Suske en Wiske 137
(oorspronkelijk nummer 13,
eerste druk uit 1951)
(herdrukken met aangepaste cover) |
(krantenaankondiging van 2 februari 1951, niet
opgenomen in de albumuitgave)
Lambik krijgt toevallig een zilveren drinkhoorn die hij
verkoopt aan een antiquariaat en die Sidonia op haar beurt
weer terugkoopt. De hoorn blijkt speciale krachten te bezitten:
wie er Rijnwater uit drinkt kan ermee door de tijd reizen.
Zo komen onze vrienden in het middeleeuwse Xanten terecht.
Daar ontdekken ze hoe de inwoners elke week een emmer vol
goud betalen die in een moeras gedropt wordt en die door
een bende dwergen naar een reuzendraak gebracht wordt. Kan
de draak verslagen worden?
|
|
|
Bobard:
Sprekend wonderpaard met zes poten tegen wie
Lambik alias Bikfried het in een arena moet opnemen wil
hij bewijzen dat hij Habakras de draak kan verslaan. |
|
Brunhilde:
Gemalin van Hagen Kart-Offel. Ze zet haar ventje aan om
oorlog te voeren en gebieden te veroveren zodat ze een
nieuwe jurk kan kopen. |
|
Fritz
von Strohalm: Professor uit het Duitse Xanten
aan de Rijn. Groef een zilveren drinkhoorn op in de ruïnes
van het kasteel van Xanten. Komt bij Lambik en Sidonia
terecht in zijn zoektocht naar de verkocht geraakte hoorn. |
|
Hagen Kart-Offel von Ringeling: Koning van Xanten
aan de Rijn. Regeert over de Ringelingridders die liever
ten oorlog trekken dan belastingen innen om het moeras
met goudstukken te dempen. |
|
Mispel:
Dwerg. Wapensmid uit de bergen. Daagt Lambik
uit om het wilde wonderpaard Bobard te berijden. Later
smeedt hij stervend met zijn laatste krachten het zwaard
Balming voor Lambik. |
|
|
Tussen de oorspronkelijke kranteneditie en de eerste druk
van het op Richard Wagners opera Der Ring des Nibelungen
gebaseerde verhaal en alle latere herdrukken liggen nogal
wat verschillen. Ten eerste werden voor de albumuitgave
van 1962 de meeste tekeningen gemoderniseerd volgens de
toenmalig gehanteerde tekenstijl. Maar ook inhoudelijk
werd er heel wat weggepolijst. Lambik alias Bikfried sprak
een soort steenkolenduits à a Jean-Marie Pfaff
met Antwerpse accenten. In de herdrukken sprak hij gewoon
Nederlands. Verwijzingen naar de Tweede Wereldoorlog bleven
behouden, behalve de eindprenten waarin Lambik het over
het opblazen van de IJzertoren heeft. En Sidonia zingt
oorspronkelijk het populaire Lili Marleen dat
later het volkse Het Hutje aan de Zee werd. |
|
|
"Pff!...
Moerassen dempen voor het volk! Waar gebruiken
ze nu nog de belastinggelden voor het welzijn
van het volk?"
Hagen Kart-Offels Brunhilde
echtgenote heeft liever dat mlanlief de Ringelingschat
voor eigen gewin aanwendt. Ze heeft een nieuwe
jurk nodig. |
|
|
|