De Rode Ridder 114,
geschreven en getekend doo
Karel Biddeloo
(eerste druk uit 1985)

(start voorpublicatie in krant op 31 mei 1985)

In een bergachtige streek komt Johan in aanvaring met een groep huursoldaten onder leiding van Abahrim, een oude bekende van Johan. De soldaten moeten de naburige ruïne bezetten omdat het uitziet op een strategisch belangrijke bergpas en brug. Herbergier Joab raadt hen dit af. Het spookt in de kasteelruïne. Ook Ozias de zwerver waarschuwt de soldaten voor de Vrykolakas die niet mag gestoord worden. De soldaten, maar ook Johan, ondervinden dat het aangekondigde onheil bittere ernst is.

Abahrim: Hoofdman van een groep huursoldaten. Komt met zijn soldaten een strategisch gelegen ruïne bezetten op het grensgebied van twee landen die op voet van oorlog staan.
Adelaide: Nichtje van herbergier Joab voor wie ze in de herberg werkt. Loopt blootsvoets rond in een half gescheurde jurk. Is bevriend met Ozias.
Ednau en Yabur: Twee onruststokers in dienst van Abahrim. Allebei belust op vrouwelijk schoon (Adelaide) en rijkdom (het zilveren Kruis van Eibon dat Vrykolakas tegenhoudt). Ednau wordt als eerste geveld door Vrykolakas.
Ozias: Onsterfelijke broer van Vrykolakas. Vervaardigde het Kruis van Eibon om zijn broer tegen te houden want hem doden kon hij niet. Waarschuwt de huursoldaten en helpt Johan.
Vrykolakas: Diende het kwade en werd een onsterfelijke vampier. Wanneer het Kruis van Eibon van een muur wordt gehaald, ontsnapt hij en slacht iedereen af die hij op zijn pad vindt. Trekt zich overdag terug.
Nadat Karel Biddeloo De Rode Ridder van Vandersteen overnam, kwam er langzaam aan verandering in het aandragen van thema's. Hekserij, sciencefiction en pure horror, zoals deze Vrykolakas, deden hun intrede. Biddeloo was een groot filmliehebber. Hij voorzag het succes van de eerste Star Wars-film en liet ook Johan tussen de sterren reizen. Omdat het tweeluik De Vluchtelingen en Karpax de Stalen Man (allebei uit 1978) een prompt succes kende, bracht Vandersteen zijn personages Robert en Bertrand snel in contact met buitenaards leven in het album Vreemde Bezoekers (1978). In 1979 stelde Jan Smets, de medeoprichter van Stripgids en Strip Turnhout, aan medejurylid Vandersteen voor om Biddeloo de Bronzen Adhemar te geven. Smets dacht eerst dat Vandersteen het er moeilijk mee zou hebben als een van zijn medewerkers uit de schaduw zou treden. "Karel Biddeloo heeft De Rode Ridder grootgemaakt", luidde het antwoord. Aan het Franse stripinfotijdschrift Les Cahiers de la Bande Dessinée gaf hij ook al ruitelijk toe dat hij iets heeft geleerd van Biddeloo: "Er is het geval Karel Biddeloo die De Rode Ridder-serie, die ik hem toevertrouwd had, volledig heeft omgegooid. Eerst was het een ridderverhaal in de klassieke zin, dat zich afspeelt in de tijd van koning Arthur, maar Biddeloo heeft er hekserij in verwerkt, en sciencefiction en dat heeft de oplage van 60.000 naar 100.000 exemplaren opgedreven."
"Dat klopt, Johan! En jij speelt nog altijd beschermer van zwakken en verdrukten! Met mij samenwerken zou je heel wat meer opbrengen!"

Hoofdman Abahrim ziet in Johan een waardevolle aanwinst voor zijn legertje huursoldaten. De twee kennen elkaar al langer, Abahrim blijkt tevoren ook al geprobeerd te hebben om Johan te overtuigen. Abahrim geeft het niet op en herhaalt zijn voorstel om samen te werken.
 
© Stripspeciaalzaak.be, 2013