Christophe
Simon over Kivu |
|
|
Onderstaande
bijdrage van Jean-Pierre Fuéri verscheen
eerder in het Franse stripmaandblad Casemate
nummer 117 van augustus-september 2018. |
|
Over
Violette: "Violette en haar broer Jeremie
vissen met een zelfgemaakt visnet. Alles groeit in dit
land en de rivieren zijn visrijk. Baarsachtigen zijn er
in het bijzonder te vinden. In het ziekenhuis van Panzi
ontdekte ik een meisje dat helemaal onze Violette was,
maar nog te jong voor de rol. Ik liet me daarom inspireren
op meerdere kinderen. Ze draagt een lendendoek, het typische
kledingstuk voor arme Afrikanen. De rijksten kleden zich
vooral oosters. Op het platteland lopen ze blootsvoets."
Over Afrikanen: "Afrikanen hebben
andere uiterlijke kenmerken dan blanken. Het enige probleem
is dat we de twee personages enkel uit elkaar kunnen houden
aan de hand van hun haren, behalve dan min of meer via
hun wenkbrauwen die al of niet volgroeid zijn. Ze hebben
beiden dezelfde huids- en haarkleur. En als we dat haar
hadden laten groeien, dan zouden ze eruitzien als de Jackson
Five!"
Over de hutten: "Het brandende dorp
ligt er op de eerste plaat in een identieke prent vredig
bij. De hutten zien er een beetje hetzelfde uit als degene
die ik tijdens mijn vijf weken durende reis in Indië
heb gezien, op documentatiejacht voor Corentin.
Ze zijn opgetrokken uit planken en koeienmest, een heel
taai materiaal. Het dak bestaat uit boomstammen of palmbladeren.
Ze leven van landbouw en veeteelt."
Over klassiek: "Ik ben niet zeker
of zulke dorpjes met enkele tientallen mensen over elektriciteit
beschikken. Maar sommigen, niet allen, hebben smartphones.
Deze dorpen zijn met elkaar verbonden via simpele, onverharde
wegen. Voor een klassieke tekenstijl hanteer ik een klassieke
paginaopbouw. Ik respecteer de structuur met vier stroken
die Jean Van Hamme in zijn complete scenario toepast."
|
Over
bevelen: "De groepjes met aanvallers zijn
samengesteld met enkele kinderen die met machetes gewapend
zijn. Alleen hun chef beschikt over een machinegeweer.
De bevelen van de kolonel aan zijn welpen zijn het verkrachten
en verminken van vrouwen en kinderen voor hun familie,
baby's en bejaarden, levend of dood, verbranden in hun
hut."
Over bewegingen: "Indien mogelijk
gebruik ik een model, in de andere gevallen doe ik een
beweging na voor een spiegel of mijn webcam. Ik zoek in
slowmotion tot het gewenste beeld. Uiteraard ziet alles
er vervormd uit via de lens, maar ik heb op zijn minst
de pose. Ik verbeter het wel in de tekening. Sommige bewegingen
zijn moeilijker om na te doen, zoals de klap. Ik waardeer
de zekere vrijheid die Jean zijn tekenaars gunt. Jacques
Martin was een scenarist en tekenaar. Zijn opdringerigheid
vind ik niet terug bij Jean. Ik voel me nooit geïntimideerd,
zelfs al is zijn scenario heel precies."
Over delicaatheid: "Prent 5 was
moeilijk om te tekenen. Het meisje moest getoond worden
met haar ontluikende borsten. Ze moest mooi en sensueel
zijn, maar zonder lust op te wekken. Het is al delicaat
genoeg."
Over de academische lijn: "Sinds
Corentin spreekt men niet meer over de klare
lijn tegen mij, maar over een academische lijn. Ik vat
het op als een compliment. Ik hou van de schilderkunst,
kunstenaars zoals Pierre-Paul Prud'hon, Jean-Léon
Gérôme of Alexandre Cabanel. En de Belgische
tekenaar en gravurekunstenaar Félicien Rops..."
|
Over
tonen: "Alles tonen, niets zeggen. Deze
verkrachtingsscène mocht er niet eng uitzien, maar
de lezer mocht zich toch niet op zijn gemak voelen. Ik
toon daarom het uiteraard angstige gezicht van Violette
niet. Daarna zien we dat ze haar slipje nog aan heeft
toen de jongen haar probeerde te penetreren en daarna
bij de poging tot sodomie van de kolonel. Ze ontsnapte
dus aan het ergste."
