Uit:
De IJzeren Schelvis (1954-1955) Wanneer
Jerom door een bijziend oud vrouwtje wordt gevraagd om een schoon
gedichtje op te zeggen, steekt de ondertusen toch al met overhemd
geklede en enige educatie behepte brute kracht van wal: "...
Pruimenboom... Jantje zag pruimen hangen... eieren zo groot...
Wou plukken... Was braaf... kreeg hoed vol..." oftewel
De Pruimenboom van Hieronymus van Alphen (1746-1803)
in telegramstijl. Waarom makkelijk als het nog makkelijker kan?
Het oude vrouwtje dankt Jerommeke, die ze tevoren nog op haar
schoot had zitten, hartelijk voor zijn mini-opvoering: "Bravo!
Bravo! Mijn bazeke! Dat is nu eens schoon, zie! Allee, gaat
nu maar, zulle!"