Alle
bijdragen van Bart Proost aan de rubriek
De Commentator
bundelen we op deze pagina.
Klik verder naar de volgende onderwerpen:
• 08/06/2015 Making
of Alleen op de Wereld (5): De laatste
• 22/04/2015 Making
of Alleen op de Wereld (5): De tekst en de tekstballonnetjes
• 07/03/2015 Making
of Alleen op de Wereld (4): Het inkleuren
• 27/12/2014 Making
of Alleen op de Wereld (3): Het tekenwerk in inkt
• 02/12/2014 Making
of Alleen op de Wereld (2): Het verhaal
• 01/11/2014 Making
of Alleen op de Wereld (1)
Dit
is de laatste update over het bij Saga Uitgaven
te verschijnen album Alleen op de Wereld door
Bart Proost.
"In deze allerlaatste episode over het maken van
Alleen op de Wereld: Chavanon, wil ik kort nog
even ingaan op enkele aspecten.
Laten we beginnen met het ontwerp van de cover: er waren
enkele opties die ik wilde uitwerken voor de cover van
dit album. Maar twee ideetjes hadden na een tijdje overduidelijk
mijn voorkeur: Het eerste idee was een ontwerp met een
(althans in mijn ogen) krachtig beeld uit de scène
waarin Remi voor het eerst zijn 'vader' (Jérôme
Barberin) ontmoet én benadert. Remi wordt door
Barberin krachtig weggeduwd met zijn wandelstok. Dit is
natuurlijk een serieuze verrassing/ontgoocheling voor
de jongen en tegelijk ook dé centrale scène
voor dit boek, zowel thematisch als inhoudelijk.
Het tweede idee was losjes geïnspireerd op een van
mijn favoriete schilderijen uit de Duitse Romantiek: De
Wandelaar in de Bergen (1818) door mijn persoonlijke
favoriet Caspar David Friedrich (zo wete
je nu in welke mate ik fan ben van Friedrich — maar
ook van Bill Watterson: mijn oudste zoontje
heet Casper). Ik heb dat altijd geweldig
gevonden, die melancholische figuren van Friedrich die
— met de rug naar ons toegekeerd — ingetogen
een machtig natuurlandschap bewonderen. Het tweede ontwerp
was dus mijn eigen, kleine, nederige hommage aan deze
Duitse grootmeester.
Nadat ik beide covers had uitgetekend, ingekleurd en van
typografie voorzien, werd de knoop doorgehakt. Ja, de
tweede cover was positiever, kleurrijker en misschien
zelfs commerciëler... Maar het eerste ontwerp was
eerlijker, straffer, directer en sloot qua sfeer veel
beter aan bij de thematiek van het album. Het was me al
redelijk snel duidelijk dat dit ontwerp dé uiteindelijke
cover moest worden. Toegegeven, het ziet er een beetje
cru uit, maar dat mag ook: het ontwerp moet tenslotte
de ambitie hebben om op te vallen in de rekken van de
stripspeciaalzaak én om de interesse te wekken
van de potentiële lezer, voor de klant, nietwaar?
De prent met de climactische scène tussen Remi
en Barberin zou de cover worden. Maar het tweede ontwerp
heb ik uiteindelijk ook heropgevist als illustratie voor
de backcover, waar tegelijk ook de korte inhoud aan werd
toegevoegd... Ook de uitgeverij (Saga Uitgaven) zag dit
helemaal zitten: de keuze was dus gemaakt!
Zoals eerder vermeld zal dit album (waaraan momenteel
de aller-aller-allerlaatste hand wordt gelegd om alles
drukklaar te maken) uitgegeven worden door Saga Uitgaven.
Ik kan bezielers/zaakvoerders Martin
en Johan alleen maar dankbaar zijn én
blijven voor de kans om dit boek uit te brengen in een
prachtige, verzorgde uitgave. Merci, mannen!
Begin september verschijnt de hardcoverversie, een maand
later gevolgd door de sofctoverversie. Op signeersessies
zal je me misshcien aantreffen bij onderstaande banner.