Over uniformen: "De plunderende
officiers dragen uiteraard een uniform die vaak werden
verkocht door Belgische troepen toen ze zich terugtrokken
uit voormalig Congo... Kivu in de collectie Getekend
kunnen publiceren, toont aan dat het album bedoeld is
voor een 16+-publiek en niet voor de jongere lezers van
Alex of Corentin."
Over leven wekken: "Mijn personages
tot leven wekken, blijft mijn belangrijkste bezigheid.
Toen ik werkte voor Jacques Martin was het omgekeerd:
hij dacht aan compositie, opbouw boven anatomie. Ik heb
veel geleerd, nog steeds, door naar levend model te tekenen.
Dat zal ook te zien zijn op een expo over Kivu
en Corentin (die tot 24 november doorgaat in
Huberty & Breyne Gallery in Brussel, red.). Mijn volgend
project voor Le Lombard begint pas over drie maanden.
Ik bereid voor de expo een reeks olieverfschilderijen
en houtskooltekeningen voor."
Over pakketjes van vier: "Het scenario van
Jean is zo precies dat ik geen storyboard maak. Dat heb
ik wel gemaakt voor Corentin omdat hij me zijn
scenario liet uitwerken. Voor Kivu las ik zijn
tekst, liet ik die bezinken en als ik alle beelden in
mijn hoofd had, startte ik met de potloodtekeningen. Ik
werk in pakketjes van vier pagina's die ik daarna in één
keer inkt."
|
Over
contrast: "Een sterk contrast tussen het
broeierige, groene, weelderige, gewelddadige Afrika en
de financiële wereld zonder kleur, statisch en ijzig.
Clean zoals een koelkast in een slagerij. Twee tegengestelde
werelden staan op deze plaat verenigd. Om geen eventuele
vergeldingsmaatregelen te riskeren, maken we geen enkele
rechtstreekse allusie op een leider van de nieuwe economie
en een belangrijke autoconstructeur, grote aankopers van
coltan. Het gebouw is onpersoonlijk. En de stad die wat
later te zien is, is een mix van Brussel, Nancy en Metz."
Over de saaie held: "En hier is
onze held François Daans te zien. Nog in zijn rol
van jong, dynamisch kaderlid met zijn haar dat goed zit,
kostuum en das. De kerel die in zijn studies geslaagd
is, het type eerste van de klas en een beetje saai. Jean
verweet me in het begin zelfs dat ik 'm te knap heb getekend."
Over acteurs: "Als filmliefhebber zie ik
altijd gezichten van acteurs als ik een scenario lees.
Ex-huurling Peter De Bruyne deed me denken aan Anthony
Hopkins. En de voorzitter aan een overleden Franse acteur.
Jean merkte op dat zijn erfgenamen misschien niet echt
zullen appreciëren als ze ontdekken dat zijn uiterlijk
is gebruikt in een niet zo flatterende context. Daarom
veranderde ik de neus en drie dingetjes. Zo krijgt de
lezer de indruk dat hij op iemand lijkt zonder hem te
kunnen identificeren."
Over pen en penseel: "Ik werk op
Schoellerpapier van 40 op 53 centimeter, ik teken met
potlood en inkt met Chinese inkt. Ik gebruik een pen voor
de gebouwen, vuurwapens, alles met rechte, fijne lijnen.
Met penseel speel ik met zwarte vlakken en die geven wat
dynamiek aan de personages, de begroeiing, enzovoort." |
Christophe
Simon over Corentin |
|
|
Onderstaande
bijdrage van Jean-Pierre Fuéri en
Frédéric Vidal verscheen
eerder in het Franse stripmaandblad Casemate
nummer 93 van juni 2016. |
|
Christophe Simon over het geheime droomproject: "Mijn
voorliefde voor Corentin gaat terug tot mijn
7-8 jaar toen mijn grootvader me het tweede deel uit de
reeks cadeau gaf. Dat was liefde op het eerste gezicht,
voor het leven. Toen uitgever Gauthier Van Meerbeeck bij
me thuis de verschijning van het eerste deel van Sparta
kwam vieren, zag hij aan de muur enkele originelen van
Paul Cuvelier hangen. Omdat hij mijn verlegenheid kent,
vertelde mijn partner Alexandre hem dat het tekenen van
een Corentin mijn geheime droomproject is. Dat
project stond Gauthier wel aan. Maar er moest nog een
scenario gevonden worden. Ik had de novelle van Jean Van
Hamme gelezen en ik heb het altijd jammer gevonden dat
Cuvelier dat nooit heeft getekend."
