Uit:
De Hellegathonden (1986) Barabas is een man van de wetenschap en over
het algemeen dus zeer rationeel ingesteld. Toch zijn er enkele
zeldzame momenten waarop hij ons ook zijn emotionele kant laat
zien. In Beminde Barabas (1974-1975) kwamen we al te
weten dat hij in zijn jonge jaren liefde koesterde voor het
naaistertje Lotje. In De Hellegathonden wordt Barabas
niet overmand door liefde, maar door schaamte over zijn stamboom.
Zijn overgrootvader blijkt een schurk te zijn geweest die rond
1900 leefde in de Rupelstreek en verantwoordelijk was voor de
erbarmelijke omstandigheden waaronder de arbeiders er in de
steenbakkerij gedwongen werden te werken. Het verhaal ademt
dezelfde grimmige sfeer als de roman Pieter Daens van
Louis Paul Boon.