Oh ja, als uitsmijter... Ik heb ook een leuke trailer
gemaakt voor dit album en op YouTube gepost. De trailer
sluit (met die opeenvolging van potloodschetsen, inkttekeningen
en ingekleurde platen) perfect aan bij dit making of-concept,
dus geef ik je bij deze met alle plezier de première:
De muziek waarop ik deze beelden heb gemonteerd, is een
liedje van een groep waarvan ik als tiener tot op heden
een enorme fan ben gebleven: Gorki. Ik
heb in 2010 nog samengewerkt met Luc De Vos en
zijn groep aan een theatertournee en was dan ook enorm
aangegrepen door zijn plotse overlijden op 29 november
2014. Maar dat is (godzijdank) niet de reden waarom ik
voor dit lied heb gekozen. Ik blijf een enorme fan en
de muziek van Gorki is altijd een soundtrack bij mijn
leven geweest. Hij Is Alleen is een van mijn
favoriete Gorki-nummers en in alles (titel, sfeer,...)
een perfecte combinatie met de platen uit dit album. En
meteen ook een bedankje aan Gorki voor alle geweldige
muziek...
En hopelijk is dit dan ook meteen ook een perfecte afsluiter
voor deze laatste aflevering van De Commentator. Hopelijk
heb ik je een beetje kunnen boeien. Of wie weet... zelfs
kunnen warm maken voor het album?"
Making
of Alleen op de Wereld (5):
De tekst en de tekstballonnetjes
Om
de zoveel tijd verschaft Bart Proost
ons een kijkje op zijn vorderingen aan de strip Alleen
op de Wereld.
"Er zijn — ruwweg — twee manieren om
tekstballonnen toe te voegen aan een stripverhaal: ofwel
teken je de ballonnetjes met de hand (rekening houdende
met de hoeveelheid tekst die er in komt te staan —
zie scenario), ofwel plaats je de ballonnetjes met de
computer (met de nodige software, bijvoorbeeld Comic Life).
Het heeft allebei zijn voor- en nadelen: de eerste werkwijze
(ballonnen tekenen) spaart je wat tekenwerk uit (waar
je een ballon plaatst moet je niks tekenen natuurlijk),
maar je kan dan achteraf ook niet meer spelen met de plaats,
de vorm of het formaat van de ballon. En da's natuurlijk
wel handig als je je tekst nog wat wil wijzigen (uitbreiden
of inkorten). Maar ook bij vertalingen is het digitaal
plaatsen van ballonnen meegenomen: de ene taal is nu eenmaal
wat bondiger dan de andere.
Voor Alleen op de Wereld was de keuze snel gemaakt: aangezien
ik mezelf de vrijheid wou geven om achteraf nog wat te
zoeken en te spelen met de teksten (bewoordingen, zinsconstructies,
enzovoort), koos ik al vanaf de eerste schetsen voor volledig
uitgewerkte tekeningen zonder handgetekende tekstballonnen.
Die heb ik dus achteraf (zelfs pas nà de inkleuring)
toegevoegd met het digitale pakket Comic Life. Het was
ook deze versie die ik — in mijn korte zoektocht
naar een publicatie — omzette in pdf's en doormailde
naar mogelijke uitgevers. Deze versie kon je trouwens
ook zien en lezen in Stroke waarin Alleen
op de Wereld werd voorgepubliceerd.
Tot mijn grote verbazing bleken er meerdere uitgeverijen
serieuze interesse te hebben om dit album uit te geven.
En aangezien ik alleen uitgeverijen had aangeschreven
voor wiens catalogus ik het grootste respect heb, was
dat natuurlijk een hele eer... Uiteindelijk viel de keuze
op een uitgeverij die prat gaat op kwaliteit en mooie
uitgaven: Saga Uitgaven.
Na een overleg met beide sympathieke heren werd besloten
om de lettering licht aan te passen: de ballonnen werden
behouden, maar in de uiteindelijke opmaak (in InDesign)
zou de uitgeverij een lichtjes aangepast lettertype gebruiken.
