Dit is archiefpagina 13 van de rubriek Weetje v/d Week.
307 Bruegel in de strip         
 
Bruegel in de strip
14/09
TOP
Op 9 september 2019 was het precies 450 jaar geleden dat Pieter Bruegel de Oude overleed. Hij behoort tot het kransje schilders wiens werk meermaals in strips werd geciteerd als knipoogje. In dit onvolledige overzichtsartikel nemen we je mee doorheen enkele bekende en minder bekende van die Bruegel-knipoogjes in diverse stripverhalen.


Bruegel
We beginnen uiteraard bij Willy Vandersteen. In het Suske en Wiske-verhaal Het Spaanse Spook laat Vandersteen Lambik, Suske en Wiske een museum bezoeken waar onze vrienden Bruegels schilderij De Boerenbruiloft (1567-1568) bewonderen om er even later live in de zestiende eeuw te gast te zijn. Het oorspronkelijke schilderij hangt tegenwoordig in het Kunsthistorisches Museum in Wenen.

Voor de cover van het weekblad Kuifje op 24 maart 1949 (die werd hernomen en opnieuw ingekleurd voor Ons Volkske) tekende Vandersteen een scène uit het album opnieuw. In die scène schetst Bruegel himself een vechtende Lambik.

En voor een kleur- en knipboek uit 1952/1953 tekende Vandersteen een breugeliaans tafereel met diverse verwijzingen naar Bruegels werk. Van Hergé kreeg Vandersteen later nog de bijnaam "de Bruegel van het beeldverhaal". Je vindt Vandersteens naam hieronder nog vaker terug.


Deze mooie knipoog naar eveneens Bruegels De Boerenbruiloft was in Asterix en de Belgen (deel 24 in de reeks) Albert Uderzo's hommage aan onze bourgondische eetcultuur en gastvrijheid (ja, het is al een oud album uit 1979).
Maar was het werkelijk getekend door Albert? Zijn broer Marcel beweerde dat hij in zijn eentje de bewuste illustratie heeft geschilderd, zonder tussenkomst van Albert. Het kostte hem naar eigen zeggen een dag om de hele prent te tekenen en te schilderen. In totaal hielp hij als inkter, letteraar en inkleurder mee aan zestien albums, goed voor honderden platen.
Bij het verschijnen van het album waren er luidens een artikel in Stripschrift nog andere twijfels. Een redacteur van het Nederlandse stripinformatieblad luisterde na de release van het album een gesprek af in een Nederlandse stripwinkel. Een klant uitte er zijn bewondering voor tekenaar Pieter Bruegel en vroeg zich af of hij voortaan de reeks Asterix zal tekenen. De winkelier wist ook al van niets beter dan dat Bruegel een hulpje van Uderzo was.


Nogmaals De Boerenbruiloft, we hebben er inmiddels honger van gekregen. In de stripreeks Kasper, door Johan De Moor (de zoon van Bob De Moor) en zijn jeugdvriend Stephen Desberg, beleeft Kasper avonturen in de parallelle sprookjeswereld Desnachts. In het eerste album, De Achterkant van het Masker (1987), komt een fragmentje voor uit De Boerenbruiloft.


In het Thomas Pips-verhaal De Knalrode Hoeve, door Buth, komen Thomas en zijn zoon Henkje in de zestiende eeuw terecht. Om te bewijzen dat Thomas een rasechte Vlaming is, moet hij de "spreekwoordenproef" tot een goed einde brengen. Diverse dorpelingen nemen hun positie in en voeren rare dingen uit. Ze beelden allen Vlaamse en Nederlandse spreekwoorden waarvan sommige nog steeds gebruikt worden. Thomas doorstaat de proef met glans.
Het tafereel is een rechtstreekse verwijzing naar Bruegels olieverfschilderij Nederlandse Spreekwoorden uit 1559 waarop maar liefst 125 spreekwoorden en gezegdes te ontdekken zijn. Als je ze met je eigen ogen wil controleren, moet je naar het Staatliche Museum in Berlijn gaan.


In het boek Museum K worden knipogen in de reeks de Kiekeboes van Merho toegelicht. Een compleet artikel gaat over Bruegel. Het knipoogje is echter niet in de stripreeks zelf terug te vinden, wel op een wenskaart uit 2007. Merho gebruikte voor zijn illustratie dezelfde vredige uitstraling van een winterlandschap uit Bruegels Jagers in de Sneeuw (1565) en voegde er een kerstsfeer aan toe.
Zo’n seizoensgebonden tafereel vindt ook Douglas Mac Reel geschikt voor een kalender in De Doedelzak van Mac Reel. En in het rijtje rasartiesten die zich aan Rosemarie De Bruin in Meesterwerken bij de Vleet voorstellen, was Bruegel er al bij sinds haar kindertijd.
Jagers in de Sneeuw kan je tegenwoordig bewonderen in het Kunsthistorisches Museum in Wenen.


