|
ANACHRONISMEN
Het is voor hedendaagse schrijvers en scenaristen een helse klus om verhalen in het verleden te doen afspelen. Menig boek, verhaal, speelfilm of serie telt dan ook onjuistheden, zaken die nog niet of juist niet meer bestonden in de tijd dat het verhaal zich afspeelt. Bij Robert en Bertrand is dat eveneens het geval, het meest opvallend hierbij zijn de auto's en de vuurwapens. Maar ook de functie van Nummer 17, speurder in dienst van het parket, bestond nog niet in de tijd dat de reeks zich afspeelt. Grotendeels betreft dit bewuste keuzes van Willy Vandersteen, om de reeks meer vaart te geven (auto’s) of juist een ouderwetser aanzien (vuursteen- en percussiepistolen). In dit artikel ga ik nader in op de meest in het oog springende anachronismen.
|
Landlopers aan het werk in de tuin in Merksplas.(2) |
Celstraffen landloperij
Eeuwenlang kende Europa tal van burgers die een rondtrekkend bestaan leidden, denk aan seizoenarbeiders, huursoldaten, woonwagenbewoners, marskramers, ketellappers, artiesten en zelfs wetenschappers, maar zeker ook aan mensen die zich vanwege armoede geen dak boven het hoofd konden veroorloven, de zwervers, landlopers of vagebonden. Na de opkomst van de industrialisatie en de daarmee gepaard gaande verstedelijking werden deze laatsten ook een probleem in de steden. Het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden richtte daartoe in 1818 de Maatschappij van Weldadigheid op. Stedelijke zwervers zouden op vrijwillige basis naar landbouwgebieden gebracht moeten worden om daar te werken en zo tevens deze gebieden tot ontwikkeling te brengen. Hiertoe werden zeven landloperskoloniën gesticht, vijf in het gebied wat nu Nederland is en twee in het huidige Vlaanderen: Wortel en Merksplas. België maakte na haar onafhankelijkheid een einde aan het vrijwillige karakter en verklaarde landloperij tot misdrijf. Hier was een gevangenisstraf aan verbonden. In 1866 kwam daar middels de "Wet ter beteugeling van landloperij en bedelarij" een einde aan, het was vanaf nu een overtreding. Er kwam specifiek voor vrouwelijke zwervers in Brugge een derde kolonie bij. Tevens werden de gevangenisstraffen vervangen door boetes.(1)
Bij Robert en Bertrand maakt Nummer 17 tijdens de eerste tientallen albums vaak gedreven jacht op het duo met als doel beiden achter de tralies te brengen, terwijl de meeste albums ruim na 1866 spelen. Een boete voor het tweetal zou dan voor de hand liggen. De werkelijkheid strookt ook niet met de grootscheepse aanpak die Nummer 17 soms hanteert, zoals bijvoorbeeld de inzet van burgerwachten of gendarmes.
|
Dikke Jef is een van de weinige collega zwervers die Robert en Bertrand in de eerste 66 delen ontmoeten (fragment uit deel 36, Het Raadsel Zarata). Andere vagebonden komen voor in de delen 5, 10, 30, 42 en 64. |
Gerechtelijke politie
Een nationale politie was tientallen jaren zeer omstreden in de Belgische politiek. Pas bij wet van 7 april 1919 werd de gerechtelijke politie bij de parketten opgericht in alle arrondissementen. "Deze korpsen werden ermee belast, onder leiding van de procureurs des Konings en onder toezicht van de procureurs-generaal, de zwaarste criminaliteitsvormen op te sporen. Deze vernieuwing bleek een uitstekende daad te zijn, want mede dankzij de medewerking van de gemeentelijke politie, daalden de criminaliteitscijfers aanzienlijk."(3) De functie van Nummer 17, die bevoegdheden heeft in heel België, is daarmee een anachronisme op zich.
