Suske en Wiske 87
(oorspronkelijk nummer 2,
eerste druk uit 1948)
(herdrukken met aangepaste cover) |
(krantenaankondiging van 28 september 1946,
niet opgenomen in de albumuitgave)
Als Lambik in de krant een foto ziet van zijn broer Arthur
wil hij meteen naar Afrika vertrekken om hem te zoeken.
Aangekomen wordt Lambik gehypnotiseerd door de slang van
Serpentos, een man die het op Arthur gemunt heeft omdat
die kan vliegen. Hij wil met Arthur naar een hoge rots vliegen
waar een schat verboren ligt. Onze vrienden ondernemen dezelfde
expeditie naar de rots. Komen ze aan vóór
Serpentos? En kunnen ze Arthur uit zijn klauwen redden?
|
|
|
Arthur:
Lambiks broer van wie hij al jaren niets vernam
tot hij zijn foto in de krant aantreft. Kan vliegen door
het sap van een plant te drinken. Woont in de jungle van
het Afrikaanse Dongo. |
|
Banana:
Voormalige koningin van de Jambaba's tegen wie Serpentos
haar stam ophitste. Slingert aan lianen. Wiske is stikjaloers
op 'r. |
|
Kanga:
Serpentos' medeplichtige, een slang. Kan hypnotiseren.
Torst een radio-ontvanger om in contact te blijven met
het baasje. |
|
Putifar: Afgerichte ezel die Lambik van een circusdirecteur
kocht om mee naar Dongo te reizen als pakezel. Kan kunstjes
zoals opzitten. Slikt een radio in die telkens speelt
als Putifar de staart opricht. |
|
Serpentos:
Snoodaard die Arthur wil vangen. Wil een grote
schat bemachtigen die achter een geheime toegang in een
tempel op een steile rots ligt verborgen. Arthur moet
hem daar naartoe vliegen. |
|
|
Er
is een eerste keer voor alles. De Vliegende Aap
is het eerste album waarin Lambiks broer voorkomt. Hij
kwam later nog terug in onder meer De Witte Uil, De
Tamtamkloppers, Amoris van Amoras, De Averechtse Aap,
De Bananenzangers,...
Het is ook de eerste keer dat Wiske jaloers is op de aandacht
die Suske van een meisje krijgt, in dit geval Banana.
En voor het eerst reizen onze vrienden naar Afrika. Afrika,
ja, niet Zuid-Amerika zoals de uitgeverij de eerste lezertjes
in Nederland wijsmaakte. In de Vlaamse versie van het
verhaal speelt het verhaal zich voornamelijk af in Dongo,
een allusie op de toenmalige Belgische kolonie Congo.
De Nederlanders maakten daar Suriname van, hun toenmalige
kolonie. Hierbij ging men compleet voorbij aan de Afrikaanse
dieren in de strip zoals nijlpaarden en leeuwen die helemaal
niet op het Zuid-Amerikaanse continent rondlopen. |
|
|
"Een
aap? Een aap? Dat is mijn broer Arthur, van
wie ik al jaren niets meer heb gehoord!"
Lambik moet onze vriendne
verduidelijken dat een foto van zijn broer Arthur
niet van een aap is. |
|
|
|