Hermann en zijn zoon Yves H. vernoemen Schemerwoude deel 13 naar Dulle Griet, een schilderij van Bruegel uit 1563 met een tafereel uit de hel en een bijkomende voorstelling van de zeven hoofdzonden. De auteurs brengen de voorstelling van Dulle Griet uit het schilderij, de historische achtergrond van de reformatie en Charles De Costers legende over Tijl Uilenspiegel in de strip bij elkaar. Bruegel is zelf te zien in dit album, treffende hommages aan zijn werk eveneens. Een van die voorbeelden is het landschap uit Jagers in de Sneeuw zonder personages.


Over Dulle Griet gesproken, in De Dulle Griet, deel 78 in de reeks Suske en Wiske, maakt het personage uit het schilderij van Bruegel door de Teletransfor van professor Barabas een nogal verpletterende indruk op onze vrienden... vooreerst Lambik die onder haar onstuimige intrede wordt vertrappeld. In dit verhaal brengt Vandersteen dit "symbool van de oorlogswaanzin van de mensheid" als een verniel- en oorlogszuchtige, "galg en rad" schreeuwende, twistzieke, manipulerende zottin. Haar grappige mini-evenbeeldjes, de Grietjes, zijn niet minder tuk op hetzelfde doel om oorlog te voeren.
Op het eind komt Dulle Griet tot inkeer. Nadat ze terug in het schilderij is gebracht, is het daarom nog niet afgelopen met de oorlogen op deze wereld. Vandersteen werkte aan dit verhaal in 1966 toen de Vietnamoorlog volop woedde. Uitzonderlijk maakt Wiske in de laatste prent geen knipoog, maar sluit ze beide ogen voor die bittere ernst. Om het schilderij in werkelijkheid te zien, hoef je niet ver te reizen. Het hangt in het Museum Mayer van den Bergh in Antwerpen.


Ook Brusselaar Frank Pé is vertrouwd met het werk van Bruegel. In het Ragebol-verhaal Een Faun op je Schouder (2003) krijgt Ragebol zin om de pen op te pakken en volmaakte momenten te verwoorden. Zijn oog valt op een postkaart van Bruegels Jagers in de Sneeuw en hij begint te schrijven.
Daarnaast sluisde Frank in zijn niet-vertaalde hommage aan Robbedoes voor het weekblad Spirou uit 2013 ook een hommage aan Bruegel. Tijdens een poëtische wandeling door het landschap van Rommelgem passeren enkele van de blinden uit het schilderij De Parabel der Blinden achter de rug van Robbedoes en Kwabbernoot. Hierbij bieden we je de twee pagina's van deze hommage in het Engels aan. Engelstalige fans van de stripreeks hebben deze vertaald.
André Franquins landelijke Rommelgem maakte trouwens een diepe indruk op de toen tienjarige Frank Pé. Het gaf hem zin om verhalen te situeren op het platteland, wat leidde naar de stripreeks Ragebol die in het weekblad Robbedoes/Spirou startte als een geïllustreerde natuurrubriek waarbij een wandelende Ragebol de lezers kennis bijbracht over diertjes die hij op het platteland tegenkomt. In 2016 verscheen Het Licht van Borneo, Franks eigen album van Robbedoes op scenario van Zidrou.


We twijfelen er niet aan dat de Chileense allrounder en cultureel onderlegde Alejandro Jodorowsky het werk van Bruegel kent. Of de vier blinden die elkaar leiden in De Zonen van El Topo deel 1 (2016, getekend door de Mexicaan José Ladrönn) een bewuste knipoog is, durven we met minder zekerheid zeggen. In ieder geval weten we door het schilderij De Parabel der Blinden (1568) hoe het afloopt met blinden die elkaar leiden: ze eindigen in de sloot. Vandaag hangt het schilderij in het Museo di Capodimonte in Napels.

Een duidelijkere verwijzing naar hetzelfde schilderij dan. In Prins Boerke (deel 7 in de reeks Boerke) haalt Pieter De Poortere tientallen sprookjesfiguren door de mangel. Als je oplet, zie je in een van de gags ook Bruegels De Parabel der Blinden passeren.


De Babylonische Toren van Babel is een sterk verhaal in het Oude Testament (Genesis). Met zijn schilderij uit 1563, te bewonderen in het Kunsthistorisches Museum in Wenen, was Bruegel een ware trendsetter, want hij bepaalde het meest het uitzicht van deze toren voor andere voorstellingen in zijn eigen tijd tot recentere tijden, tot in de animereeks Nadia: The Secret of Blue Water toe. Bruegel baseerde zijn invloedrijke toren op het Colosseum in Rome en schilderde drie versies. Eén ervan is verloren gegaan en komt enkel in oude beschrijvingen terug.
Jacques Martin baseerde zich op een voorstelling uit de Islamkunst voor zijn Alex-avontuur De Toren van Babel (deel 16 uit 1981). François Schuiten vond Bruegels versie goed genoeg om er een eigen, nu compleet gebouwde toren van te maken in het door Benoît Peeters geschreven De Toren (1987) in de reeks De Duistere Steden.


