Robbedoes De Kleine Robbe
gepresenteerd door Flo van Dijck

 
WEEKBLADGESCHIEDENIS ROBBEDOES / SPIROU
Eerste verschijning: 1987 • Laatste verschijning: heden
Tekenaar: Janry, met assistentie van Dan Verlinden, Bruno Gazzotti

Scenarist: Tome
 

  Robbedoes
Robbedoes
Robbedoes
 
  Robbedoes
Robbedoes
Robbedoes
 

  Begin jaren 1980 hangt er een vrolijk anarchistisch sfeertje op de redacties van de weekbladen Spirou en Robbedoes. Het gonst er van de creativiteit, de sfeer is studentikoos en het gevoel overheerst dat niet alles maar veel mogelijk is. In 1982 maken Tome (scenario) en Janry (tekeningen), de toenmalige tekenaars van Robbedoes en Kwabbernoot, een kortverhaaltje van een licht aangeschoten Oom Wim, een ander icoon uit het blad, die over de kindertijd van Robbedoes vertelt. De piepjonge Robbedoes draagt weliswaar z'n gekende pakje van liftboy (zoals de rest van z'n familie), maar verder zijn er weinig gelijkenissen met zijn volwassen evenknie. Het stripje breekt met het stoffige imago van de held en valt op door de frisse aanpak en het absurde karakter. Het voelt als een bevrijding en iedereen verlangt naar meer. Niet in het minst de auteurs zelf die besluiten om een gagreeks met het manneke te starten.

Wat vandaag smalend als een overbodige spin-off zou worden afgedaan, wordt op gejuich onthaald en in no time is De Kleine Robbe populairder dan de hoofdreeks. Blijven de auteurs aanvankelijk uit de buurt van heikele thema's zoals religie of seksualiteit, dan kiezen ze er toch opvallend snel voor om vaker wel dan niet tegen heilige huisjes te schoppen en doorbreken ze meer dan één taboe.

De kleine piccolo vult z'n dagen voornamelijk met deugnieterij, opvoeders te kakken zetten en pogingen om blote vrouwen te zien. Niet bepaald de onderwerpen van Bollie en Billie of Guust Flater, twee andere gagreeksen uit dezelfde stal. De lezers zijn in hun nopjes en ook de makers amuseren zich zichtbaar met hun creatie. De grappen zijn vaak gewaagd, soms aangebrand en nooit braaf. Tome en Janry kiezen voor bot en onfatsoenlijk lachplezier.

Er is niet te lang over een concept nagedacht en het ogenschijnlijke "we doen maar wat" maakt deze reeks extra aantrekkelijk. Zo heeft de lezer het raden naar de leeftijd van de Kleine Robbe, ergens tussen de acht en de tien jaar, en ook de periode waarin de verhaaltjes spelen is niet duidelijk. Er rijden stoomtreinen, de pastoor draagt een enkellange tuniek en er wordt getelefoneerd met bakelieten telefoons indien nodig, maar verder lijkt de wereld heel erg op die van vandaag. In latere albums kiezen de auteurs toch voor een moderne setting waarin onder meer smartphones geen anachronisme zijn. Eén beperking leggen Tome en Janry zich wel op: ze behandelen enkel de jonge jaren van Robbedoes, niet die van Kwabbernoot of andere figuren uit de hoofdreeks.

Natuurlijk heeft de Kleine Robbe vriendjes, Vermieljoen, Nico Ponchbol en Suzanne (Robbes "verloofde") om er drie te noemen en natuurlijk krijgen ook enkele volwassenen een vaste rol, m'neer Peuk (de turnleraar), juffrouw Cijfer, vader Angelusse (de pastoor) en Robbes opa met wie hij een sterke band heeft. Maar geen spoor van IJzerlijm, Zwendel of de graaf van Rommelgem. Ze worden niet gemist en de nieuwkomers bieden de auteurs met hun eigenheden en tekortkomingen meer vrijheid en mogelijkheden

Lezen over de tachtig jaar van het weekblad Robbedoes is plezierig en boeiend, ondertussen leert het bestuderen van die geschiedenis ons ook het een en ander. Dat creatieve vrijbuiters een poosje de gekste ideeën mochten hebben en de dwaaste plannen een kans krijgen, heeft de uitgeverij geen windeieren gelegd. De kleine Robbe is regelmatig onwelvoeglijk, ongemanierd of seksistisch, maar destijds zag men daar blijkbaar de humor nog van in en wordt er smakelijk mee gelachen. Betweterigheid en overgevoeligheid zetten in tegenstelling tot wat sommigen denken, geen zoden aan de dijk.

Een strip als De Kleine Robbe past in een kader dat zijn bestaan uitlokt en mogelijk maakt. De evolutie van deze reeks verbeeldt de tijdgeest waaruit ze voortkomt en waarop ze commentaar levert. Het streven naar politieke correctheid werkt als Roundup, de onkruidverdelger die meer dan enkel nutteloze en schadelijke kruiden doodt en van een rijke voedingsbodem een hoop grond maakt waarin niks meer groeit. De Kleine Robbe levert nog steeds het bewijs dat het mogelijk is om ook op een vermakelijke en verfrissende manier de ogen van de lezers te openen. Wie niet waagt, wie niet wint.
 

  Robbedoes
Robbedoes
Robbedoes
 
  Robbedoes
Robbedoes
Robbedoes