Auto's
Aangezien de eerste twaalf delen van de reeks zich met een beetje goede wil eind jaren 1890 of zelfs begin jaren 1900 afspelen, valt het gebruik van auto's nog niet zo op. Deel 13 speelt echter tijdens de Frans-Duitse oorlog van 1870-1871, pakweg anderhalf decennium vóór de (her)uitvinding van de eerste auto door Gottlieb Daimler (1834-1900) in 1886. De eerste auto was eigenlijk een Belgische vinding uit 1859 van ingenieur Etienne Lenoir (1822-1900), maar de motor die zijn driewielig voertuig aandreef, was zeer luidruchtig en telde tal van tekortkomingen. Ook zijn hippomobiel uit 1863 werd uiteindelijk geen succes. Vandersteen was blijkbaar een grote liefhebber van klassieke auto's en zag er geen graten in om ze ook te gebruiken in delen die zich overduidelijk vóór 1886 afspeelden. Alleen de delen 7, 8, 14, 15, 25, 29, 49 en 54 zijn als het ware 'autoloos', waarbij de kanttekening moet worden gemaakt dat er in deel 49 wel een knecht met als beroep chauffeur voorkomt. In sommige delen komen auto’s nauwelijks voor, in andere spelen ze juist een belangrijke rol. Met het gebruik van auto's kon Vandersteen veelal meer vaart in de verhalen leggen en het overbruggen van grote afstanden mogelijk maken. Dit vergrootte de dynamiek in de albums.
|
Als er auto’s rijden, gebeuren er ook ongelukken. Veelvuldig zelfs in de reeks. Hierboven een heftige botsing in deel 32, De Elfenjager. |
Twee keer wordt een auto met naam genoemd. De eerste keer meteen in het openingsalbum op pagina 1. Genoemde auto is de Franse Berliet uit 1894. De tweede keer in deel 6 op pagina 10. Ditmaal betreft het de Belgische Vivinus uit het jaar 1900. In deel 18 is het merk te ontcijferen via het logo, te weten een Amerikaanse Peerless, een merk dat bestond van 1900 tot 1931.(4)
|
Fragment uit deel 18, De Rode Kaproen. Peerless is diegene die geen gelijken kent, ongeëvenaard. |
Vuistvuurwapens
Behalve auto’s vormen ook vuistvuurwapens belangrijke anachronismen in de albums van Robert en Bertrand. Tot en met deel 62 maken vriend en vijand bijna louter gebruik van vuursteen- en percussiepistolen die uit de eerste helft van de negentiende eeuw dateren. Het geeft het geheel natuurlijk een wat ouderwetser aanzien, maar het klopt historisch van geen kanten. Begin negentiende eeuw waren de vuursteenpistolen in zwang, rond 1830 kwam het percussiesysteem op en de Amerikaan Samuel Colt (1814-1862) veroorzaakte met zijn trommelrevolver in 1836 een revolutie op het gebied van vuistvuurwapens. Vele albums niets van dat al bij Robert en Bertrand. In deel 13, op pagina 23, wordt echter gewag gemaakt van het niet meedraaiende cilinderpistool (uitgevonden in 1814, patent 1818, en geproduceerd vanaf 1819) van de van 1818 tot 1850 in Groot-Brittannië wonende Amerikaanse ingenieur en uitvinder Elisha Collier (1788-1856) als een moderne vinding. De Duitse soldaat is tijdens de Frans-Duitse Oorlog van 1870-1871 evenwel blij verrast met zoiets “nieuwerwets”. Duitse officieren hadden in hun standaarduitrusting inderdaad nog het Pistolenmodell 1850, een voorladerpistool met percussiesysteem.(5)
In de delen 30, 32, 33 en 34 maken slechteriken gebruik van pistolen met meerdere lopen. In deel 30 gebruiken zowel de malafide exporteur Talmans als bendeleidster Zenobie (alias Fogface) vierloopspeperbuspistolen. Dit zijn pistolen met een klein kaliber en een draaiende meervoudige loop, achterhaald door de uitvinding van Colt, maar nog in gebruik tot in de jaren 1850.(6) In deel 33 schiet Malbin, de grootmeester van de Sekte der Gouden Zeven, met een vierschotsrevolver. Meerloopspistolen bestonden al sinds 1650. Ook de Belgische wapensmid Guillaume Mariette uit Luik produceerde in de negentiende eeuw een peperbus.(7) Deze had geen haan en de in de delen 30 en 33 gebruikte vuistvuurwapens wel.