Zonder enig probleem werd het uiterst geschikte lettertype
(en de beste lettertypegrootte) gezocht en gevonden. Na
enkele aanpassingen hier en daar (en enkele tekstuele
toevoegingen van Jorikus Magnus-scenarist Stijn
Verhaeghe) stond de lay-out eindelijk op punt.
Nog eens een dikke merci, Stijn!
Voorbeeld van lettering in Comic Life (door Bart
Proost):
Voorbeeld van lettering in InDesign (door Saga
Uitgaven):
En nu? Momenteel wordt de cover nog onder handen genomen...
en daarna is het wachten tot september 2015!
Volgende keer, in de laatste aflevering van deze making
of, vertel ik nog wat meer over het ontwerp van die cover(s),
over de releasedata en krijgje de trailer van het album
voorgeschoteld. Benieuwd of jedie zal lusten. De titel
is ondertussen al definitief: Alleen Op De Wereld:
Chavanon... Meer info volgt dus nog, beloofd!
Tot slot een andere vergelijking tussen beide letteringen,
nu van een complete plaat."
Om
de zoveel tijd verschaft Bart Proost
ons een kijkje op zijn vorderingen aan de strip Alleen
op de Wereld.
"Voor
de inkleuring van deze Alleen op de Wereld ben
ik meermaals aan het twijfelen geweest. Eerst —
in den beginne — was het mijn bedoeling om het verhaal
zwart-wit te laten. Vandaar dat ik ook — in tegenstelling
tot bijvoorbeeld de lijntekeningen van mijn Alexander
De Grote-strips — bij het inkten al extra
veel werk had gestoken in het werken met schaduwen en
sterke licht-donkercontrasten. Zonder inkleuring leek
het me belangrijk om terug te vallen op een beetje good
old clair-obscur, voor de dieptewerking, maar ook
voor de sfeer... Maar dat had ik vorige keer ook al deels
besproken.
Iets wat me in dit stadium al redelijk snel duidelijk
werd, was dat ik in de opmaak van de bladspiegel niet
wilde werken met een klassieke, witte kadrage maar eerder
met pikzwarte randen, kaders en boordjes.
Als in een Droom, het befaamde 'experimentele'
Robbedoes-album van Tome &
Janry was het eerste album dat ik onder
ogen kreeg dat volledig gebruik maakte van zulk een kadrering
en da's blijkbaar altijd blijven hangen. Toen ik 2008-2009
in functie van mijn exposities in Neerpelt (Dommelhof)
en Turnhout (Warande) voor de eerste keer uitpakte met
wat somberder en grafischer werk dat was gebaseerd op
liedjesteksten, wel, toen waren de zwarte randen en kaders
ook automatisch van de partij. Eens ik diezelfde prenten
even later herwerkte (voor Plots! Magazine) tot
kortverhaaltjes, wel: hetzelfde verhaaltje. Sobere, beetje
zwaarmoedige verhaallijnen met even zwarte en zware kaders.
Noem het gerust een stilistische afwijking...
Maar na een tijdje sloeg de twijfel dus toe... Misschien
was het toch beter om de pagina's wat kleur te geven?
Enkele ingekleurde proefplaten zouden duidelijkheid scheppen.
Inkleuren, oké. Maar hoe? Welke techniek zou ik
uitproberen. De klare, kleurrijke en strakke digitale
illustratorinkleuring van Alexander zou te commercieel,
te clean en te tijdrovend zijn voor dit project. Te tijdrovend?
Ja, na een fulltimejob in het onderwijs, een druk gezinsleven,
een basketbalcompetitie en een andere stripreeks, schiet
er nu eenmaal niet héél véél
tijd over voor nog een extra stripalbum. Als ik Alleen
zou inkleuren, dan zou het op een knappe maar deadlinevriendelijke
manier moeten gebeuren.
Optie 1: laat iemand anders de inkttekeningen inkleuren.
