Samenvatting
Robert, Bertrand en Joeki zijn getuige van het ongeluk van Josephine. Zij is dienstbode van de Fransman Jean en diens zus Rolande. Hun moeder was een vlam van Mangin tijdens zijn jeugd. Ondanks haar afwijzing van zijn avances waren zij vrienden gebleven. Rolande verzoekt Mangin om financiële hulp. Hij vergezelt Robert, Bertrand en Joeki naar hun hoeve aan de Normandische kust. Tijdens en na de Slag van Sedan wilden kapitein Sordan en zijn mededeserteurs de regimentssoldij stelen. Jean wist dit te voorkomen en hij verborg zich in de hoeve. Het geld verstopten Jean en Rolande recht tegenover hun boerderij onder de rotsen van een klip met daarop "het stervende huis". Tijdens een vuurgevecht komen vier deserteurs om het leven vanwege instorting van dat huis. De rest wordt gevangen genomen. Het centrale gezag in Frankrijk is inmiddels hersteld en het geld wordt aan de gendarmerie overgedragen.

 

Thema
Misdaad. Deserteurs willen soldij stelen en gaan daarbij over lijken.

 

Locatie
Antwerpen, Normandië.

De klip met "het stervende huis" (pagina 4, prent 7).

 

Periode
Medio 1871. Pal na de Frans-Duitse Oorlog die duurde van 19 juli 1870 tot 10 mei 1871. “De Frans-Duitse Oorlog is net voorbij…”, aldus Mangin (pagina. 3).

 

Vermomming
Geen.

 

Redding
Ditmaal komt het drietal te laat om een redding te verrichten, maar ze ontfermen zich wel over dienstbode Josephine, die door stenen van een omwaaiende schoorsteen wordt getroffen.

 

Bijzonderheden

  • Het is het tweede album waarin Nummer 17 geheel ontbreekt.
  • De thematiek komt in grote lijnen overeen met die van Bessy deel 81, Het Wagengeweer (1970).
  • Een zeemeermin komt voor in veel Vandersteen-verhalen, zoals in Suske en Wiske deel 76, De IJzeren Schelvis (1955), en deel 237, De Snikkende Sirene (1993), in De Rode Ridder deel 46, De Lorelei (1970) en in Jerom deel 95, De Sirenen (1982).

Zeemeerminnen in andere stripreeksen van Willy Vandersteen.

  • Josephine, dochter van een koewachter (koeienhoeder) — een arme drommel — beschikt over een enorme botanische kennis, inclusief Latijnse plantenbenamingen. Zij moet wel botanica gestudeerd hebben... (pagina 27, prenten 5, 6 en 7).
  • De voor Frankrijk desastreuze Slag bij Sedan waarvan sprake, vond plaats op 1 en 2 september 1870.
  • Geffrei spreekt over een legende, als hij het over de dood van de zoon van de vorige bewoners van "het stervende huis" heeft. Hij heeft deze mensen echter gekend. Zal hoogstens zo’n veertig tot vijftig jaar geleden zijn. Erg vroeg om over een legende te spreken.
  • Tijdens de Frans-Duitse Oorlog schoten de Franse soldaten vooral met de in 1870 in gebruik genomen Chassepotgeweren van Antoine Alphonse Chassepot (1833-1905). Deze waren een klasse beter en schoten een kilometer verder dan de Duitse Zündnadelgewehre van Johann Nikolaus von Dreyse (1787-1867), die in 1866 nog superieur waren aan de geweren van het Oostenrijkse leger.(1) Desondanks delfden de Fransen het onderspit. De deserteurs gebruiken zo te zien echter geen Chassepotgeweren (onder andere pagina's 10, 12 en 24).

Linksboven: Het Chassepotgeweer, model 1866 en zijn onderdelen.(2) Rechtsboven: Het geweer in de strip (pagina 10, prent 3). Linksonder: Wederom het Chassepot-geweer.(3) Rechtsonder: Het geweer op pagina 24, prent 5.

 

NOTEN

  1. À Paris, nach Berlin. De Frans-Duitse oorlog 1870-1871 (Wim Klinkert, 2010, pagina 3)
  2. http://www.twolefthands.nl/zwart%20kruit/bp%20index/De%20drie%20Gezusters/De%20drie%20Gezusters.htm
  3. https://dekluizenaar.mimesis.nl/?p=12494
 
  Leo Kupers © Stripspeciaalzaak.be, 2021