Zowel brandkastkraker Bartwright (deel 32) als reder Werlijn (deel 34) hanteren drieloopspistolen. Na deel 34 voert Vandersteen echter weer volop vuursteen- en percussiepistolen op. Toch komt in deel 50 nog een dubbelloopspistool voor, gebruikt door de intens gemene ploegbaas Stonne. De Colombiaanse crimineel Hernan, alias Sluikhaar, hanteert aan het einde van deel 53 eveneens een dubbelloopsvuistvuurwapen.
In deel 63 is sprake van een grondige reorganisatie van het politieapparaat, waarbij onder meer de sabel vervangen werd door zesschotstrommelrevolvers. De misdadigers gebruiken deze wapens echter ook vanaf dit album.
|
Links: Peperbus zonder haan van Guillaume Mariette.(8) Rechts: Peperbus met haan, fragment uit deel 30, De Verdwenen Fotografe. |
NOTEN
- https://www.canonsociaalwerk.eu/nl/details_verwant.php?cps=1&verwant=6
In 1914 telde Merksplas nog 5.000 zwervers en Wortel ruim 500. De "Wet ter beteugeling van landloperij en bedelarij" werd afgeschaft in 1993. Landloperij was daarmee niet meer strafbaar. De landloperskoloniën sloten bijgevolg de poorten. Merksplas telde in 1993 nog 400 zwervers, Wortel 250.
Zie ook: https://www.kolonie57.be/tijdlijn, https://www.merksplas.be/Thema.aspx?ID=1504 en https://www.kolonienvanweldadigheid.eu/bezoek/wortel-kolonie
- http://plantentuinmerksplas.be/onze-tuin/geschiedenis/
- https://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/891/978/RUG01-001891978_2012_0001_AC.pdf
De rol van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie in het strafproces (Ilse Vandamme, masterproef Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent, 2012, pagina 6)
Sire, ik ben ongerust. Geschiedenis van de Belgische politie 1794-1991 (Lode van Outrive, Yves Cartuyvels en Paul Ponsaers, Kritak, 1992, pagina's 47, 50, 51):
In de jaren 1870 vonden er in de grote steden reorganisaties plaats in de ontstane politiekorpsen uit de jaren 1850. De stadsbestuurders wilden vooral niets weten van een centralisatie van de nationale ordehandhavers. Tegen “een autonome politie die onder de controle van de gerechtelijke instanties viel” hadden ze minder bezwaren. “De Openbare Veiligheid, de gendarmerie en het leger waren duidelijk onderworpen aan de centrale macht. Zelfs de burgerwacht kon door de nationale autoriteiten gemobiliseerd en gevorderd worden om taken te vervullen die de gemeentelijke ordehandhaving overstijgen. De eerste projecten voor de oprichting van een autonome gerechtelijke politie gingen ook in de richting van een nationale politiemacht.”
- https://nl.wikipedia.org/wiki/Peerless_(Cleveland)
- http://www.altearmee.de/handfeuerwaffen.htm
- https://erikgveld.wordpress.com/2014/11/23/colt-percussie-revolvers-1836-1860/
- https://www.rijksmuseum.nl/nl/collectie/NG-NM-9310-459-1
http://www.littlegun.be/arme%20belge/artisans%20identifies%20ma/a%20mariette%20guillaume%20gb.htm
- https://www.aaawt.com/html/firearms/f992.html
|
|
|