Onderstaande
bijdrage van Damien Perez verscheen eerder
in het Franse stripmaandblad Casemate nummer
57 van maart 2013.
|
|
Over
evolutie: "Ons verhaal evolueert naargelang
we het tekenen en het was vanaf deze pagina dat we echt
het karakter van meester Jansen vastlegden. Tot dan toe
was hij een bijkomstige meester in de martial arts, sinds
deze plaat nam hij een belangrijker rol in."
Over tegenpolen: "Door de komst
van Richard leek het ons interessant om van Jansen zijn
absolute tegenpool te maken. We hebben dus gewerkt op
tegenstellende houdingen en blikken tussen een gerespecteerd,
maar schoolse meester en die brok brutale viriliteit die
voor hem staat. In prent 3, waar Jansen hem vanuit de
hoek van zijn ogen bekijkt, is veelzeggend. Prent 5, waar
hij zich fixeert op de kaak van Richard, van wie we de
ogen niet zien, versterkt de aard van de relatie die zich
tussen hen opdringt."
Over Richards gedrag: "De uiterst
belangrijke eerste prent toont aan hoe Bastien (Vivès,
red.) enorm met de houdingen van de personages speelt.
Richard, met zijn handen in de zakken, staat nu al in
alle stilte tegenover Jansen, heel fier en met de armen
gekruist. Richard is weinig betrokken, informeel en kijkt
nauwelijks zijn gesprekspartners aan. Zijn gedrag stond
al voor het grootste deel vast in het storyboard. Maar
ik ben altijd verrast om te zien hoe Bastien die accentueert,
sommige houdingen toevoegt en uiteindelijk opwekt door
een simpele lichaamshouding en emoties die je niet via
dialogen kan overbrengen."
Over de grijswaarden: "Werken met
niet meer dan drie kleuren is bevrijdend! Je kan met conrasten
spelen en op een heel simpele manier sfeer scheppen. We
hanteren zwart-wit om het eruit te doen zien als een manga,
maar ook om de albums minder duur en bijgevolg toegankelijker
te maken. We gebruiken ook een grijs raster, handig om
reliëf te scheppen. We hebben vier of vijf verschillende
grijswaarden tot onze beschikking die we gaandeweg leerden
gebruiken. De volgende albums zullen dit aantonen!"
|
|
Over
Jansens attitude: "De Japanners zijn er
sterk in om praatscènes, die in essentie statisch
zijn, te dramatiseren. Net zoals hen vermijd ik om simpelweg
over de schouders van de personages te kijken als ze tegen
elkaar praten. Ik laat voldoende pauzes tussen hun expressies
door bijvoorbeeld te spelen met hun blikken. Vanaf prent
2 moet je voelen dat Jansen zich bedreigd voelt door de
plotse komst van Richard in zijn wereldje. In prent 3
meet hij zich daarom een hautaine attitude aan."
Over prentgroottes: "In een klassieke
vertelling had ik misschien een climax ingebouwd in de
laatste strook door naar een grote prent te leiden om
de scène te dramatiseren. Dat zou niet gepast hebben
met het ongedwongen karakter van Richard die niet echt
betrokken is in het gesprek. De gelijkheid in de kaders
tonen dus zijn onveranderd, vlak karakter aan. Dit statische
kantje geeft meer reliëf als tegenwicht voor de gevechtsscène
die volgt..."
Over 'mooie tekeningen': "Het heel
schematische gezicht in prent 5 doet de liefhebbers van
'mooie tekeningen' allicht brullen. Mij doet het lachen.
Maar het maakt ook indruk op me. Bastiens kracht zit 'm
in het overbrengen van informatie, emoties met een schijnbare
toevalligheid. Achter wat er zo simpel uitziet, schuilt
veel werk! In dit album staat hij nog onder de invloed
van zijn stijl in Polina
en Les
Melons de la Colère. Met de komst van
Michaël (Sanlaville, red.), vanaf plaat
97, evolueerde zijn stijl. De liefhebbers van gedetailleerde
tekeningen kunnen weer hun kalmte herwinnen en als ze
er nog aan twijfelen, kunnen ze zien dat Bastien een uitstekende
tekenaar is!""
Over de gemeenschappelijke stijl: "Een
geoefend lezer zou kunnen herkennen welke pagina Bastien
of Michael tekende, net zoals een specialist weet wie
die of die precieze scène animeerde in een Disney-tekenfilm.