Bijgevolg had ik gevraagd of mijn moeder, gerenommeerd
grafisch kunstenaar Bie Flameng (www.bieflameng.be),
een paar proefplaten wilde inkleuren in haar gespecialiseerde
techniek (kleurpotlood, digitaal bewerkt). De resultaten
waren zéér knap, sfeerrijk en — zeker
— origineel. Maar bij nader inzien stak ze er toch
wel érg veel tijd in en daar voelde ik me niet
op mijn gemak bij. Het was niet de bedoeling om zelf te
besparen op werktijd om dan anderen met een berg onbezoldigd
werk op te zadelen. Profiteren, noem ik dat. ;-)
Optie 2: op zoek gaan naar een alternatieve, bewust ruwe,
efficiënte digitale inkleuring, liefst gebaseerd
op grijswaarden, gecombineerd met één steunkleur.
Na wekenlang experimenteren in Photoshop (spelen met lagen,
tinten, enkele filters, verschillende steunkleuren, enzovoort...
Het exacte proces houd ik liever voor mezelf) had ik uiteindelijk
mijn gewenste techniek gevonden: gebaseerd op blauwgrijze
tinten maar vooral een techniek die authentiek en grafisch
is, maar tegelijk ook expres een beetje buiten de lijntjes
kleurt.
En toen begon... de rondvraag: een digitale proefversie
van de zwart-witversie ging overal mee naartoe en werd
voorgelegd aan iedereen die enigszins geïnteresseerd
was... Stripverzamelaars op stripbeurzen, gerespecteerde
stripkenners, collega-tekenaars en -scenaristen, uitgevers,
familie en vrienden,... De vraag was eenvoudig: zwart-wit
of toch eerder ingekleurd?
Na
een wekenlange enquête was het antwoord duidelijk:
inkleuren maar! Eventjes slikken... Maar de ondervraagden
hadden natuurlijk gelijk: dit album verdiende een kleurtje.
Dus: vier maanden extra werk... Maar het resultaat mag
(hopelijk) gezien worden... Oordeel vooral zelf."
Making
of Alleen op de Wereld (3):
Het tekenwerk in inkt
Maandelijks
verschaft Bart Proost ons een kijkje
op zijn vorderingen aan de strip Alleen op de Wereld.
"Het schetsen en het uitwerken van de potloodtekeningen
voor dit album werd tussendoor afgewisseld met het inkten
van diezelfde pagina's...
Dat is geen bewuste keuze geweest, het is gewoon zo gegroeid.
Het had vooral te maken met de context, de situatie waarin
ik werkte aan deze platen. Zoals eerder gesteld heb ik
deze strip meestal tijdens mijn verlofperiodes getekend
(ik ben leerkracht, dus we hebben het over de schoolvakanties,
daar zijn er genoeg van).
De potloodtekeningen werden voornamelijk overdag getekend,
en thuis. Het inkten gebeurde dan weer veelal op vakantie
in het buitenland: Zwitserland, Oostenrijk, Frankrijk,
enzovoort. Daar was ik namelijk vooral 's avonds aan het
werk, op een gezellig terrasje in de bergen. Dat weerspiegelt
zich ook een beetje in de landschappen.
Het inkten is overigens veruit mijn favoriete bezigheid
bij het maken van een stripalbum. Velen zullen dit misschien
een beetje vreemd vinden. Uiteindelijk houden de meeste
tekenaars voornamelijk van de potloodfase, maar dat staat
bij mij pas op de tweede plaats. Ik houd van het strakke,
het overdachte, het gecontroleerde en zelfs het definitieve
van een inktlijn. Ik ben dan ook enorm lineair ingesteld
als tekenaar. Ik ben echt een 'lijnenman': de dynamiek,
de sfeer, de details van een tekening vallen pas echt
in de plooi bij de omlijning in inkt. Nu, de zwierigheid
en de spontaniteit van een potloodtekening: dat heeft
ook zeker zijn charme maar bij mij heeft de zwarte inktlijn
toch net een streepje (hèhè) voor...
