Op
9 september 2019 was het precies 450 jaar geleden dat
Pieter Bruegel de Oude overleed. Hij
behoort tot het kransje schilders wiens werk meermaals
in strips werd geciteerd als knipoogje. In dit onvolledige
overzichtsartikel nemen we je mee doorheen enkele bekende
en minder bekende van die Bruegel-knipoogjes in diverse
stripverhalen.
We
beginnen uiteraard bij Willy Vandersteen.
In het Suske en Wiske-verhaal Het Spaanse
Spook laat Vandersteen Lambik, Suske en Wiske een
museum bezoeken waar onze vrienden Bruegels schilderij
De Boerenbruiloft (1567-1568) bewonderen om er
even later live in de zestiende eeuw te gast te zijn.
Het oorspronkelijke schilderij hangt tegenwoordig in het
Kunsthistorisches Museum in Wenen.
Voor
de cover van het weekblad Kuifje op 24 maart
1949 (die werd hernomen en opnieuw ingekleurd voor Ons
Volkske) tekende Vandersteen een scène uit
het album opnieuw. In die scène schetst Bruegel
himself een vechtende Lambik.
En
voor een kleur- en knipboek uit 1952/1953 tekende Vandersteen
een breugeliaans tafereel met diverse verwijzingen naar
Bruegels werk. Van Hergé kreeg
Vandersteen later nog de bijnaam "de Bruegel van
het beeldverhaal". Je vindt Vandersteens naam hieronder
nog vaker terug.
|
Deze
mooie knipoog naar eveneens Bruegels De Boerenbruiloft
was in Asterix en de Belgen (deel 24 in
de reeks) Albert Uderzo's hommage aan
onze bourgondische eetcultuur en gastvrijheid (ja, het
is al een oud album uit 1979).
Maar was het werkelijk getekend door Albert? Zijn broer
Marcel beweerde dat hij in zijn eentje
de bewuste illustratie heeft geschilderd, zonder tussenkomst
van Albert. Het kostte hem naar eigen zeggen een dag om
de hele prent te tekenen en te schilderen. In totaal hielp
hij als inkter, letteraar en inkleurder mee aan zestien
albums, goed voor honderden platen.
Bij het verschijnen van het album waren er luidens een
artikel in Stripschrift nog andere twijfels.
Een redacteur van het Nederlandse stripinformatieblad
luisterde na de release van het album een gesprek af in
een Nederlandse stripwinkel. Een klant uitte er zijn bewondering
voor tekenaar Pieter Bruegel en vroeg zich af of hij voortaan
de reeks Asterix zal tekenen. De winkelier wist
ook al van niets beter dan dat Bruegel een hulpje van
Uderzo was.
Nogmaals
De Boerenbruiloft, we hebben er inmiddels
honger van gekregen. In de stripreeks Kasper,
door Johan De Moor (de zoon van
Bob De Moor) en zijn jeugdvriend
Stephen Desberg, beleeft Kasper avonturen
in de parallelle sprookjeswereld Desnachts. In het
eerste album, De Achterkant van het Masker (1987),
komt een fragmentje voor uit De Boerenbruiloft. |
|
|
In
het Thomas Pips-verhaal De Knalrode Hoeve,
door Buth, komen Thomas en zijn zoon
Henkje in de zestiende eeuw terecht. Om te bewijzen dat
Thomas een rasechte Vlaming is, moet hij de "spreekwoordenproef"
tot een goed einde brengen. Diverse dorpelingen nemen
hun positie in en voeren rare dingen uit. Ze beelden allen
Vlaamse en Nederlandse spreekwoorden waarvan sommige nog
steeds gebruikt worden. Thomas doorstaat de proef met
glans.
