomen of allerhande voorwerpen op. We gaan er geen cijfer op plakken, maar in veel van de gevallen zitten ze ook een vrouw achterna.

 
De tweede sequentie op het einde van de strip is dan weer gebaseerd op het werk van Ray Harryhausen (zoe foto hiernaast), vooral bekend voor de stop motion van vechtende skeletten in Jason and the Argonauts (1963).


Dansen, watervliegtuigen,...
En zo kunnen we eigenlijk nog een hele tijd doorgaan. Bijna alles uit Ondergronds komt wel ergens vandaan. Ik zou nog willen schrijven over de vele wilde dansen die elkaar aan een snel stoomtreintempo afwisselden (met als een van de hoogtepunten de hysterische Jitterbug) en waar ik me, om me er iets bij voor te stellen en ook gewoon omdat het veel te leuk is, weken lang suf naar zocht op YouTube.

Of de speurtocht naar het juiste watervliegtuig voor Victor. Voor vliegtuigfanaten kon de pret niet op in de jaren 1930, ook duidelijk merkbaar door de overvloedig aanwezige vliegtuigen in films, boeken én strips van toen. Pilotenstrips waren een hele subcategorie binnen het avonturenstripgenre. Uiteindelijk werd het een Douglas Dolphin, een ook toen al zeldzaam vliegtuig, in sommige gevallen gebruikt als luxetransport, als ik me goed herinner zelfs door de president van de Verenigde Staten. En aangezien machtswellustelingen enkel genoegen nemen met het allerbeste leek het me perfect voor Dorgan en Victor.

Alles opsommen is niet mijn bedoeling, het zou misschien ook de pret wat bederven. Wikipedia is uw vriend.

Wij hebben ons alvast prima vermaakt met het verwerken van al die kleine knipogen en verwijzingen in Ondergonds. Hopelijk zijn we geslaagd in ons opzet en hebben we een moderne strip kunnen maken die tegelijk een snapshot van een erg tot de verbeelding sprekende periode uit de geschiedenis alsook een hommage aan onze illustere stripvoorgangers."


Schetsen en voorstudies