Jean Van Hamme over Cuvelier: "Ik
herinner me hoe Paul indertijd zei: 'Je had me het scenario
moeten geven, ik zou het met plezier getekend hebben."
Christophe Simon over de novelle: "De novelle
was goed voor zeventien strippagina's. Dat was een beetje
kort, ik heb daarom enkele scènes uitgebreid zonder
er nieuwe te creëren."
Christophe Simon over reizen naar Indië:
"Maar voordat ik eraan begon, wilde ik per
se Indië bezoeken. Alexandre en ik zijn samen vertrokken
met een dokter en zijn vrouw, grote kenners van het land.
In functie van het scenario stippelden ze een tocht uit
van 2.500 kilometer. We logeerden bij gastgezinnen. Alex
nam meer dan zevenduizend foto's tijdens de vijf weken
durende reis. We waren doordrongen van de sfeer."
Christophe Simon over Corentins kont: "Het
paleis is geïnspireerd op dat van Orchhâ in
het noorden van Indië. Corentin kijkt door een mashrabiya,
een venster waar de wind door kan waaien zodat de kamer
kan verfrissen, maar waar je ook door kan kijken zonder
gezien te worden. En om zich te beschermen tegen apen
of zelfs gemene krokodillen. Daar ben ik in een straat
eens door achtervolgd geweest. Gelukkig kwamen voorbijgangers
tussenbeide. Nee, ik toon Corentins kont niet voor de
eerste keer. Herlees maar eens Het Rijk van het Zwarte
Water!"
|
Christophe Simon over poseren: "Corentin
bereidt zich voor om als een ninja op te gaan in de nacht.
Het valt niet altijd mee om een model te gebruiken, dus
neem ik zelf soms een pose aan voor een spiegel om me
in die situatie te fotograferen."
Christophe Simon over respect: "Er
staan drie paginagrote illustraties in dit album waaronder
degene die na deze pagina komt, maar die je hier niet
te zien krijgt. Die platen hebben me altijd gefascineerd,
ook die uit Het Mysterie van de Grote Piramide
(van Blake en Mortimer) dat ik recent nog herlas.
Dat is een ware ontspanning! Ik wilde deze plaat nog met
veel licht tekenen want we gaan hierna over in een donkere
periode en ik vreesde ervoor dat het de lezer zou vervelen.
Ik ben vaak gefrustreerd door sommige huidige strips waarin
de inkleuring de tekening wegdrukt en waarin je niet veel
kan onderscheiden. Het tekenen van het paleis kostte me
nogal wat tijd. Ik zou niet graag gehad hebben dat het
vaag overkwam. Alex heeft het hele album handmatig met
gouache ingekleurd. We hebben ons erg geamuseerd door
op de ouderwetse manier te werken, ik bij het tekenen,
hij bij het inkleuren, en zonder de computer als hulpmiddel.
Corentin is Corentin, dat moet je respecteren."
Christophe Simon over egoïsme: "In
feite was het een egoïstisch plezier. Ik wilde de
Corentin maken die ik wilde lezen. En vooral
door niet te proberen het te moderniseren. Ik wilde dat
hij op het eerste gezicht te herkennen was. Dat vooral
ik hem zou herkennen!"
Christophe Simon over authentieke kleuren: "De
kleuren van hier bijvoorbeeld de dekens op de bank zijn
nogal geweldig. Die vind je nochtans overal in Indië
terug, vandaag en ook in de achttiende eeuw. We hebben
in enkele goed onderhouden paleizen oude fresco's kunnen
bekijken die als model dienden en die me toelieten om
zo trouw mogelijk de Indische realiteit te volgen."
|
Christophe Simon over de patrouille: "Deze
patrouille wordt verondersteld indringers te onderscheppen
in het paleis van hun prins. Discipline lijkt niet hun
sterkste punt te zijn. In de eerste prent geven hun hellebaarden
een rommelige indruk. Onderaan steunt een van hen nonchalant
op zijn speer, de ander houdt een hand in de zij. Op de
volgende pagina lachen ze met een grap terwijl het lawaai
hen had moeten alarmeren."
