Suske en Wiske 139,
geschreven en getekend
door Paul Geerts
(eerste druk uit 1973)
(herdruk met aangepaste cover) |
(krantenaankondiging van 9 mei 1972, niet opgenomen
in de albumuitgave)
Jerom en Lambik maken bomen beter en ontvoeren industriëlen
om ze een les over de natuur te geven. Eén iemand
wil echter niet en maakt de bomen ziek. Wanneer zijn dochter
echter ziek wordt, is er alleen een oude wijze eik die haar
kan redden.
|
|
|
Druïde:
De druïde van het dorp Frituria in 60 voor
Christus vreest voor zijn job las Frikadelis bij haar
vader, de hoofdman, gaat klagen. Probeert te voorkomen
dat Sidonia het eikenwoud betreedt. |
|
Dryada:
Bosnimf, bevriend met Robur. Om zijn leven te
redden, ziet ze een ideaal offer in Schanulleke. Leeft
in een berkenboom naast Robur. |
|
Frikadelis:
Dochter van hoofdman Kleptorix. Zij en zij alleen
zal met de heilige eik Robur trouwen. In Sidonia ziet
zij een rivaal. |
|
G.
Roenvreter: Grootindustrieel die een bos wil
omkappen, maar daarin wordt tegengewerkt door groene jongens.
Laat dan maar de bomen vergiftigen. Komt tot inkeer door
de ziekte van zijn dochter. |
|
Robur:
Zieke, triestig kijkende, eeuwenoude heilige
eik wiens dagen zijn geteld. In zijn jonge jaren stond
hij op het punt met Sidonia te trouwen. |
|
|
Hoewel
Paul Geerts de eigenlijke schrijver is van dit verhaal,
had Vandersteen er toch een grote hand in. Hij kwam
op het idee nadat hij een interview las met Frank Buddingh
in het tijdschrift van de Vlaamse Automobiel Bond. Buddingh
was toen directeur van Gebroeders Copijn België,
boomchirurgen, in het verhaal de Nederlandse firma Cop
& Pijn genoemd waar Lambik het vak van boomchirurg
leerde.
Op pagina 9 haalt Paul Geerts een oude uitvinding van
professor Barabas van stal: Vitamitje, het autootje
dat op voedsel leeft en blijkbaar al die jaren in de
vergetelheid en zonder voedsel wist te overleven in
de garage. "Sinds De Sprietatoom is Vitamietje
in de vergeethoek geraakt" meldt een tekstkader.
Niet alleen de spelling van Vitamitje is fout, er wordt
ook een ander verhaal waarin hij voorkomt genegeerd.
In De Tamtamkloppers uit 1953, zeven jaar na
De Sprietatoom, kwam Vitamitje ook voor. In
totaal kwam het antropomofre wagentje twaalf keer voor
in reguliere Suske en Wiske-verhalen. De laatste
keer gebeurde in Het Mopperende Masker (2005).
|
|
|
"Daar
alleen kunnen bomen leven. Daar alleen is 't
leven zoet. Waar men stil en ongedwongen alles
voor de bomen doet."
Lambik laat onze vrienden
de strijdkreet opdreunen die hij hanteert als
boomchirurg. |
|
|
|