Het tafereel is een rechtstreekse verwijzing naar Bruegels
olieverfschilderij Nederlandse Spreekwoorden
uit 1559 waarop maar liefst 125 spreekwoorden en gezegdes
te ontdekken zijn. Als je ze met je eigen ogen wil controleren,
moet je naar het Staatliche Museum in
Berlijn gaan.
|
|
|
|
In
het boek Museum K worden knipogen in de reeks
de Kiekeboes van Merho toegelicht.
Een compleet artikel gaat over Bruegel. Het knipoogje
is echter niet in de stripreeks zelf terug te vinden,
wel op een wenskaart uit 2007. Merho gebruikte voor zijn
illustratie dezelfde vredige uitstraling van een winterlandschap
uit Bruegels Jagers in de Sneeuw (1565) en voegde
er een kerstsfeer aan toe.
Zo’n seizoensgebonden tafereel vindt ook Douglas
Mac Reel geschikt voor een kalender in De Doedelzak
van Mac Reel. En in het rijtje rasartiesten die zich
aan Rosemarie De Bruin in Meesterwerken bij de Vleet
voorstellen, was Bruegel er al bij sinds haar kindertijd.
Jagers in de Sneeuw kan je tegenwoordig bewonderen
in het Kunsthistorisches Museum in Wenen.
|
|
Hermann
en zijn zoon Yves H. vernoemen Schemerwoude
deel 13 naar Dulle Griet, een schilderij van
Bruegel uit 1563 met een tafereel uit de hel en een bijkomende
voorstelling van de zeven hoofdzonden. De auteurs brengen
de voorstelling van Dulle Griet uit het schilderij, de
historische achtergrond van de reformatie en Charles
De Costers legende over Tijl Uilenspiegel in
de strip bij elkaar. Bruegel is zelf te zien in dit album,
treffende hommages aan zijn werk eveneens. Een van die
voorbeelden is het landschap uit Jagers in de Sneeuw
zonder personages.
Over
Dulle Griet gesproken, in De Dulle Griet, deel
78 in de reeks Suske en Wiske, maakt het personage
uit het schilderij van Bruegel door de Teletransfor van
professor Barabas een nogal verpletterende indruk op onze
vrienden... vooreerst Lambik die onder haar onstuimige
intrede wordt vertrappeld. In dit verhaal brengt Vandersteen
dit "symbool van de oorlogswaanzin van de mensheid"
als een verniel- en oorlogszuchtige, "galg en rad"
schreeuwende, twistzieke, manipulerende zottin. Haar grappige
mini-evenbeeldjes, de Grietjes, zijn niet minder tuk op
hetzelfde doel om oorlog te voeren.
Op het eind komt Dulle Griet tot inkeer. Nadat ze terug
in het schilderij is gebracht, is het daarom nog niet
afgelopen met de oorlogen op deze wereld. Vandersteen
werkte aan dit verhaal in 1966 toen de Vietnamoorlog volop
woedde. Uitzonderlijk maakt Wiske in de laatste prent
geen knipoog, maar sluit ze beide ogen voor die bittere
ernst. Om het schilderij in werkelijkheid te zien, hoef
je niet ver te reizen. Het hangt in het Museum
Mayer van den Bergh in Antwerpen.
|
|
|
Ook
Brusselaar Frank Pé is vertrouwd
met het werk van Bruegel. In het Ragebol-verhaal
Een Faun op je Schouder (2003) krijgt Ragebol
zin om de pen op te pakken en volmaakte momenten te verwoorden.
Zijn oog valt op een postkaart van Bruegels Jagers
in de Sneeuw en hij begint te schrijven.
Daarnaast sluisde Frank in zijn niet-vertaalde hommage
aan Robbedoes voor het weekblad Spirou
uit 2013 ook een hommage aan Bruegel. Tijdens een poëtische
wandeling door het landschap van Rommelgem passeren enkele
van de blinden uit het schilderij De Parabel der Blinden
achter de rug van Robbedoes en Kwabbernoot. Hierbij
bieden we je de twee pagina's van deze hommage in het
Engels aan. Engelstalige fans van de stripreeks hebben
deze vertaald.
