Suske en Wiske 136
(oorspronkelijk nummer 26,
eerste druk uit 1956)
(herdrukken met aangepaste cover) |
(krantenaankondiging van 20 maart 1948, niet
opgenomen in de albumuitgave)
Een droom van Wiske voorspelt dat Lambik in gevaar is. Die
schaamt zich omdat een van zijn voorvaders tot de Limburgse
roversbende De Bokkenrijders toegetreden was. Suske wordt
ontvoerd door een van de bendeleden en Wiske wordt knock-out
geslagen. Er bestaat blijkbaar een nieuwe bende Bokkenrijders!
Kunnen onze vrienden hen verslaan?
|
|
|
Deurklopper:
Sprekende deurklopper met wie Wiske kennismaakt
terwijl het doodshoofd op haar vinger bijt. De deur geeft
toegang tot het schuilhol van Thijs in de mijn. |
|
Johan
Matheus Lambik: Voorvader van Lambik uit de achttiende
eeuw. Lid van de Bokkenrijders tot hij berouw kreeg. |
|
Thijs:
Bijgenaamd De Sprinkhaan. Voormalig leider van
de Bokkenrijders. Kwam evenens tot berouw, maar de Zilveren
Bok won zijn zieltje. Rijdt opnieuw in het heden. Strooit
kwistig met spreuken. |
|
Vlammende Geest: Bestuurder van een vliegende,
vlammende karos, voortgetrokken door een vlammende bok.
Vervoert jaarlijks de geesten van tot de galg veroordeelde
Bokenrijders. |
|
Zilveren
Bok: Omgesmolten van geroofd zilver. Tot leven
getoverd om de Bokkenrijders te leiden. Wie op zijn rug
zit terwijl er aan de staart van de bok wordt gezwengeld,
krijgt er een kwaadaardige dubbelganger bij. |
|
|
Vandersteen haalde inspiratie bij verschillende legendes
over de bokkenrijders. Deze bende rovers maakte in de
achttiende eeuw de Landen van Overmaas (het tegenwoordige
Nederlands Zuid-Limburg, de Belgische Voerstreek en Land
van Herve) onveilig. Op hun strooptochten hadden ze het
vooral gemunt op boerderijen en pastorieën. Maar
liefst zeshonderd verdachten werden opgepakt en vaak onschuldig
veroordeeld. Vandersteen bezocht ook een toen nog werkende
Limburgse kolenmijn. Op de foto hierboven staat hij als
derde van links.
Dankzij de hulp van een scoutspatrouille komt het verhaal
tot een goed einde. Vandersteen mocht op zijn tiende bij
de scouts waar hij de natuur leerde kennen en waarderen.
Zijn totemnaam luidde Sluwe Vos. In De Wervelende
Waterzak ontmoeten Suske en Wiske Lord Baden-Powell,
de oprichter van de scouts. Dit was tevens het laatste
album van Suske en Wiske dat Vandersteen nog
zelf schreef en tekende. |
|
|
"Het
is wreed ende crimineel! Een officiële
dienst voor het opsporen ende het afpakken van
centen!"
In het heden poogt Thijs
een belastingcontroleur te overvallen in naam
van zijn meester de Zilveren Bok. Thijs krijgt
prompt een aanslagbiljet met terugwerkende kracht
voor de waarde van de bok. De Zilveren Bok reageert
hierop ontdaan. |
|
|
|