Maar niet altijd. Bastien en Michaël vonden een gemeenschappelijke
stijl die hen zodanig als gegoten zit dat zelfs ik me
soms vergis!"
|
|
Over
het achtergrondrumoer: "Door het rumoer
van de studenten op de achtergrond vlak achter het hoofd
van Jansen te laten doorlopen, wordt het achtergrondlawaai
versterkt. Geluid weergeven in strips is moeilijk. Wat
mij betreft is Daniel Goossens hier het best in. Als een
van zijn personages een rasperige stem heeft, zet hij
hier en daar enkele R'en rond de tekstballon. Een trucje
met effect!"
Over de belachelijke strijdkreet: "De
"Shaïïï!", een vondst van Bastien
heeft me erg doen lachen. Oorspronkelijk gebruikte ik
een meer klassieke uitdrukking dan deze nergens op slaande
strijdkreet. In mijn storyboard is Jansen ernstiger en
indrukwekkender. Bastien heeft zijn belachelijke kantje
visueel geaccentueerd om zijn karakteristieke poses op
de voorgaande pagina uit te diepen. Door dit simpel gebaar,
deze simpele kreet, begrijp je dat Jansen niet de man
is die hij denkt of wil zijn."
Over scheve kaders: "Ik heb gespeeld
met de verticale en horizontale kaders om de actie te
versnellen en te vertragen. Bastien is geen grote fan
van al wat niet vierkant is of zelfs van de pagina afloopt.
Maar voor goede actiescènes heeft dit procedé
zijn voordelen. In de prenten 3 tot 5 leiden de ongestructueerde
rechthoeken de blik van de lezer waardoor hij de richting
van Jansens vuistslag kan volgen. In prent 6 en 7 stabiliseren
de kaders zich om de actie te vertragen, net voor de laatste
beenslag. Als groot liefhebber van actiemanga's heb ik
dit soort vertelling op natuurlijke wijze ontwikkeld."
Over het belang van de vertelling: "Stripplaten
die eruitzien als schilderijen om naar te kijken, zeggen
me weinig. Voor mij primeert de vertelling, het sequentiële.
De blik van de lezer moet zonder oponthoud over een pagina
glijden. Dat is het belangrijkste. Een plaat op zich is
geen œuvre. Het is de uitgave in zijn geheel dat
op zichzelf moet bestaan."
|
|
Over
het schrijf- en storyboardproces: "Op mijn
storyboards plaats ik op een evidente, bijna ruwe manier
alle elementen. Mijn job bestaat uit het bepalen van het
ritme van het avontuur en het schrijven van de dialogen
met Bastien. Ik werk in Photoshop op het uiteindelijke
paginaformaat. Ik baseer me op een samenvatting die Bastien
schreef en waarin hij hoofdstuk per hoofdstuk de sleutelmomenten
van elke sequentie beschreef. Vervolgens schrijf ik het
uit en bepaal tegelijk het storyboard, werk er soms onvoorziene
personages in en schik me op een logische manier naar
de situatie die Bastien bedacht. Het hele proces verloopt
door toevoegingen, door een permanent pingpongspel.voordat
we tot een algemeen overzicht komen dat ons toelaat om
na te gaan of we niet verloren liepen."
Over de afwezigheid van frustraties:
"Mijn passie is de bladschikking. Ik voel me dus
absoluut niet gefrustreerd door Last Man niet
zelf te tekenen. Hoe zou het me nu geen voldoening schenken
om mijn storyboards in mooi getekende platen te zien veranderen
door mensen wiens werk ik bewonder? Op mijn storyboards
schets ik de personages dikwijls weinig uitgewerkt. Ik
geef ze veeleer een massa en contouren waar Bastien en
Michaël zich in hun verbeelding op storten. We discussiëren
veel over het uiterlijk van elk van de personages. We
bespreken de acteurs en denken na over het kostuumontwerp."
Over onbekende personages: "Voor
de fun (of misschien omdat Marion Montaigne ze in ons
atelier veel tekent) verwerkte ik op een dag de broers
Bogdanov in mijn storyboard. Dat bracht Bastien en Michaël
aan het lachen. We hebben ze behouden. Maar er was geen
sprake van om onze hoofdpersonages te modelleren naar
bekende personen. Wij zagen hen als complete, menselijke
wezens met hun eigen karakter, maar ook hun eigen uiterlijk."
Over een tip: "Als storyboarder
heb ik een tip: geef altijd om je personages, zelfs om
de zwakkeren en de slechteriken want zij stellen altijd
een deel van onszelf voor. Je om hen bekommeren laat je
beter toe om hen, in de meeste gevallen, de juiste attittude
te geven." |