Het inkten is trouwens ook bepalend voor mijn —
ehum — herkenbare tekenstijl: mijn tekeningen worden
altijd wat strakker, sommigen zouden zeggen 'hoekiger'
door mijn inktlijnen. Dat heeft ook te maken met mijn
inkleuring... maar daarover later meer.
Ik werk bijna uitsluitend met Rotring Tikky Graphic (voorgevulde)
tekenstiftjes & Artline Ergoline Calligraphy pennetjs
— en soms zelfs met alcoholstiften! Voor mij dus
geen potjes Oost-Indische inkt, penseeltjes of andere
merken van stiftjes... In principe ben ik iemand die —
zeker voor Alexander De Grote (mijn andere, erg
kleurrijke stripreeks) — weinig werkt met een uitgesproken
schaduweffect via zwart-witcontrasten. Maar oorspronkelijk
was ik van plan om dit album slechts in zwart-wit uit
te werken en bovendien vroegen de meeste scènes
('s avonds bij mevrouw Barberin, in de dorpscafé
Notre Dame, enzovoort) om toch redelijk duistere settings
en sfeerschepping. Bijgevolg zijn de prenten in dit album
donkerder en zwarter dan men van mij gewend is: vandaar
dat ik daarnet ook die kalligrafiepennetjes en die alcoholstiften
noemde. Soms voor diepzwarte vlakken, vaak voor eerder
verticaal gearceerde schaduwvlakken. Geloof me vrij: je
zal er niet naast kunnen kijken!
Als afsluiter deze platen nog, de eerste pagina's van
het album: zoals je ziet is ook de inkting vaak een werk
in verschillende fases. Of hoe een eerste fase nog wat
te leeg, te wit, te karig blijkt te zijn en pas na een
deel aanpassingen en aanvullingen meer diepte en meer
contrast begint te vertonen. Tja, het moet goed zijn...
En dan heb ik het een volgende keer over de inkleuring
— dat was een hele dobber. Wel inkleuren, niet inkleuren,
en in welke techniek dan. Maar een tipje van de sluier
wil ik al oplichten... een heel grote rol in die beslissing
was weggelegd voor de kaders. Die zouden namelijk niet
wit blijven maar — geheel in de lijn van het verhaal
— pikzwart worden. Volgende keer: de inkleuring!"
Maandelijks
verschaft Bart Proost ons een kijkje
op zijn vorderingen aan de strip Alleen op de Wereld.
"Vorige keer ben ik dieper ingegaan op mijn motivatie
om te kiezen voor het verstrippen van Hector Malots
klassieker.
Misschien moet ik toch ook nog even vermelden dat ik er
heel bewust voor heb gekozen om de eerste hoofdstukken
van het verhaal (die in jeugdversies van het boek vaak
zijn samengevat tot een korte proloog van enkele alinea's
of enkele pagina's — afhankelijk van de uitgave)
dieper uit te spitten en uit te werken.
Het is namelijk net die proloog van dit verhaal die ik
altijd erg aangrijpend heb gevonden: stel je voor, als
achtjarig kind erachter komen dat je ouders eigenlijk
je echte ouders niet zijn... Meer nog, dat je als vondeling
bent opgenomen door iemand die je alleen maar zag als
een kans om makkelijk rijk te worden... Dat je zogenaamde
vader dus eigenlijk helemaal niks met je te maken wil
hebben.
Waarom in jeugduitgaves van Sans Famille net
dàt gegeven wordt weggemoffeld in een paar regeltjes,
zal ik wel nooit begrijpen. Maar goed, bijgevolg heb ik
dat thema maar lekker dik in de verf gezet. :-)
Het tekenwerk (potlood)
Maar genoeg over het verhaal, de insteek en het scenario
nu: tenslotte is het niet mijn verhaal. En is het scenario
— zoals eerder al besproken — een samenraapsel
van invloeden...
