Suske en Wiske 248,
geschreven en getekend
door Paul Geerts
(eerste druk uit 1996)

(krantenaankondiging van 28 september 1995, ingekleurd voor de albumuitgave)

Wie had dat gedacht: een man in de kracht van zijn leven, geliefd bij vriend en vijand. Maar het noodlot slaat toe: Lambik sterft!! Maar hij komt op mysterieuze wijze terug tot leven en wordt ontvoerd. Hij wordt door een bende omgetoverd tot Robotkop die overal ravage aanricht. Kunnen onze vrienden hem stoppen?

Carlo Pinto: Italiaanse booswicht met paardenstaart. Belast met de ontvoering van Lambik die hij naar Italië moet brengen.
Commissaris: Venetiaanse politiediender. Wordt helemaal overstuur door alle terroristische aanslagen die Robotkop en de maffia uitvoeren. Te kalmeren met een emmer water.
Don Felice Silicone: Italiaanse peetvader van een maffiagenootschap dat buitengewone zaken steelt. Laat Lambik ombouwen tot Robotkop.
La Chinchilla: Introduceert zichzelf als verpleegster, maar is eigenlijk de sexy handlangster van Don Felice Silicone. Heeft een snedig karakter en een stevige voorgevel.
Dokter Sanna: Italiaanse neurochirurg, verantwoordelijk voor de operatie van Lambik om 'm van zijn hersentumor te ontdoen. Lijkt constant te knipogen, maar dat komt door een lui oog.
Het verhaal van Robokop is behoorlijk autobiografisch want Paul Geerts gebruikte zijn eigen operatie aan een hersentumor als uitgangspunt. Maar focussen we ons op ene frivoltere noot. De rondingen van de opvallend sexy La Chinchilla bijvoorbeeld. Die werden met gretigheid op papier toevertrouwd. In een prent staat ze zelfs een beetje nutteloos te pronken bij een sportwagen zoals een model op een autosalon. Daar kwamen reacties op. Lezers vonden dat zij niet paste in Suske en Wiske. Geerts daarover: "Merho mag dat wel in Kiekeboe, maar in Suske en Wiske pikken de mensen dat blijkbaar niet. Afgezien van zulke dingen vind ik dat we genoeg ruimte hebben. Ik lig daar overigens niet van in mijn kussen te bijten. Ik weet voor mezelf wat kan en niet kan. Suske kan met een vriendinnetje naar huis komen, maar er zal niks te zien zijn."
Vandersteen was trouwens zelf niet vies van een sexy verschijning. Zijn allereerste stripcreatie was Kitty Inno, een slanke, kortgerokte, langbenige blondine met duidelijke vormen. Haar oorspronkelijk Franstalige gags beleefde ze in het personeelsblad Entre Nous van warenhuisketen Innovation in 1940-1942 en 1944-1945.
"Kijk nu! Daarbeneden ligt mijn lijk... Dood! En toch ben ik hier! Ik snap er niets van!"

Lambik sterft op de operatietafel. Zijn geest treedt buiten zijn lichaam en zweeft boven zijn lijk. In het hiernamaals legt zijn geestelijke vader Willy Vandersteen met whisky en sigaret in de hand uit dat Lambik een bijna-doodervaring meemaakt.
 
© Stripspeciaalzaak.be, 2013