Jommeke-tekenaar Jef Nys presenteerde in 1957 een deels fictieve biografie van Bruegels jeugdjaren in De Wonderbare Jeugd van Pieter Bruegel. Het komische verhaal verscheen voor het eerst bij Halewijn die het in 1959 herdrukte. In 1965 verscheen het in het stripweekblad Ohee met een hertekende cover. In 2003 kwam het uit als een gelimiteerde editie en een bijkomende luxe-uitvoering bij de culturele vereniging Spirit in Temse.
Daar blijft het niet bij, want in november verschijnt het album nogmaals, voor het eerst in kleur. Die inkleuring wordt uitgevoerd door Ivan Adriaenssens. Het album in een oplage van 500 exemplaren (hardcover, 20 euro, gesigneerd door Adriaenssens) is enkel te koop op de stripbeurs van Gooik op 17 november of op bestelling (helaas niet bij ons, probeer het liever via jp.deloecker@telenet.be). Voor dat festival tekende Adriaenssens een affiche met bekende stripfiguren en tekenaars die aanwezig zijn op, jawel, een boerenbruiloft.


In het Suske en Wiske-verhaal De Krimson-crisis (deel 215 uit 1988 door Paul Geerts) flitsen onze vrienden Bruegel uit het verleden naar het heden om hem samen met andere historische figuren in te schakelen in hun strijd tegen Krimson. Je moet er eens op letten dat Geerts' Bruegel precies dezelfde kleren draagt als in Willy Vandersteens Het Spaanse Spook van een kleine veertig jaar daarvoor. Hij haalde de bij Vandersteen schetsende Bruegel, compleet met zijn vellen papier, met de Teletijdmachine naar het heden.
De Krimson-crisis verscheen tijdens de campagne "Vlaanderen Leeft" waarbij het Vlaamse zelfbewustzijn werd aangewakkerd. Behalve een parade Vlaamse (culturele) voorvechters uit de geschiedenis en het heden, komen ook Tijl Uilenspiegel en Hannes en Tamme uit Vandersteens De Geuzen voor in dit verhaal. Wegens het sterk Vlaams-nationalistische thema is dit het enige album van Suske en Wiske dat niet naar het Frans is vertaald voor Waalse lezers.


Vandersteens stripreeks De Geuzen verdient een groter overzicht. Vooral in de eerste vier albums knipoogde hij veelvuldig en heel expliciet naar Bruegel. Bovendien tekende hij zelf prachtige prenten, vakkundig in inkt gezet door Eric De Rop (deel 1-2-3) en daarna Eugeen Goossens die Bruegel had kunnen tekenen. De eerste vijf albums eindigen met een reproductie van een gravure van Bruegel. In de eerste vier albums openen de verhalen ook met een introductie bij die gravures of een schilderij.
In De Geuzen deel 1, De Zeven Jagers (1985), zien we Dulle Griet terug. In hetzelfde verhaal maken we kennis met magiër Dostranamus en zijn vrouw Alwina. Hij vond een toestel uit waarmee gravures geanimeerd worden als voorloper van de televisie. Alwina demonstreert het met de pentekening De Grote Vissen Eten de Kleine (1557). Het bevindt zich tegenwoordig in het Albertina in Wenen.

De cover van deel 2, De Ekster op de Galg (1986), is al een verwijzing naar het gelijknamige schilderij van Bruegel, vermoedelijk zijn laatste uit 1568. Het hangt in het Hessisches Landesmuseum in Darmstadt. Nog een andere gravure en héél breugeliaanse horrortaferelen komen in dit album voor.

Deel 3, Flodderbes, de Heks (1986), opent met de prent De Heks van Malleghem (in de strip verkeerd gespeld als Mellegem).

In De Geuzen deel 4, De Rattenvanger, staat De Boerenbruiloft — weeral! — maar nu als gravure in plaats van het bekendere schilderij. Vandersteen tekent het niet na, maar presenteert een eigen, knap getekende bruiloft van Hannes en Veerle die wat doet denken aan Bruegels schilderijen De Boerendans (1569) of De Boerenbruilofstdans (1566).

In het allerlaatste verhaal, De Wildeman van Gaasbeek (1990), zijn Hannes, Veerle en Tamme uitgenodigd om een bruiloft bij te wonen. Vandersteen last alsnog een knipoog naar het voorbeeld van Bruegel in.


We kunnen nog lang doorgaan, maar we maken de cirkel rond en eindigen met een knipoog náár een knipoog. Voor een speciaal verjaardagsnummer van Kuifje (nummer 39 uit 1981) eigende Franz zich twee pagina's uit Het Spaanse Spook toe om ze in zijn eigen stijl te tekenen. In een prent zit uiterst rechts in beeld meester Bruegel mee aan tafel, net zoals op het origineel van Bruegel zelf en van Willy Vandersteen. Dat het Breugelfestijn hem moge smaken!