Suske en Wiske 122
(eerste druk uit 1971)
(herdruk met aangepaste cover) |
(krantenaankondiging van 13 november 1970,
niet opgenomen in de albumuitgave)
Lambik heeft het met zijn zes haren moeilijk in tijden waarin
lang haar helemaal hip is. Hij is op zoek naar het haargroeimiddel
van Humperbram, Elvisius en Ringorius en wordt naar hun
tijdperk geflitst. Daar wordt hij hofkapper in ruil voor
het haargroeimiddel. Maar dan worden de kinderen van de
koningin ontvoerd!
|
|
 |
Dilijla:
Knappe deerne die door Lambik uit de klauwen
van vijandige Tilisfijnen wordt gered. Loopt naar de vijand
over nadat Jerom (met lange haren) haar afwijst. |
 |
Elvisius:
Een van de drie zonen van koning Teknozius en koningin
Moami. Speelt trommelongo. Zijn naam verwijst naar Elvis
presley. |
 |
Humperbram:
Flitste met zijn broers naar het heden door een experiment
van professor Barabas met zijn Teletijdmachine. Speelt
saxofazuin. Naam verwijst naar Engelbert Humperdinck. |
 |
Ringorias:
De kleinste en ook mondigste broer. Speelt guitafon. Naam
verwijst naar Ringo Starr. Lambik wil de drie broers inruilen
tegen het haargroeimiddel van de Establieten. |
 |
Moami:
Koningin van de Establieten die in oorlog zijn met de
Tilisfijnen. Dit volk kende in de vroegste geschiedenis
al haargroeimiddelen. Verdraagt haar jongens niet met
lange haren. |
|
| |
Behalve
verwijzingen naar de toenmalige pop- en jeugdcultuur van
eind jaren 1960, begin jaren 1970 is De Kale Kapper
vooral een knipoogje naar het verhaal van Samson en Delilah
uit het Oude Testament. In dat bijbels verhaal
streed Samson (in De Kale Kapper dus Jerom) met
ongelofelijke kracht tegen de Filistijnen. Vrouwen waren
zijn zwakte. Hij viel voor Delilah, een Filistijnse. Zij
knipte zijn haren af waarin zijn kracht schuilde. In het
Oude Testament staken de Filistijnen ook nog
zijn ogen uit. De scène op pagina 55, waarin Jerom
pilaren en daarmee een heel gebouw tegen de grond kwakt,
komt ook uit Samson en Delilah.
 Vandersteen
en zijn studiomedewerkers vonden wel meer inspiratie in
de bijbel. De Adellijke Ark (geschreven door
Paul Geerts) is nog zo'n verhaal. In De Avonturen
van Judi ging Vandersteen helemaal loos om de belangrijskte
gebeurtenissen uit het Oude Testament naar een
stripreeks te vertalen. Judi was in 1952 de eerste
samenwerking met Karel Verschuere met wie Vandersteen
niet veel later de reeks Bessy startte. De eerste
twee verhaen van Judi verschenen in voorpublicatie in
Ons Volkske en later in album. Vandersteen haakte
af na deel 3 omdat de reeks niet aansloeg. Deel 4 en 5
maakte Verschuere vervolgens alleen. Hij moest het hoofdpersonage
en de reeksnaam wel veranderen naar Rudi. |
|
 |
"Jij
fokt daar in korte tijd een langlokkige scalp
en ik moet het met zes sprietjes stellen!"
Lambik zit met de handen
in het, euh, haar wanneer Jerom zich met lang
haar aandient. De frustraties groeien en hij
ontwikkelt een afkeer tegen langharigen. |
|
 |
|
