Onderstaande
bijdrage van Jean-Pierre Fuéri en
Frédéric Duval verscheen eerder
in het Franse stripmaandblad Casemate nummer
131 van december 2019.
|
Over
vlotte actie: "Eerste verschijning van luitenant
Blueberry die niet meteen de situatie, die zich voor zijn
ogen afspeelt, begrijpt. Een indiaan stond op het punt
een van de twee blanke jongens, die zijn dochter wilden
verkrachten, de keel over te snijden. Een actiepagina
die moeilijk in beeld te brengen is. Aanvankelijk was
de middenste prent klein. Daarna begreep ik dat ik die
moest uitspelen, vooral omdat ik een ware Winchester-fetisjist
ben. En ik was heel blij om die in handen te zien van
een blanke meid met een heel dubbelzinnig karakter. Ik
ben gek op dit beeld. Om de positie van elke acteur en
de opeenvolging van de actie vlot te maken, moet je je
echt uitsloven"
Over de kraanbeweging: "Bijna alle
decors zijn hier op ooghoogte van de personages. Of anders
vanop de grond af gezien zoals bij de dode in prent 3.
In de eerste prent op de volgende pagina wordt de balans
opgemaakt. Mathieu Sapin noemt dat de 'kraanbeweging'
dat me elke keer doet lachen. We tonen daarbij een scène
vanuit de lucht gezien. Jean Giraud had de neiging dat
veel toe te passen bij het ouder worden. En zijn imitatoren
maken daar soms misbruik van."
Over de balansprent: "In tegenstelling
tot een filmkijker kan een striplezer, die een scène
niet begrijpt, terugbladeren. Een heel slecht signaal
voor een tekenaar. We kunnen wel een mysterieus gegeven
aansnijden, op voorwaarde dat het duidelijke antwoord
snel genoeg komt. Op het scherm zou je elk lijk een seconde
lang in beeld kunnen brengen. In een stripverhaal niet.
Dan kan je een balansprent gebruiken, vooral in een scène
waarin meerdere personages aan bod komen met simultane
actie die gevolgen heeft voor de anderen."
|
Over
paarden: "Vijf houdingen van een paard.
Dat doet me plezier, want ik teken graag paarden. Ik probeer
me op dat gebied voortdurend verder te bekwamen. Ik heb
gemerkt dat als ik me baseer op een stilstaand beeld het
mijn tekening iets zwaks geeft. Ik werk daarom vaak met
een scherm waarvan ik een muur met een tiental foto's
van paarden heb gemaakt. Of ik kijk naar een filmscène.
Soms teken ik ze gewoon door een beroep te doen op mijn
geheugen, want hoe dan ook... In ieder geval moet je voorbeelden
afwisselen met je eigen aanpak. Een tekening die niet
verder gaat dan een reproductie van een gefotografeerde
realiteit is altijd minder sterk."
Over zwart-wit en kleur: "Ik let
erop dat alle elementen en info al in zwart-wit te zien
zijn. Het moet zelfs duidelijk zijn op welk uur van de
dag de scène zich afspeelt. Kleuren, die in mijn
ogen fundamenteel zijn, moeten iets bijbrengen, maar niets
weglaten van het zwart-wit. Als ik inkleur, beschouw ik
dat alsof ik nog steeds aan het tekenen ben."
Over BLOODY HELL!: "We proberen
de uitspraken en de gimmicks die eigen aan de reeks Blueberry
zijn, absoluut niet te hernemen. De veronderstelling dat
het anders een parodie zou zijn, willen we vermijden.
We vertellen een totaal ernstig verhaal! Uiteindelijk
heb ik toch twee uitspraken gebruikt. Hier roept de luitenant
een 'Bloody hell!' en wat verder permitteert McClure zich
ook een vloek. Aanvankelijk zou die ‘'Bloody hell!'
hier niet eens voorkomen. Maar door het eraan toe te voegen,
kreeg de prent iets iconisch en werd het nog levendiger.