Het tekenwerk voor dit album heeft een redelijke evolutie
doorlopen. Aan de geïnkte tekeningen zal je het niet
zo merken (die zijn erg uniform qua stijl), maar de potloodscans
van dit album vertellen een ander verhaal: maar goed dat
ik alle potloodtekeningen heb ingescand (ik had blijkbaar
al zo’n voorgevoel dat ik ooit eens een making of
mocht schrijven voor De Commentator. :-)
In elk geval: voor het eerste tiental pagina's had ik
de ambitie om de potloodtekeningen enorm summier te houden.
Bijgevolg zijn die pagina's erg basic: ruwe lijnen
in een erg schaarse, kale compostie van figuren, dieren
en landschappen. De achterliggende gedachte was: tijd
winnen. Ik zou de details wel toevoegen in inkt.
Het zou gelogen zijn als ik hier zou beweren dat het een
bewuste keuze was, maar gaandeweg is dat opzet veranderd:
naarmate ik meer pagina's in potlood begon uit te werken,
werden deze tekeningen ook steeds uitgewerkter. Eigenlijk
merk ik dit nu pas, met het herbekijken van deze scans!
Voor
een stuk heeft dit vooral tekentechnische redenen: de
figuren en decors vroegen toch om uitgewerkter schetsen
dan ik had verwacht. Bovendien wisselde ik het tekenen
in potlood en inkt af, waardoor er natuurlijk ook vaak
iets van het gedetailleerde 'inkten' begon door te schemeren
in de daaropvolgende platen in potlood... Maar als ik
écht eerlijk ben, denk ik dat ik er vooral gaandeweg
steeds meer plezier in begon te krijgen: in het begin
was dit album nog een 'stijloefening', op den duur was
het een passie. En dat zie je ook in de details van de
potloodtekeningen. Voor werkt het althans voor mij: hoe
meer werkgenot, hoe meer details. :-)
P.S.: Onderstaande prent vertoont de tekst 'Einde'. Vreemd,
want in het uiteindelijke album volgen er nog veertien
pagina's na die specifieke pagina... En hoe dat zo komt,
doe ik een volgende keer uit de doeken."
Volgend
jaar publiceert Saga Uitgaven het album
Alleen op de Wereld van Bart Proost.
Op onze vraag presenteert de auteur een maandelijkse making
of.
Proloog
"Ik ben al een jaar of zes écht intensief
bezig als striptekenaar... Voordien was ik vooral actief
als illustrator. Ik had wel wat losse stripfiguurtjes
(onder andere Alexander De Grote en de ter ziele
gegane Superpé) maar die verschenen enkel
op mijn
website.
Vreemd genoeg is de overgang van illustraties naar stripverhalen
en gags vooral ingeleid door een nogal aparte expositie
(Klank
& Beeld) die ik hield in 2008 in Provinciaal
Domein Dommelhof in Neerpelt: ik had voor die
expo een deel van mijn favoriete liedjesteksten (van onder
andere The Smiths, Eels,
Gorki, R.E.M.,...) vertaald
naar — voor mijn doen — vrij serieuze en grafische
beelden (grote prints) en video's
die tijdens deze expo geprojecteerd werden.
Dit alles had twee belangrijke gevolgen. Ten eerste mocht
ik — in dezelfde stijl — de achtergrondprojecties
voor de theatertournee
van Gorki (voor hun geweldige album Voor Rijpere Jeugd)
uit 2009) verzorgen. Een geweldige eer voor een fan van
het eerste (of toch tweede) uur. En ten tweede kreeg ik
een mooie individuele expositie aangeboden tijdens Strip
Turnhout 2009.
Dit had al snel heel andere consequenties: de Alexander
De Grote-gags vonden al snel onderdak bij Brabant
Strip en later bij Strips2Go!.
Maar ook de meer grafische beelden, die ik ondertussen
had verwerkt tot kortverhaaltjes
voor Plots, hadden hun effect niet gemist...
Meerdere vrienden en kennissen maanden me aan om ook in
deze stijl (melancholischer maar ook volwassener dan de
klare lijn-stijl van Alexander) verder te blijven
werken.
Dat motiveerde natuurlijk... maar wat, welk verhaal moest
ik dan in godsnaam gaan tekenen? Ik had wel een idee.
