Suske en Wiske 114
(oorspronkelijk verschenen in de blauwe reeks als derde album,
eerste druk uit 1953)
(herdrukken met aangepaste cover) |
(voorpublicatiecovers
van 9 mei en 18 juli 1951)
Als Suske een hypnotiseur redt, worden hij, Wiske en Lambik
als bedankje onder hypnose gebracht. Daardoor belanden de
drie in het Brugge van de dertiende eeuw. Samen met de Italiaan
capitono Rabakol trekken ze naar Venetië waar ze de
opdracht krijgen Marco Polo te vinden omdat die een geheim
wapen zou bezitten. Om die taak te volbrengen gaan onze
vrienden op avontuur richting China...
|
|
|
Capitano
Givanni Rabakol: Venetiaanse wapenmeester die
in Brugge wordt bezocht door onze vrienden. Luigi komt
hem verzoeken naar Venetië terug te keren. |
|
Hypnotiseur:
Wordt door Suske van een hem afranselende pachter gered.
Als bedanking hypnotiseert hij onze vrienden voor een
gedroomd avontuur. |
|
Jezabel:
Jonge dromedaris waar Lambik zich over ontfermt
na een dodelijke verwonding van zijn moeder. Ontpopt zich
als een waardevolle bondgenoot. |
|
Luigi: Dwerg die in opdracht van de doge van
Venetië naar Brugge kwam gereisd om de Capitano mee
te vragen naar het thuisland waar een oorlog met Genua
dreigt. |
|
Spion:
Of ook de man met de groene mantel genoemd. Genuaanse
spion die de boodschap van Luigi wil onderscheppen. De
grote booswicht van dit verhaal. |
|
|
De Tartaarse Helm kwam tot stand nadat Vandersteen
op vraag van Le Lombard, de uitgever van het weekblad
Kuifje, een reis had gemaakt naar Venetië
om er zich te documenteren. Als souvenir bracht hij een
Tartaarse helm mee. Daarover bedacht hij een heel verhaal
dat de helden ook naar Brugge bracht, het Venetië
van het noorden, waar Vandersteen eveneens documentatie
verzamelde. |
|
|
"Kom,
sta op, ouwe grappenmaker! We gaan een kruik
Chianti drinken op mijn overwinning!"
Lambik trof Capitano Giovanni
Rabakol in het hart met een houten deeg tijdens
een sportief degengevecht. De Capitano zeeg
neer door een pijl in de rug terwij Lambik aanneemt
dat het om een grap gaat. |
|
|
|