André Franquins landelijke Rommelgem
maakte trouwens een diepe indruk op de toen tienjarige
Frank Pé. Het gaf hem zin om verhalen te situeren
op het platteland, wat leidde naar de stripreeks Ragebol
die in het weekblad Robbedoes/Spirou
startte als een geïllustreerde natuurrubriek waarbij
een wandelende Ragebol de lezers kennis bijbracht over
diertjes die hij op het platteland tegenkomt. In 2016
verscheen Het Licht van Borneo, Franks eigen
album van Robbedoes op scenario van Zidrou.
|
|
We
twijfelen er niet aan dat de Chileense allrounder
en cultureel onderlegde Alejandro Jodorowsky
het werk van Bruegel kent. Of de vier blinden
die elkaar leiden in De Zonen van El Topo deel
1 (2016, getekend door de Mexicaan José
Ladrönn) een bewuste knipoog is, durven
we met minder zekerheid zeggen. In ieder geval weten
we door het schilderij De Parabel der Blinden
(1568) hoe het afloopt met blinden die elkaar leiden:
ze eindigen in de sloot. Vandaag hangt het schilderij
in het Museo di Capodimonte in
Napels.
Een
duidelijkere verwijzing naar hetzelfde schilderij
dan. In Prins Boerke (deel 7 in de reeks
Boerke) haalt Pieter De Poortere
tientallen sprookjesfiguren door de mangel. Als
je oplet, zie je in een van de gags ook Bruegels
De Parabel der Blinden passeren. |
De
Babylonische Toren van Babel is een sterk verhaal in het
Oude Testament (Genesis). Met zijn schilderij
uit 1563, te bewonderen in het Kunsthistorisches Museum
in Wenen, was Bruegel een ware trendsetter, want hij bepaalde
het meest het uitzicht van deze toren voor andere voorstellingen
in zijn eigen tijd tot recentere tijden, tot in de animereeks
Nadia: The Secret of Blue Water toe. Bruegel
baseerde zijn invloedrijke toren op het Colosseum in Rome
en schilderde drie versies. Eén ervan is verloren
gegaan en komt enkel in oude beschrijvingen terug.
Jacques Martin baseerde zich op een voorstelling
uit de Islamkunst voor zijn Alex-avontuur De
Toren van Babel (deel 16 uit 1981). François
Schuiten vond Bruegels versie goed genoeg om
er een eigen, nu compleet gebouwde toren van te maken
in het door Benoît Peeters geschreven
De Toren (1987) in de reeks De Duistere Steden.
|
|
|
|
|
Jommeke-tekenaar
Jef Nys presenteerde in 1957 een deels
fictieve biografie van Bruegels jeugdjaren in De Wonderbare
Jeugd van Pieter Bruegel. Het komische verhaal verscheen
voor het eerst bij Halewijn die het in
1959 herdrukte. In 1965 verscheen het in het stripweekblad
Ohee met een hertekende cover. In 2003 kwam het
uit als een gelimiteerde editie en een bijkomende luxe-uitvoering
bij de culturele vereniging Spirit in
Temse.
Daar blijft het niet bij, want in november verschijnt
het album nogmaals, voor het eerst in kleur. Die inkleuring
wordt uitgevoerd door Ivan Adriaenssens.
Het album in een oplage van 500 exemplaren (hardcover,
20 euro, gesigneerd door Adriaenssens) is enkel te koop
op de stripbeurs van Gooik op 17 november of op bestelling
(helaas niet bij ons, probeer het liever via jp.deloecker@telenet.be).