Een verhaal dat me geweldig aansprak. Maar zou daar iemand
nog interesse voor hebben in deze moderne tijden?...
Waarom? Alleen op de Wereld? Remi? Waarom wil je dàt
verhaal nu tekenen?” Dat moet zowat de vaste reactie
zijn die ik kreeg van kennissen, vrienden en collega's
als ik vertelde dat ik de proloog van dat klassieke verhaal
van Hector Malot aan het uittekenen was.
Het antwoord op die vraag is gewoonweg: omdat ik daar
zin in had. Omdat ik het wil doen. Meer redenen heeft
een tekenaar niet nodig, lijkt me. Maar toch...
Sinds oktober 2010 ben ik — in horten en stoten
— bezig geweest aan dit boek. Een voltijdse baan,
pasgeboren kinderen, exposities, het stadstekenaarschap
van Lommel en vooral het werk aan de stripreeks Alexander
De Grote... Het is eigenlijk een wonder dat er nog
wat tijd over was om aan dit stripverhaal te werken.
Het verhaal op zich heeft me altijd aangesproken... en
dan vooral de inleidende hoofdstukken. Het thema is duidelijk:
een kind wordt in de steek gelaten door een gekwelde volwassene.
De kranten staan dagelijks vol van dit soort verschrikkelijke
berichten. Het zal me altijd blijven verbazen hoe vaak
volwassenen de onvoorwaardelijke liefde en het enorme
vertrouwen van kinderen kunnen misbruiken. Ik ben zelf
vader van twee jonge kinderen en ik kan er niet aan uit
wat zulke mensen — vaders en moeders — bezielt.
Trouwens, ik heb nog een ander — waargebeurd en
ongelooflijk maar onbekend — verhaal in het achterhoofd
dat ik ooit wil verstrippen, met dezelfde ingrediënten:
hoe een kind de emotionele speelbal kan worden van de
meedogenloze wereld der volwassenen. Maar dat verhaaltje
houd ik lekker nog even voor mezelf. Om maar te zeggen
dat die thematiek me nauw aan het hart ligt.
Dat
gevoel — ongeloof, onbegrip, verbijstering —
ligt aan de basis van dit album. Maar voor het scenario
en de dialogen heb ik natuurlijk moeten teruggrijpen naar
het boek zelf: Sans Famille uit 1878. Maar da's
niet alles: ook de realistische Franse tv-verfilming Remi
(uit 2010) en vooral de heerlijk pathetische animeversie
Nobody's Boy (uit de jaren 1980) heb ik zeker
een tiental keer bekeken. Bijgevolg zijn de gebruikte
perspectieven en situaties in dit album soms erg schatplichtig
aan de regie van Osamu Dekazi of Jean-Daniel
Verhaeghe. Wat oorspronkelijk een uit de hand
gelopen stijloefening was, is zo verder uitgegroeid tot
een volledig stripverhaal. Een mix van meerdere invloeden,
een geheel eigen stijl en een klassiek verhaal.
Is dit het eerste deel van een hele reeks, een volledige
stripversie van Sans Famille? Misschien... Maar
misschien blijft het ook bij dit ene verhaal. De inleiding.
De proloog. Het meest schaamteloos emotionele deel van
het boek. Een vervolg? Dat zal de tijd dus wel uitwijzen.
Maar één ding weet ik zeker: ik heb nog
nooit met zoveel zin, zoveel goesting, zoveel werklust
bezig geweest aan een project als aan dit stripverhaal.
Ik kan alleen maar hopen dat dit ook een beetje te merken
valt aan het resultaat. Ik heb alvast enorm genoten van
het tekenwerk. Hopelijk geldt voor jullie hetzelfde.
De personages
De hoofdpersoon is Remi,
Remi is rustig, aardig, medelevend en zelfstandig: Remi
is het belangrijkste personage uit het boek. Hij is een
lieve, positieve, maar beetje emotionele jongen. Naïef
ook. Onschuldig. Hij is acht jaar oud. Hij woont in een
armzalige hoeve samen met zijn moeder. Hun relatie is
er een van onvoorwaardelijke liefde: zijn moeder betekent
alles voor hem en hij betekent alles voor haar. Ze steunen
op elkaar door dik en dun: ze delen vriendschap, vreugde,
leed, verdriet, troost en hoop. Remi's hele bestaan draait
om de relatie met zijn moeder... en het gebrek aan een
vader.
