Alle bijdragen van Alex Alice aan de rubriek De Commentator bundelen we op deze pagina.

Klik verder naar de volgende onderwerpen:
03/06/2015 Alex Alice over Het Kasteel van de Sterren 1
 
Alex Alice over Het Kasteel van de Sterren 1
03/06
TOP
Onderstaande bijdrage van Sonia Déchamps verscheen eerder in het Franse stripmaandblad Casemate nummer 70 van mei 2014.

COMMENTAAR BIJ PAGINA 5
Het Kasteel van de Sterren 1
Het Kasteel van de Sterren 1
Het Franse deel 1 werd voorgepubliceerd in drie voorafgaande krantjes met bonuspagina's.
Over de krantjes:
"Het Geheim van de Wurger, de eerste strip van Jacques Tardi die in voorafgaande krantjes verscheen, was in zwart-wit. Ik had het genoegen om de traditie van grote strippagina's in kleur te kunnen volgen. Er is al lang kleur aanwezig in kranten, maar het was lang gereserveerd voor covers: daar schepte ik nu zelf plezier in en ik probeerde de aandacht van de lezer te trekken."

Over de taal van het inkten:
"Ik werk rechtstreeks in kleur, maar ik probeer mijn illustratietechnieken niet over te zetten in stripvorm. Er een volledig realisme van maken, heeft de neiging om de dynamiek en de striptaal te doden. De beelden worden te strak, je bekijkt ze een voor een wat de continuïteit van het verhaal ondermijnt. Rechtstreekse inkleuring fascineert me sinds lang, maar ik was bang dat ik de taal van het inkten zou verliezen, die evidente code die ervoor zorgt dat je de beelden leest in plaats van ze als objecten te zien. Er zit taal in het inkten, abstractie die ervoor zorgt dat je je meer overgeeft aan het verhaal. Ik wilde een tussenweg vinden waarbij ik leesbaar blijf met een schijnbare lijnvoering. Als er integendeel in de atmosfeer gevlogen moet worden, kan ik doen wat ik wil."

Over gravures: "Ik wilde een visueel wonderlijk aspect vinden, zoals de gravures uit de romans van Jules Verne. Die zijn in zwart-wit, maar dankzij de arceringen zijn ze beladen met sfeer. Het optisch grijs geeft er een bijzondere sfeer aan met zaken die gesuggereerd worden en waarbij vormen lijken te ontstaan."

Over de tussenpersoon: "Wie wetenschappelijke ontdekkingen zegt, zegt een wetenschapper. Ik had er een naïeve dienaar bij nodig die als tussenpersoon voor de lezer moest dienen. Vandaar het idee van vader en zoon. En wie zou er dan in de ballon klimmen?"


COMMENTAAR BIJ PAGINA 6
Het Kasteel van de Sterren 1
Over verticaliteit: "Ik wilde grote verticale prenten. Op klein formaat kan je mooie panoramische zichten maken door dubbele pagina's te gebruiken, maar verticaal is het noppes. Het gaat hier om een verhaal waarbij de hoogte van belang is. De linkerprent bijvoorbeeld zou op niets lijken als het in het klein was."

Over formaten:
"Kleine formaten zijn makkelijker om op papier te zetten. Hoe kleiner het formaat, hoe minder prenten je beter gebruikt en hoe minder keuze je hebt. In de grote pagina's zoals hier, op 27 x 38 cm, moet je de vertelling leiden via een aantal belangrijke prenten. Sommige comictekenaars lopen verloren in het grotere Franco-Belgische formaat."

Over mogelijkheden in de vertelling: "Met dubbele pagina's kan ik werken met 24, soms 30 prenten. De cliffhangers moeten verrassing of spanning oproepen. Je moet 30 prenten op voorhand denken. Op groot formaat kan je je grotere mogelijkheden in de vertelling permitteren."