Voor dat festival tekende Adriaenssens een affiche met
bekende stripfiguren en tekenaars die aanwezig zijn op,
jawel, een boerenbruiloft.
|
In
het Suske en Wiske-verhaal De Krimson-crisis
(deel 215 uit 1988 door Paul Geerts)
flitsen onze vrienden Bruegel uit het verleden naar het
heden om hem samen met andere historische figuren in te
schakelen in hun strijd tegen Krimson. Je moet er eens
op letten dat Geerts' Bruegel precies dezelfde kleren
draagt als in Willy Vandersteens Het Spaanse Spook
van een kleine veertig jaar daarvoor. Hij haalde
de bij Vandersteen schetsende Bruegel, compleet met zijn
vellen papier, met de Teletijdmachine naar het heden.
De Krimson-crisis verscheen tijdens de campagne
"Vlaanderen Leeft" waarbij het Vlaamse zelfbewustzijn
werd aangewakkerd. Behalve een parade Vlaamse (culturele)
voorvechters uit de geschiedenis en het heden, komen ook
Tijl Uilenspiegel en Hannes en Tamme uit Vandersteens
De Geuzen voor in dit verhaal. Wegens het sterk
Vlaams-nationalistische thema is dit het enige album van
Suske en Wiske dat niet naar het Frans is vertaald
voor Waalse lezers.
Vandersteens
stripreeks De Geuzen verdient een groter overzicht.
Vooral in de eerste vier albums knipoogde hij veelvuldig
en heel expliciet naar Bruegel. Bovendien tekende hij
zelf prachtige prenten, vakkundig in inkt gezet door Eric
De Rop (deel 1-2-3) en daarna Eugeen
Goossens die Bruegel had kunnen tekenen. De eerste
vijf albums eindigen met een reproductie van een gravure
van Bruegel. In de eerste vier albums openen de verhalen
ook met een introductie bij die gravures of een schilderij.
In De Geuzen deel 1, De Zeven Jagers
(1985), zien we Dulle Griet terug. In hetzelfde verhaal
maken we kennis met magiër Dostranamus en zijn vrouw
Alwina. Hij vond een toestel uit waarmee gravures geanimeerd
worden als voorloper van de televisie. Alwina demonstreert
het met de pentekening De Grote Vissen Eten de Kleine
(1557). Het bevindt zich tegenwoordig in het Albertina
in Wenen.
|
|
|
|
De
cover van deel 2, De Ekster op de Galg (1986),
is al een verwijzing naar het gelijknamige schilderij
van Bruegel, vermoedelijk zijn laatste uit 1568.
Het hangt in het Hessisches Landesmuseum
in Darmstadt. Nog een andere gravure en héél
breugeliaanse horrortaferelen komen in dit album
voor. |
Deel
3, Flodderbes, de Heks (1986), opent met de prent
De Heks van Malleghem (in de strip verkeerd gespeld
als Mellegem).
In
De Geuzen deel 4, De Rattenvanger, staat
De Boerenbruiloft — weeral! — maar
nu als gravure in plaats van het bekendere schilderij.
Vandersteen tekent het niet na, maar presenteert een eigen,
knap getekende bruiloft van Hannes en Veerle die wat doet
denken aan Bruegels schilderijen De Boerendans
(1569) of De Boerenbruilofstdans (1566).
In
het allerlaatste verhaal, De Wildeman van Gaasbeek
(1990), zijn Hannes, Veerle en Tamme uitgenodigd om een
bruiloft bij te wonen. Vandersteen last alsnog een knipoog
naar het voorbeeld van Bruegel in.
We
kunnen nog lang doorgaan, maar we maken de cirkel rond
en eindigen met een knipoog náár een knipoog.
Voor een speciaal verjaardagsnummer van Kuifje
(nummer 39 uit 1981) eigende Franz zich
twee pagina's uit Het Spaanse Spook toe om ze
in zijn eigen stijl te tekenen. In een prent zit uiterst
rechts in beeld meester Bruegel mee aan tafel, net zoals
op het origineel van Bruegel zelf en van Willy Vandersteen.
Dat het Breugelfestijn hem moge smaken! |