|
De
Oude Grieken
In De Witte Tempel (deel 18) wordt Johan van
een schip geworpen na het overlijden van een van de bemanningsleden
ten gevolge van de pest. Integer als hij is, wil Johan
dat de kapitein het schip verbrandt, een plan dat samen
met onze onfortuinlijke held snel in het water valt. Eenmaal
bijgekomen op de Griekse kust van het eiland Thosas blijkt
de Sun, Sea (and Sex?) nogal verstoord te zijn
door de Witte Demonen die van de autochtone bevolkingen
grote belastingen eisen. Dit kan de immer rechtvaardige
held uiteraard niet laten gebeuren en dus beslist hij
om van zijn gedwongen verblijf op het eiland, geen Neckermanvakantie
te maken, maar de Witte Demonen eens een lesje te leren.
De Demonen blijken niemand minder te zijn dan een verloren
beschaving van springlevende Oude Grieken, die een gezellige
woonst gevonden hebben onder een vulkaan... Tja, Oude
Grieken hebben nu eenmaal niet gehoord van Pompeii. De
leiding van de Grieken ligt in de bevallige handen van
koningin Chrisis, die met haar helmboswuivende verschijning
sterk doet denken aan de godin Pallas Athena. Op pagina
10 staat een opvallende tekening waarop Johan zijn zwaard
aan haar overhandigt. Deze tekening is duidelijk afgekeken
van de Oud-Griekse zwartfigurige vazen! De koningin wordt
bijgestaan door de hogepriester Phaucrates en haar persoonlijke
garde van hoplieten, zoals Romeinse keizers door hun praetorianen.
Opvallend is dat zij net zoals hun Romeinse collega's
schilden dragen met daarop het typische praetoriaanse
schorpioenenlogo.
![](../../beelden/Toppers/RodeRidder/Volkeren/Volkeren1_018_PR2.jpg)
De koningin is veel te "schoon" (om het in het
oud Vlaams van deze strip te zeggen) om van slechte wil
te zijn en bekommert zich vooral om de verering van de
Griekse goden, vandaar de Witte Tempel van de titel. Door
die goden te vereren zou de vulkaan niet tot uitbarsting
mogen komen, maar wij weten uiteraard beter... Van de
devotie van de brave koningin profiteert slechterik van
dienst Démétrios die kost wat kost de fabelachtige
schat wil veroveren die ergens bij de vulkaan is verborgen.
Uiteindelijk wordt de schat gevonden, maar net op dat
moment rommelt het in de buik van de vulkaan, met alle
bekende gevolgen van dien. Chrisis kan samen met haar
getrouwen en dank zij de Rode Ridder naar veiliger oorden
ontsnappen, maar de Oude Grieken verdwijnen definitief
van de wereldbol.
De Romeinen
Het heeft lang geduurd voor ook de Romeinen een plaatsje
kregen in De Rode Ridder. Enkel in deel 78, Het
Verloren Legioen, duiken ze voor het eerst expliciet
op om daarna voor altijd te verdwijnen, een lot dat wel
meer oude beschavingen beschoren is in onze geliefde stripreeks.
Uiteraard duiken in dit album gladiatoren op (eentje prijkt
zelfs op de cover) met wie Johan een dodelijk gevecht
moet aangaan. Ook de legioensoldaten ontbreken niet. Het
verhaal lijkt nogal sterk op De Witte Tempel:
door een stom toeval — hier een zandstorm —
komt Johan bij een verloren gewaande beschaving waar een
interne machtsstrijd gaande is. Johan kiest voor het goede
kamp, namelijk voor Octavius die helaas wordt vermoord
door Magnus, de bevelhebber van de legioenen. De arme
Octavius (hij lijkt trouwens nogal sterk op de oudere
keizer Nero), was veel te vredelievend
in de ogen van Magnus en zijn handlanger, de snode hogepriester
Beric. Geheel in de echte tradities van het Romeinse Rijk
hadden zij geen kleinere ambitie dan met hun legioenen
de hele wereld te veroveren, je moet iets van je leven
willen maken, niet? Samen met Alida, de uiteraard knappe
dochter van de overleden Octavius, kan Johan het pseudo-Romeinse
rijkje ontsnappen. Het lijkt er op dat niets de legioenen
nu kan tegenhouden, maar dan worden alle Romeinse soldaten
én hun prachtige tempels, amfitheater, mausoleum,...
kortom de complete stad in een oogwenk radicaal vernietigd
door een magisch kristal. Nogal stoïcijns sluit de
strip af: Johan bevindt zich weer in zijn vertrouwde wereld,
maar het Romeinse avontuur is voor altijd in zijn geheugen
gegrift, ook al rept hij er in de rest van de reeks geen
gebenedijd woord meer over.
![](../../beelden/Toppers/RodeRidder/Volkeren/Volkeren1_078_PR1.jpg)
De Amazones
Er zijn nóg steden die na de komst van de Rode
Ridder helemaal verpulverd worden: Xanador (uit deel 94),
de stad van de Amazones, nog zo'n verloren gegane beschaving!
Volgens de Griekse mythologie is het legendarische krijgsvolk
van de Amazones uitgeroeid in de Trojaanse oorlog die
historisch gezien te situeren valt tussen ongeveer de
vijftiende en dertiende eeuw voor Christus. Ze werden
geregeerd door een koningin en het verhaal zou zijn dat
de Amazones hun rechterborst afsneden om beter met pijl
en boog te kunnen schieten. Zo gaf men in de oudheid ook
al aan dat ze zo krijgshaftig mogelijk wilden zijn en
dus alles behalve vrouwelijk. Niets is echter minder waar
voor de Amazones van Karel Biddeloo.
In nauwelijks meer dan minuscule bikinitjes dartelen ze
over de bladzijden, maar ze staan wel hun mannetje! Ook
in deze beschaving is een interne machtsstrijd aan de
gang — waar hebben we dat nog gehoord? — waarbij
Johan onder invloed van zijn vriend, de minstreel Gaetan,
kiest voor de mooie Vida in wiens naam we een een anagram
herkennen van diva. Vida verslaat koningin Alena in een
gevecht en de gouden stad Xanador gaat door een toevallige
vulkaanuitbarsting roemloos ten onder. De naam Xanador
is hoogstwaarschijnlijk gebaseerd op het legendarische
Xanadu, de hoofdstad van Kublai Khaan,
die door de Britse dichter Coleridge
vereeuwigd werd in een prachtig gedicht. De stad zelf
is bij Karel Biddeloo een amalgaam van elementen uit Knossos
(Kreta) en het al Hambra (Spanje), terwijl het oorspronkelijke
Xanadu niet meer dan een nomadenstad was, dus hoofdzakelijk
bestond uit een verzameling van grote vilten tenten.
TEKST:
BERT GEVAERT |
|
|
|