Suske en Wiske 121
(oorspronkelijk nummer 36,
eerste druk uit 1958)
(herdrukken met aangepaste cover) |
(krantenaankondiging van 28 februari 1958,
niet opgenomen in de albumuitgave)
Suske vindt in een moeras een donkere diamant die ongeluk
brengt: degene die hem vindt, verliest alle levensvreugde
en kwijnt langzaam weg. Als Suske en Wiske ervan beschuldigd
worden de diamant gestolen te hebben, vluchten ze naar Barabas
die hen naar het jaar 1400 flitst. Als wat later ook Lambik,
Sidonia en Jerom aankomen, gaan ze met z'n allen op zoek
naar het geheim van de diamant. Ze worden daarbij lastiggevallen
door de Zwarte Ridder die telkens hun pad kruist.
|
|
 |
Alchimist:
Bewoner van de spooktoren. Maker van de duistere
diamant uit ijdelheid om de natuur te overtroeven. De
diamant schittert pas als het de lach van een persoon
ontneemt. |
 |
Alwina:
Gastvrouwe van de Ganzenhoeve waar ze gasten otvangt en
pluimvee fokt. Laatste telg van een familie die de hoeve
beheerde. Afstammelinge van de alchimist. Bezit zelf ook
magische krachten. |
 |
Baron
Rijkopers: Eigenaar van de Ganzenhoeve en huisbaas
van Alwina. Koopt de duistere diamant die achteraf wordt
gestolen. Sindsdien moeten Suske en Wiske hun onschuld
bewijzen. |
 |
Vierschaar: Hoofd van de Vierschaar, een middeleeuws
tribunaal van vier rechters. Veroordelen Wiske als vermeende
heks tot de brandstapel. |
 |
De
Zwarte Ridder: Duistere meester van het donkere
woud waar het ven met de spooktoren is. Aanvoerder van
een bende boeven. Kent de namen van onze vrienden omdat
hij baron Rijkopers is. |
|
| |
Rudi Van Den Bossche regisseerde in 2004 De Duistere
Diamant, de eerste langspeelfilm van Suske en
Wiske. Opmerkelijk hierin was de vertolking van tante
Sidonia door een man, acteur Peter Van den Begin. De rest
van de Vlaams-Nederlandse cast bestond uit Joeri Busschots
(Suske), Céline Verbeeck (Wiske), Dirk Roofthooft
(Lambik), Stany Crets (Jerom) en Tuur De Weert (Barabas). |
|
 |
"Ja,
mijnheer Lambik! Tweeduizend flessen champagne
van een goed jaar!"
Lambiks butler Firmin vult
een zwembad met champagne omdat de puissant
rijke zakenman er niet te veel van mag drinken
en er in de plaats dan maar in zwemt. |
|
 |
|
