Uit:
De Formidabele Fantast (2005) We maken kennis met de Joodse tijdreiziger
Victor Bernsohn die vanuit het jaar 1912 naar het heden reist.
Hij blijkt op zoek te zijn naar een medicijn voor zijn geesteszieke
dochtertje Sarah die tekeningen maakt van haar hallucinaties.
Als Barabas haar tekeningen op elkaar legt op een lichtbak,
verschijnt er een beeld van uitgemergelde joden in een concentratiekamp.
Sarah is dus niet haar verstand aan het verliezen, maar heeft
visioenen. Vrijwel meteen nadat Marc Verhaegen dit verhaal had
afgewerkt, werd hij op staande voet ontslagen. Het scenario
dat hij had klaarliggen voor Sulamith Schiff, over een joods
meisje uit Kalmthout dat om het leven kwam in een concentratiekamp,
heeft hij niet meer mogen uitwerken tot een Suske en Wiske-verhaal.
En zo werd het zestigjarig bestaan van Suske en Wiske overschaduwd
door een crisis van formaat.