Suske en Wiske 156,
geschreven en getekend
door Paul Geerts
(eerste druk uit 1975) |
(krantenaankondiging van 5 december 1974, niet
opgenomen in de albumuitgave)
Als Suske en Wiske aan Barabas vragen of hij ooit al verliefd
geweest is, begint hij te blozen en te vertellen over zijn
grote liefde Lotje die op mysterieuze wijze verdwenen is.
De zieke Barabas kan enkel genezen als hij zijn Lotje nog
een laatste keer kan zien. Kunnen onze vrienden haar op
tijd vinden?
|
|
 |
Dokter:
Na Barabas' opname in het ziekenhuis stelt hij
bij de patiënt LDVD, liefdesverdriet, vast. Is in
elk plaatje te zien met een telefoonhoorn aan het oor. |
 |
Lotje:
Knap naaistertje waar Barabas hoteldebotel verliefd op
wordt. Leeft eigenlijk in de 17de eeuw en werkt in dienst
van de markiezin. Wordt omgetoverd in een levende modelpop. |
 |
Markiezin:
Edeldame die Paul Geerts vergat een naam te geven. Werkgeefster
van Lotje. Waarschuwt onze vrienden, die ze op haar kasteel
inviteerde, voor de tovenares. |
 |
Massaker:
Roverhoofdman in dienst van de tovenares. Is jaloers op
Barabas op wie Lotje verliefd wordt. Heeft een mooie paarse
pluim op zijn hoed. |
 |
Serpenta:
Tovenares die de streek onveilig maakt. Achter het masker
schuilt de markiezin. Haar naam wordt enkel in de aankondiging
vermeld. |
|
| |
In de zeventiende eeuw stelt Sidonia zich voor als Markiezin
de Plomb de Zinc. Het is een verwijzing naar het beroep
dat ze als geëmancipeerde vrouw gaat uitoefenen:
loodgietster. De markiezintitel past prima bij haar adellijke
afkomst. In de middeleeuwen trouwde hofleverancier Sidonia
met koning Poefke (in De Koning Drinkt. In De
Stierentemmer blijkt ze af te stammen van de Spaanse
hertog Medina Sidonia. In De Tuf-Tuf-Club speelt
haar voorvader baron van Stiefrijke mee.
Vandersteens bekendste adellijke creatie is 't Prinske
dat hij in 1953 voor het weekblad Kuifje bedacht.
Het jochie met de kroon sierde tussen 1953 en 1959 veertien
keer de cover van het weekblad. Vandersteen en zijn studio
maakten 299 gags.
Albumuitgaven verschenen vrij laat. Twee zwart-witalbums
in 1978-1979, in de collectie Magnum van uitgeverij
De Dageraad, gingen een chronologische, complete uitgave
in kleur vooraf. Standaard Uitgeverij publiceerde deze
reeks in 1994-1997 als vier premiumalbums voor wie zich
intekende op de bibliofiele, klassieke heruitgave van
alle oorspronkelijke Suske en Wiske-strips. Deze
Prinske-albums gaf Standaard Uitgeverij ook uit
in het Frans, maar uitgeverij Magic Strip was hen in 1981-1982
voor met drie hardcoveralbums waarvoor Vandersteen-bewonderaar
Yves Chaland de covers illustreerde. |
|
 |
"Kan
de Eifeltoren vervangen worden door een telefoonpaal,
Sidoniaatje?"
Lambik vergelijkt Lotje,
die hem zopas een dikke kus gaf, met Sidonia,
die het afscheid van Lotje wil goedmaken. |
|
 |
|
