Robbedoes Jimmy van Doren
gepresenteerd door Johan Decloedt

 
WEEKBLADGESCHIEDENIS ROBBEDOES / SPIROU
Eerste verschijning: 1988 • Laatste verschijning: 2000
Tekenaar: Daniel Desorgher

Scenarist: Stephen Desberg
 

  Robbedoes
Robbedoes
Robbedoes
 

  In de reeks Jimmy van Doren (een eerder vreemde vertaling van Jimmy Tousseul) maken we de lotgevallen van de veertienjarige scholier Jimmy mee. Hij woont in bij zijn oom en tante nadat zijn ouders in Afrika het leven lieten. En voor Jimmy telt slechts één ding : wie waren zijn ouders en hoe zijn ze aan hun einde gekomen? Om een antwoord op die vraag te krijgen, moet hij naar Afrika gaan.

We zijn met vertraging fan geworden van Jimmy van Doren. De eerste albums, De Ebbenhouten Slang en Het Web van de Dood, zijn niet de sterkste , maar ze laten ons wel kennismaken met de hoofdrolspelers Jimmy, zijn uiteindelijke steun en toeverlaat Schatzy (een Afrika-liefhebber pur sang met een duister verleden) en Hermann, de huisdier-leeuw. Jimmy komt ook meer te weten over het verdachte overlijden van zijn ouders en de rol van een broederschap van blanken die het moeilijk hadden met de vriendschappelijke wijze waarop zij met de plaatselijke bevolking omgingen.

De volgende albums, De Ondergang en De Gebroken Man, staan in het teken van de hereniging met zijn overlevende vader en zijn eerste wankele stappen op het vreemde pad van de liefde met Hélène, de aangenomen dochter van Max Blanpain, een racistische mijndirecteur met een knoert van een Leopold II-baard.

In Het Rijk van de Luipaard en Op het Spoor van de Buffel wordt Jimmy geconfronteerd met de gevolgen van de kolonisatie van Afrika. Hij ijvert voor de verbetering van de levensomstandigheden van een ganse bevolkingsgroep en leert dubbelgemengd schoolgaan (meisjes-jongens / blanken-autochtonen). Het haantjesgedrag van Valentin Makongo en de reactie van Jimmy om indruk te maken op de populaire meisjes en jongens van de school levert een schitterende scène op met de prachtige oldtimers Chevrolet Bel Air en Cadillac Eldorado in de hoofdrol. Deze acht bladzijden tonen het meesterschap van scenarist en tekenaar om het leven van een puber in Afrika aanschouwelijk te maken. Ook van belang is de kennismaking met de Afrikaanse Lana. Niet alleen om Jimmy als onhandige loverboy te portretteren, maar ook om de houding ten opzichte van de vrouw aan de kaak te stellen. In Afrika mag je immers blij zijn als een machtig man je als derde vrouw wil, ook al betekent dit sois belle et tais-toi. Het komt immers de familie ten goede.

En dan krijgen we de twee topverhalen Het Masker van de Slaaf en Het Gezicht van God. In beide zoektochten krijgen we te maken met archetypes waar de stoppen doorslaan. In de eerste gaat de vader van Valentin over lijken om heilige mala-stenen in zijn bezit te krijgen. In het tweede krijgen we eenzelfde rol voor vader Gregor die na dertig jaar van missionarisschap toch moet vaststellen dat zijn superieure, Westerse godsdient het uiteindelijk moet afleggen tegen het heidens, eeuwenoud bijgeloof. God was immers een zwarte!

De volgende twee albums evenaren niet dit niveau. Schimmen uit het Verleden leert ons de voorgeschiedenis van Schatzy kennen (en zijn ex Louisa). De Wraak van de Bavianen legt uit hoe Hermann een huisdier werd. Veel belangrijker hier is de intrede van Suzy Kabeya, de nieuwe love interest van Jimmy. En in het elfde album — opnieuw een kernalbum — is het haar vader die een basisrol speelt in de staatsgreep waarbij huurlingen zorgen voor de ideale voedingsbodem om de blanken uit het land te verdrijven. De vanzelfsprekendheid waarbij Stephen Desberg en Daniel Desorgher deze voor vele ex-kolonialen traumatiserende ervaring in beeld brengt, zou verplichte lectuur in de geschiedenislessen van onze scholen moeten zijn. Het twaalfde en laatste album in de reeks bij Dupuis hoefde voor ons niet meer. Jimmy en Schatzy komen terecht in een ordinaire shoot-out met de huurlingen die Suzy moeten terugbrengen bij haar vader.

Game over? Nee! Met de hulp van een nieuwe scenarist (Benoît Despas) krijgen we een viertal jaren later nog drie vervolgverhalen (Wit en Zwart, De Valstrik en Verradelijke Overtocht). Het eerste album van deze cyclus (met Desberg als medescenarist) is een mooie evocatie van een Afrikaans inwijdingsritueel waarbij Jimmy Kalingo als bloedbroeder krijgt. Het is dezelfde Kalingo die uiteindelijk Suzy zal veroveren en daarbij het ultieme statement maakt dat liefde tussen verschillende werelden niet vanzelfsprekend is.

Met de reeks Jimmy van Doren krijgen we een perfecte initiatiecursus Afrika in de jaren 1960, net voor de onafhankelijkheid (we gebruikten bijna het woord "documentaire"). We krijgen de zeer waarheidsgetrouwe weergave van de bestaande clichés over de Afrikanen, het landschap, de liefde voor het ongerepte en het misplaatse superioriteitsgevoel van de blanke en de Afrikaanse machthebbers, de macht van de tovenaars en de oeroude tradities. Dit wordt dan op meesterlijke wijze gecombineerd met de opgroeiende Jimmy op zoek naar zijn afkomst en zijn wedervaren als verliefde scholier.

Over Desberg hoeven we weinig te vertellen. Deze meesterverteller is immers al in tal van andere artikels in dit reeksenoverzicht aan bod gekomen. De tekeningen van Daniel Desorgher (die zijn eerste twaalf levensjaren doorbracht in het vroegere Congo en duidelijk ervaringsdeskundige is), sterk aanleunend bij de klare lijn, zijn verfrissend. Zeker als we de decors en de actiescènes in aanmerking nemen. Trouwens, zoals je ook in de derde intergale van Steven Sterk kan lezen, is Desorgher, na gewerkt te hebben aan de zijde van Dino Attanasio, Eddy Paape en Dany, een meer dan gewaardeerde medewerker van Peyo geworden. Zo heeft hij in de vroege jaren 1970 onder andere meegewerkt aan een aantal Smurfen-albums (hij heeft quasi alleen het album Smurfe Koppen en Koppige Smurfen geïnkt en geletterd) en is hij een van de drijvende krachten van Studio Peyo geworden.

Tot slot is het gewoon genieten van de doorheen de ganse reeks vasthouden vroege sixtiessfeer met schitterende villa's, interieurs, mode, straatgezichten, muziek en details zoals de Sabena-posters, maar vooral... de prachtige oldtimers. We bekennen graag dat er op onze bucket list genoteerd staat: rijden met een Amerikaanse oldtimer op de gekende rode Afrikaanse wegen. Het moet niet altijd Route 66 zijn, nietwaar?