Iets wat hij zegt vetter zetten, ook al oogt het wat naïef,
geeft echt de indruk dat de kerel luider praat."
|
Over
tijdsverloop: "Hier speelt het verhaal met
het verlopen van de tijd. In de eerste scène is
er een snel, droog en ietwat verwarrend vuurgevecht. Dan
stopt de actie. De gelijke grootte van de drie volgende
prenten helpt te begrijpen dat ze zich alle drie afspelen
in hetzelfde tijdsverloop, heel kort, tak tak tak…
Ook al is dit geen absolute regel."
Over prentgroottes: "Het grotere
formaat van de eerste prent in de voorlaatste strook geeft
aan dat, zelfs al zijn de jongeren nog in paniek, het
meisje de tijd kreeg om te kalmeren en na te denken. Dat
ze rustig rechtstaat en niet rechtspringt bevestigt dat.
De close-up van Blueberry bevestigt dan weer dat hij heel
wantrouwig is en zijn aandacht niet laat verslappen, temeer
omdat hij de situatie in het begin bijna licht opvatte,
in de trant van: 'Het kan me niet schelen, tenzij er wat
gebeurt.' Hij staat recht en begrijpt het snel. Een manier
om te laten zien dat hij een professional is. Instant-intuïtie."
Over de tekenstijl: "Ik werk op
A3-vellen, scan ze in en kleur in met Photoshop. Omdat
mijn tekenstijl in de loop van de maanden veel evolueerde,
legde ik liever al mijn ervaring in het maken van het
storyboard dan het tekenen van de pagina's. Ik ben daarom
heel laat beginnen inkten. Ik moest realistischer te werk
gaan dat in Gus (Blains eigen andere westernreeks,
red.). Vandaar dat ik moest waken over een niet aflatende
focus. Ik speel met schaduwen en zwartpartijen. Er is
geen sprake van dat mijn tekenstijl zou lijken op de zo
vaak opgepompte tekenstijl van Giraud. Mijn tekenstijl
moest er minstens naar verwijzen."
|
Over
lachen met Blueberry: "Een uitlegscène
waarin Blueberry het vuurgevecht in de context laatst
en de mogelijke, toekomstige drama's ten berde brengt.
Een nogal statische scène, verluchtigd met gedoe
van zijn paard. We kunnen wat lachen met hem door het
burleske tussendoortje. Om een toppunt te geven aan de
shit waarin Blueberry verzeild raakte, bezorgt zijn paard
hem ook nog eens problemen door te weigeren hem te gehoorzamen.
In feite gaat het hier niet om. Wat westerns ons laten
zien, is vals, want paarden hebben ongelofelijk veel schrik
voor vuurschoten. Blueberry moet zijn paard dus geruststellen."
Over Clint Eastwood: "Clint Eastwood
heeft heel goed uitgelegd dat die angst een waar probleem
is voor filmopnames. Bij het eerste vuurschot panikeerden
de rijdieren. Door hun reactie zag Eastwood zich genoodzaakt
voortdurend rustig, hoffelijk en empathisch te werken.
Hij vermeed ook dat de mensen in zijn filmploeg zich opwonden,
wat de paarden ook oncontroleerbaar zou maken."
Over vooruitgang: "Ik hoop het tweeluik
in 2020 te kunnen afronden. Ik ben er zeker van dat het
tweede deel beter zal zijn dan het eerste. Ik heb vooruitgang
geboekt en heel veel dingen op een rijtje gezet waardoor
ik sneller kan werken. De uitgever had één
opmerking: niet over de 64 pagina's gaan. Dat is al meer
dan de oorspronkelijke Blueberry's, hoewel die
albums de indruk geven meer te vertellen door de doorwrochte
tekenstijl van Giraud en de vele teksten van Charlier.
Als je die openslaat, is je eerste reactie dat de pagina's
overladen zijn. Bij het lezen lijkt alles echter vlot.
Dat is heel vreemd." |