Het hoofdthema van het verhaal is Remi's grote levensvraagstuk...
Hij weet niet wie zijn ouders zijn (en zodoende heeft
hij geen thuis). En elke keer als hij een 'thuis' vindt,
gebeurt er weer iets waardoor dat hem weer word ontnomen.
Qua ontwerp is Remi een typisch figuurtje: cirkelvormig
hoofdje, grote ogen (een stijlelementje dat ik van Floor
de Goede heb — euh — 'geleend') en
een erg eenvoudig boerenkloffie.
Moeder Barberin
is de (pleeg)moeder van Remi. Ze is een enorm zachtaardige
vrouw en ze houdt enorm veel van Remi. Moeder Barberin
heeft echter één groot geheim voor Remi:
hij is een vondeling en zij heeft hem geadopteerd (samen
met haar man, Jérome). Ze heeft dit altijd angstvallig
verborgen gehouden voor Remi. Wat haar betreft, is Remi
haar eigen kind. Ze zou voor hem door het vuur gaan. Toch
kent moeder Barberin ook een groot gemis: ze zou graag
terug een gezin vormen met haar man Jérome. Maar
deze is al jaren aan het werk in Parijs. Ze beseft echter
niet hoezeer haar man verandert is in de loop van de jaren.
In de film van Frédéric Vitoux
en Verhaeghe is moeder Barberin een vrouw op leeftijd.
Persoonlijk vond ik het geloofwaardiger om van haar een
jongere, trotse vrouw te maken. Dat past toch beter bij
een achtjarig kind en bovendien kon ik zo van haar man,
de bruut Jérome Barberin, dan ook een jongere,
krachtige kerel (inclusief hoekige kaaklijn!) maken die
meer het fysiek intimiderende uitstraalde dat ik graag
wilde uitbeelden.
Vader Barberin (Jérome)
is zijn pleegvader. Remi leert hem pas kennen. Maar vader
Barberin blijkt een bruut te zijn: hij heeft Remi indertijd
enkel in huis genomen 'voor het geld' (in de hoop dat
zijn echte ouders ooit zouden komen opdagen). Jérome
blijkt een norse, agressieve man te zijn geworden... getekend
door teleurstelling en ongeluk. Hij verkoopt Remi aan
Vitalis zonder dat moeder Barberin daar iets van afweet.
Hij wil niet langer geconfronteerd worden met de vondeling
en hij heeft het geld hard nodig om zijn schulden af te
betalen. Zo breekt hij het vertrouwen van zijn vrouw alsook
Remi's vertrouwen in volwassenen, in zichzelf, in de wereld...
Vitalis is
de man die Remi overkoopt nadat Remi te horen kreeg dat
moeder en vader Barberin zijn ouders niet zijn. Vitalis
is een oude straatmuzikant die met dieren optreedt voor
geld. Vitalis is op het eerste zicht een grimmige man,
kort van stof ook. Maar hij leert Remi erg veel —
zowel praktisch gezien als eerder filosofisch gezien.
Ze worden echte vrienden met veel wederzijds respect.
Vitalis zal een ruwe bolster blijken te zijn... met een
hart van goud.
Vitalis heeft een geijkt uiterlijk: iedereen die het
boek heeft gelezen, weet dat hij een statige, oudere man
met een grijze baard, een hoed en mantel is. Persoonlijk
vind ik dat mijn versie iets wegheeft van Homnibus of
Gandalf. Een beetje het mysterieuze tovenaarstype dus.
En daar ging ik ook voor: hij is wel een straatartiest
en geen tovenaar, maar hij moet tegelijkertijd strengheid,
mysterie als empathie uitstralen. Hopelijk is dat gelukt."