|
CORENTIN integraal 1
1. De Fantastische Odyssee - 2. De Nieuwe Avonturen van Corentin
- 4. De Magische Dolk
Paul
Cuvelier
Le Lombard | 200 p. | € 34,95 (HC) |
Hergé
was onder de indruk, wij (nog) niet |
Anno
nu de Corentins van Paul Cuvelier herlezen
is tegelijk een opgave en een plezier. Als je begint met de
eerste van deze twee integrales is het even doorbijten. Deel
1 is niet bepaald reclame voor deel 2. Maar gelukkig, anders
dan bij andere reeksen die op het eind van hun bestaan meestal
enkel nog op fumes lopen, worden de Corentin-albums
wel steeds beter. Tegen dat je Het Rijk van het Zwarte
Water (dat in de tweede integrale te lezen zal zijn)
dichtslaat, heb je spijt dat Cuvelier er toen mee opgehouden
is omdat hij als Kunstenaar per se wilde gaan schilderen en
ook nog eens te vroeg doodgaan in 1978. Voor deze en andere
feiten verwijs ik graag naar de Corentin-bio door
collega Peter D'Herdt in onze onvolprezen
Kuifje-special.
Deze integrale reeks moet het overigens stellen zonder achtergronddossiers.
De Fantastische Odyssee begint als een typisch feuilleton:
een onsamenhangende opeenvolging van avonturen, het ene al
onwaarschijnlijker dan het andere, begeleid door tekstkaders
van burgerlijk wetboeklengte. Vriendjes worden met een moordlustige
gorilla door hem níét te redden bij een schipbreuk?
Ja hoor. Vriendjes worden met een bloeddorstige tijger door
hem vol vertrouwen uit een kooi te halen? Ook heel geloofwaardig.
Een doodzieke prinses redden door haar zijn fantastische avonturen
te vertellen? Uiteraard. Prinses Sa-Skya eigenhandig van een
stel opstandelingen redden? Hoe kan het ook anders?...
In De Nieuwe Avonturen van Corentin verveelt de jonge
avonturier zich aan het luxueuze hof van de maharadja en zoekt
hij een heleboel ellende op in China. Ook De Magische
Dolk begint met verveling en eindigt met nog maar eens
een bevrijding van het staatje van de maharadja. Inmiddels
was wel nog Corentin bij de Roodhuiden verschenen
(waarin deze Corentin een kleinzoon is) omdat het weekblad
Kuifje graag een western gepubliceerd zag. Dat doet
ons afvragen of onze held zich dan ooit heeft gesetteld met
een gezinnetje? En bij een vrouw die hem níét
verveelde? Daarover dadelijk meer.
Deze integrale uitvoering volgt de heruitgave van 1992-1998.
Daarin werden de eerste twee albums verknipt tot drie delen
— wat ook wel een bewijs is van hun onsamenhangendheid.
Deel 1 van de twee integrales bundelt deze drie (nu ja, twee)
albums en De Magische Dolk. De rest is voor deel
2, dat eerlijk gezegd veel meer de moeite is.
De pauzes én de scenaristen die Cuvelier nu tussen
albums begon te nemen, bleken namelijk bevorderlijk voor hun
kwaliteit. Na De Fantastische Odyssee greep Kuifje-baas
Jacques Van Melkebeke nog zelf in, voor De
Magische Dolk was dat Greg, die later
nog meer verhalen voor Cuvelier bedacht. Bij De Vloek
van de Cobra (1967) was hijzelf minder tevreden over
de samenwerking met Jacques Acar, maar op
dat moment bereikte de reeks zowel grafisch als inhoudelijk
zijn hoogste niveau tot nog toe. Al kun je niet anders dan
bewondering opbrengen voor de 22-jarige die in 1946 Hergé
imponeerde met zijn werk. En al leek zijn gorilla dan nog
op een mislukte neanderthaler, het tekentalent van de jonge
Cuvelier was toen al onmiskenbaar.
De schijnbaar moeiteloze manier waarop Cuvelier mensen en
dieren tekent, zijn theatrale stijl, zijn gevoel voor timing
en perspectief, zijn overtuigende close-ups... In de jaren
1960 is hij duidelijk een van de sterkhouders van Kuifje.
Wanneer dan nog iemand als Jean Van Hamme
— die eerder voor hem het erotische Epoxy schreef
— de scenario's ter harte neemt, is een tandem tot stand
gekomen die meer dan slechts tweeëneenhalve sterke albums
had moeten opleveren. De Prins van de Woestijn telt
zoveel iconische tekeningen en scènes (én een
opmerkelijke nieuwe heldin Zaïla) dat het album een klassieker
is geworden.
Vijf jaar later zijn de hoofdpersonages in Het Rijk van
het Zwarte Water blijkbaar ook ouder geworden, wat Gevoelens
teweegbrengt tussen beiden én Van Hamme er zowaar een
naaktscène (in 1973! In Kuifje!) in schrijft.
Echter, ook deze schone laat Corentin — weliswaar onvrijwillig
— aan zich voorbijgaan. De melancholische laatste woorden
van een peinzende Corentin in zowel dit album als de reeks
zijn symptomatisch: "Ja Kim ja... Ik ben gelukkig."
P.S.: Gelukkig voor ons verscheen in 2016 nog een toetje aan
de reeks in de vorm van een eerbetoon door Christophe
Simon, die hiervoor een kortverhaal van Van Hamme
rekte tot een mooi, maar minder aangrijpend buitenbeentje
(en dus niet opgenomen in de integrales) in de reeks, De
Drie Parels van Sa-Skya. |
KOEN DRIESSENS --- oktober 2019 |
|
|