Onderstaande
bijdrage van Jean-Pierre Fuéri en
Fréderic Vidal verscheen
eerder in het Franse stripmaandblad Casemate
nummer 76 van december 2014. Vertaald door Wim
De Troyer. De animatieversie van De
Romeinse Lusthof is geschreven door Alexandre
Astier, tevens de scenarist van Kaamelott. |
|
Albert
Uderzo over ecologie: "Een mooie hoop boomstammen,
uit het bos van het Gallische dorp door de Romeinen uitgerukt.
Nog een goed idee van René Goscinny. Natuurlijk,
de Romeinen hebben nood aan ruimte om hun Lusthof op te
richten. Maar de onderliggende motivatie van René
was ervoor te zorgen dat Idéfix, de hond van Asterix
en Obelix, zeer ongelukkig is. Of van wat houdt Idéfix,
buiten zijn twee baasjes en een bot, het meest? Bomen.
Die gevoeligheid moest hem nog populairder maken. En dat
geeft een klein ecologisch kantje, ver voor zijn tijd,
aan het verhaal."
Alexandre Astier over het keerpunt: "'Ik
ga door! Net zo lang totdat slaven er bij neervallen!'
Als kind was ik zwaar onder de indruk door die zin. Het
leek alsof ik de stem in mijn hoofd kon horen. Ze toont
de hysterische wil van Campus om te schitteren in de ogen
van Caesar. Het verhaal staat op een keerpunt. De toverdrank
kan de slaven helpen, maar dan is er geen verhaal meer.
Ze moeten dus risico's nemen. En ineens de werkzaamheden
opdrijven... Het genie van Goscinny zie je hier: de toverdrank
kan niet alles regelen."
Alexandre Astier over lesjes: "Deze
scène is zowel een wijze levensles als een les
in scriptschrijven: de sukkels zijn altijd mensen voor
wie het leven niet volgens schema gegaan is van in het
begin, en wiens schouders te smal zijn om dat lot te dragen.
Hetzelfde geldt voor de grote boze wolf die steeds wordt
voorgesteld met een hoge hoed en een tot op de draad versleten
dokterstas. Goscinny heeft zijn Lusthof met twee
hoofingrediënten bereid, een duo verschrikkelijke
booswichten, Caesar en Campus."
|
Albert
Uderzo over rare jongens, die Romeinen: "Ik
heb de Numibiërs karikaturaal kunnen voorstellen
zonder kritiek te moeten slikken. Het is mij nooit overkomen,
wat de aard van mijn personages ook is. Terwijl heel wat
inwoners van Rome vonden dat we overdrijven met onze 'rare
jongens, die Romeinen'. Ik herinner me nog... We hadden
een goeie vriend die ons op een dag ontving, mijn vrouw
en mij, in zijn stad. Hij nam ons mee om het oude Rome
te bezoeken, de stad uit de Oudheid. Hij vermeldde geen
enkele keer Asterix. Ze kunnen zo gevoelig zijn, die Italianen."
Albert Uderzo over animatie in tekeningen: "Het
derde plaatje, ik hou van de manier waarop de helm van
de Romein verticaal omhoog vliegt terwijl zijn hoofd snel
en horizontaal rond zijn as draait. Ik ben gepassioneerd
door de animatie, ik heb plezier in het aanbrengen van
beweging. Ik was redelijk goed, naar het schijnt, maar
ik was gelukkig niet de enige. Ik hou van de overdrijving
in de humoristische tekening van de personages, maar ook
in hun bewegingen, in hun houding."
Alexandre Astier over gepalaver: "Ik
hou van personages die veel praten, zeker wanneer ze eigenlijk
niets zeggen. Dat is minder evident in een strip, zelfs
wanneer de personages van Kaamelott grote tekstballonnen
hebben in hun stripversie. Maar grote lappen tekst die
te veel de tekeningen van Uderzo verbergen, zou zonde
zijn. In een animatiefilm is dat veel eenvoudiger. Ik
heb me dus echt kunnen uitleven met Duplicatha die ik
begiftigd heb met een enorme hang naar gepalaver en aan
uitgebreide woordrijke analyses. Laurent Lafitte heeft
in zijn interpretatie de kers op de taart geplaatst, gracieus
en behendig laverend tussen Chirac, Lang en Giscard...
Wat? Nog nooit politici over politiek horen ratelen?"
|
Alexandre
Astier over woordspelingen: "Ik zet me al
schrap voor de storm aan protest van al diegenen die het
mij kwalijk zullen nemen dat we de uitspraak 'On ne parle
pas séchement à un Numide'* hebben overgeslagen.
We hebben erover gediscussieerd. Sommigen vreesden dat
men het woord Numibiër niet zou kennen. Men heeft
me zelfs voorgesteld om een ander woord te vinden! Ik
heb het geschrapt, weg ermee! Goscinny fascineert me door
zijn gave om scenario's te schrijven, door zijn taal,
meer dan voor zijn woordspelingen, zeker degene die gebaseerd
zijn op personages die onze kinderen niet kennen."
* Haast onvertaalbaar taalgrapje dat in
de oorspronkelijke vertaling effectief is overgeslagen.
Letterlijk betekent het: 'Je kan niet droog zijn tegen
een Numibiër'. Numide klinkt als un
humide, een vochtige. Maar probeer zelf maar eens
een droge mop te vertellen aan een woestijnbewoner...
Albert Uderzo over tekst in de strip en
de tekenfilm: "Natuurlijk kwam de afwezigheid
van die zin mij vreemd over. Wanneer men René citeert,
vindt men dat zinnetje vaak terug. Ze maakt deel uit van
de legende. Maar ik weet ook dat een tekst lezen of hem
horen twee verschillende zaken zijn. Het is daarom dat
ik er mij zeer bewust van ben dat men voorzichtig moet
zijn met de grappige uitspraken die een acteur in een
film moet opzeggen. Een achtergrondgeluid kan ervoor zorgen
dat je een hele hoop niet verstaat. Gelukkig is de humor
in de filmwereld eerder situatiegedreven dan op dialogen
gebaseerd."
Albert Uderzo over een karikatuur: "In
het begin van het album heb ik een karikatuur getekend
van Guy Lux, de beroemdste tv-presentator van de jaren
1960-1970. Naar verluidt heb ik hem sprekend getroffen.
Ik heb hem veel later nog ontmoet. Hij heeft nooit met
mij over dit album gesproken. Heeft hij het wel gelezen?" |