Over de bewegingsloze ballon: "Een ballon is makkelijk te tekenen en leuk om in te kleuren. Het volume is eenvoudig, je komt snel tot iets geloofwaardigs. Ik ben dol op de luchtscènes. Door de rechtstreekse inkleuring kan ik grootse sferen oproepen: in de kastelen, maar ook leterlijk in de aardse atmosfeer en haar talloze fenomenen. Daartegenover staat dat het niet meevalt om de indruk te geven dat de ballon beweegt. Dat is zinloos, we weten niet of hij stijgt, of hij daalt, in welke richting hij gaat. En in tegenstelling tot een boot of een wagen laat het geen sporen na. Ik probeer beweging weer te geven door de kadrages, door af te snijden, door het kikvors- en vogelperspectief, door de veranderingen in standpunt, maar dat is ingewikkeld."


COMMENTAAR BIJ PAGINA 7
Het Kasteel van de Sterren 1
Over hoogterecords: "Ik stelde een limiet in van 13.000 meter voor het noodlottige en het magische van het cijfer 13. Het record uit die periode was veel hoger. De ballonvaart was al vanaf de eerste vluchten bevlogen, eind achttiende eeuw. En er gebeurden effectief pogingen om hoogterecords te breken en de atmosfeer te ontdekken. Rampen en verhalen over gekke reddingen zijn legio. Ik heb me erop geïnspireerd. Die gasten moesten waterstof uit de ballon laten met hun tanden omdat hun handen bevroren waren. Velen keerden niet levend terug."

Over een dode hond:
"Indertijd was men niet echt op de hoogte van problemen met de druk, met gasmengsels, enzovoort. Ik maakte me er vanaf om het mezelf gemakkelijker te maken. Op eenzelfde manier als in Jules Vernes De Reis om de Maan waarin de patrijspoort geopend wordt om er een dode hond uit te zwaaen..."

Over licht en donker: "Je bent beperkt door het witte papier. Als je iets helders wilt, moet je er iets donkers naast zetten. In de laatste prent is de gondel nogal donker, wat de indruk geeft dat wat erachter is heel lichtgevend is. Ik werk hier met de technieken van het lichtspectrum."

Over wit licht: "Het viel me op door een zon op een schilderij in het museum van de moderne kunst in Rome, een fantastisch museum waar nooit iemand heen gaat. Dat schilderij gebruikte het lichtspectrum om de kracht van het witte licht te tonen door lichtsynthese in de blik van de kijker te creëren door de kleuren te mengen zodat de algemene impact van alle kleuren van het spectrum het effect geven van wit licht."


COMMENTAAR BIJ PAGINA 8
Het Kasteel van de Sterren 1
Over vallen: "In de film is het formaat vastgelegd, maar de camera kan bewogen worden. Door ze op een hoog punt te fixeren en het beeld te bewegen kan verticaliteit weergegeven worden. In een strip werkt dat niet. Hier volgen we een voorwerp in zijn val. Als de prenten naast elkaar staan, verlies je de dynamiek. Het is doenbaar, door het decor te bewegen. Maar het voorwerp dat van boven naar beneden valt, is veel sterker."

Over terminologie:
"Wat er op dit soort beeld gebruikt, is complex. En moeilijk om in woorden uit te drukken. Dat is wat er zo formidabel is aan strips! Je hebt de neiging om over strips te praten met de terminologie uit de film. Dat is een valstrik. Cinema is een kunst van het samenwerken en heefteen terminologie nodig. In strips is het voor de tekenaar meestal niet nodig om met iemand te communiceren. Hij doet zoals hij het aanvoelt. Omdat er dan ook weinig specifieke termen zijn, gaan we het zoeken bij de film. En mensen hebben dan de indruk dat we films proberen te maken in stripvorm."

Over films en strips: "Ik ben gek op films, ik heb er ook aan meegewerkt en ik zou er graag nog doen, maar als ik strips maak, gaat het werkelijk om strips. Het is niet omdat het spectaculair is en in kleur dat het iets anders is dan een strip. Met specifieke manieren om ritme te creëren. Het is al lastig genoeg om erover te praten."

Over de situering: "Voor mij was het van belang dat het verhaal zich afspeelt vóór de Frans-Pruisische oorlog van 1870. Ik heb geen directe getuigenissen gelezen over dit soort middeleeuwse renaissance. Maar ik stel me voor dat als het zich alleen in Frankrijk zou afspelen, waar verlichte geesten twintig jaar later de Eiffeltoren zouden bouwen, het te belachelijk zou lijken."