Suske en Wiske 116
(oorspronkelijk verschenen in de blauwe reeks als tweede album,
eerste druk uit 1952)
(herdrukken met aangepaste cover) |
(voorpublicatiecovers
van 19 oktober 1950, 2 maart en 29 maart 1951)
Onze vrienden krijgen af te rekenen met een bende die het
gemunt heeft op de bronzen sleutel van Mocano. Die sleutel
verbergt een groot mysterie voor het prinsdom en de bevolking.
Ze krijgen de hulp van Prosper en het Rode Masker om de
strijd tegen de bende aan te gaan. Helaas kan de bende de
sleutel toch bemachtigen en openen ze ermee de poort van
een ondergrondse grot waarin een gigantisch monster opgesloten
zat.
|
|
|
Brocca:
Spion en graaf. Maakt deel uit van de bende die
de bronzen sleutel wil bemachtigen. |
|
Man
met rood masker: Ook wel het Rode Masker genoemd.
Geheimzinnigaard met rood makser en duikbril. Zoekt onder
water de kostbare bronzen sleutel. Lambik helpt hem. Is
in werkelijkheid prins René III. |
|
Prins
René III: Vorst van het schiereilandje
Mocano, een prinsdom. Beide zijn allusies op prins Rainier
III en het stadstaatje Monaco. Het jaar vóór
de publicatie van De Bronzen Sleutel besteeg
de werkelijke prins de troon. |
|
Prosper: Reuzemerou met te duchten reputatie.
Laat zich niet vangen door onderwaterjagers. Slikt de
bronzen sleutel in en wordt geopereerd. Raakt bevriend
met onze vrienden. |
|
Rongoir: Luitenant van de wacht van Mocano. Ook
bekend als X bij zijn bendeleden. Wil de sleutel bemachtigen
en het geheim dat het verbergt ontdekken. |
|
|
Vandersteen
was zelf
ook een enthousiast diepzeeduiker. Zijn passie voor deze
sport kon hij kwijt in dit en andere verhalen. Hij maakte
een studiereis naar Menton aan de Côte d’Azur
om er documentatie te vergaren. Een reportage ervan verscheen
in 1949 in Kuifje. Met Het Spaanse Spook
kreeg Vandersteen een plaatsje in het stripweekblad Kuifje.
Maar pas met De Bronzen Sleutel verscheen Suske
en Wiske in vierkleurendruk in het weekblad. Dit
voorrecht genoten enkel de beste verhalen zoals de reeksen
Kuifje en Blake en Mortimer. De
Bronzen Sleutel was het eerste verhaal in de zogenoemde
blauwe reeks. Het Spaanse Spook uit 1952 had
nog geen blauwe cover, maar geldt als het eigenlijke nummer
1 in deze reeks. Het duurde tot 1971 vooraleer dit verhaal
een vaste nummering kreeg in de rode reeks. De oorspronkelijke
versie van 62 pagina's moest ingekort worden naar de gangbare
albumlengte van 56 pagina's waardoor diverse (komische)
scènes sneuvelden. |
|
|
"...
Handen op, heren! Jullie rekenden zonder de
waard die, in dit geval, Lambik heet! En Lambik...
ben ik! Wie heeft het plan?"
Lambik komt tussenbeide bij
een onderonsje tussen de bende die op de bronzen
sleutel jaagt. |
|
|
|