Christophe Simon over Bollywood: "Ik
wilde een typisch Indische nonchalance weergeven. En ik
wilde ook het theatrale gedrag van sommige personages
benadrukken, bijvoorbeeld Sa-Skya die zich voor de voeten
van haar vader op pagina 45 werpt. Daar vind je een bepaalde
luchtigheid, een gevoel voor komedie dat enkel voorbehouden
lijkt voor romantische Bollywoodfilms. Maar nee hoor,
Indiërs zijn een beetje zo."
Christophe Simon over de moeilijkheidsgraad: "De
ingewikkeldste scènes zijn niet noodzakelijk de
moeilijkste om te tekenen. Ik spendeerde drie weken aan
het rond de pot draaien voor een kleine prent, de eerste
op pagina 22. Je ziet er een jonge Indiër die door
een deur gaat. Het is een vermomde Corentin. Ik wilde
dat de lezer hem meteen zou herkennen zonder het echt
zeker te zijn. De tekst erbij helpt niet. Uiteindelijk
gaf ik hem hetzelfde uitzicht als op de vorige pagina."
Christophe Simon over nieuwsgerigheid opwekken:
"Aha, de 'OOO!' in de laatste prent! Onze
voorlopers publiceerden in weekbladen en wekten de nieuwsgierigheid
van de lezer op het einde van de pagina op om hen aan
te sporen het volgende weekblad te kopen. Ik paste dat
gebruik graag toe wat in het album de lezer gewoon zin
moet geven om de pagina om te slaan. Deze 'OOO!' impliceert
dat er een dramatisch vervolg komt. Maar we zijn in Indië..."
|
Christophe Simon over het paleis: "Het paleis
van Orcchâ, waar we ons op inspireerden, werd gebouwd
door een edelman die er slechts één nacht
in verbleef. Het was te sober. Hij liet 20 of 30 kilometer
verderop een veel luxueuzer paleis bouwen. Tegenwoordig
is het gesloten voor het publiek en zijn er werken om
te voorkomen dat het instort. De verantwoordelijken die
het doel van onze reis kenden, lieten ons vriendelijk
binnen."
Christophe Simon over de kamer: "Ik
heb de vorm van deze kamer gereconstrueerd op basis van
wat we tijdens ons bezoek zagen. Een Brusselse antiquair
hielp me aan alle benodigde documentatie over het Mogolrijk
uit de achttiende eeuw."
Christophe Simon over verliefd op Indië: "Je
verwacht je aan dit soort paleis bij een grote stad. Maar
dit paleis stond bij een klein dorp waar nooit toeristen
komen. De inwoners ontvingen ons hartelijk bij hen thuis.
In de grote steden rennen kinderen je achterna en smeken
ze om snoepjes. Hier boden kinderen ons hun snoepjes aan!
Iedereen was trots om ons hun manier van leven te tonen.
Dat waren werkelijk ontroerende momenten. Net om die mee
te maken, verlieten we de geëffende paden. Het is
een prachtig land. Ik ben vertrokken met een liefde voor
Corentin, ik ben verliefd op Indië weggegaan.
Misschien keert Corentin er weer naartoe. Met zevenduizend
foto's kan ik nog wel een en ander tonen."
Christophe Simon over het volgende project: "Maar
ook al wordt het album een succes, dan moet er nog een
akkoord komen van de erfgenamen, en die zijn talrijk en
heel verdeeld. Op dit moment (dit interview vond plaats
voor de verschijning van het album, red.) hebben ze enkel
fotokopieën van de eerste twaalf pagina's gezien.
In elk geval is de beslissing niet meteen aan de orde.
Ik ben aan een ander project begonnen (een one-shot, opnieuw
op scenario van Jean Van Hamme, red.) en het is uitgesloten
dat ik twee onderwerpen tegelijk behandel. Ik wijd me
graag voor 100% aan elk van mijn projecten." |
|