Robbedoes Biebel
gepresenteerd door Peter D'Herdt

 
WEEKBLADGESCHIEDENIS ROBBEDOES / SPIROU
Eerste verschijning: 1983 • Laatste verschijning: 1987
Tekenaar: Ikke

Scenaristen: Weilie, Ikke
 

  Robbedoes
Robbedoes
 

  De zomer van 1983. Enkele maanden lang kondigt een batterij aan Robbedoes-figuren een "enorme knal" aan. De rij wordt gesloten in Robbedoes nummer 2371 door een vreemd mannetje met een dik eierhoofd en enkele sprietjes haar. Zijn naam leert de trouwe weekbladlezer een week later kennen wanneer de langverwachte knal uiteindelijk luid weerklinkt in weekblad nummer 2372. Vanaf dat nummer wordt enerzijds, net zoals in het Franstalige Spirou, een nieuw publicatiebeleid ingevoerd met onder andere langere afleveringen van de lopende vervolgverhalen. Daarnaast verkrijgt de tweekoppige Nederlandstalige redactie, die op dat ogenblik bestaat uit Erwin Cavens en Jos Wauters en die voorheen nagenoeg enkel vertaalwerk voor zijn rekening nam, eindelijk datgene waar ze jarenlang voor hebben geijverd: een eigen onafhankelijk katern. Zowat twee jaar lang zullen ze daarin verschillende Nederlandse en Vlaamse auteurs en/of hun series lanceren: Piccolo Bello (Wim Haazen + Marck Meul), Bartje (Willem Ritsier), Tommy Gun (Pjotr & Meynen) en Circus Maximus (Hec Leemans) zijn er enkelen van.

En dus ook dat vreemde mannetje. Biebel is de naam en hij komt uit de koker van tekenaar Ikke en tekstschrijver Weilie (Antwerps voor "wij"). De eerste is bij de burgerlijke stand gekend als Marc Legendre en werkte voorheen op de Kuifje-redactie (of beter: wás de Kuifje-redactie). Achter de tweede gaat Marck Meul schuil, die even voorheen nog samen met Cavens en Wauters de redactie/het vertaalbureau van de Nederlandstalige tak van Spirou bemande. Biebel, hun gezamenlijke creatie, is een eigenwijze en ondeugende schelm die vanaf dan op regelmatige basis éénpaginagags en kortverhalen zal beleven in het weekblad.

In het begin wordt hij voornamelijk bijgestaan door zijn goeie, maar oerdomme vriend Reggie en de guitige hond Saflet (Antwerps voor "oorveeg"). Na een jaar stapt Meul van boord en vaart Legendre alleen verder. Hij zal later bekennen dat hij bij de lancering nauwelijks het tekenvak beheerst (zo heeft Biebel geen haar omdat hij dat gewoonweg te moeilijk vindt om te tekenen) en het maken van de strip eerder als een hobbyprojectje ziet. Ideeën en humor, meer bepaald die van de scabreuze soort, heeft hij dan weer zat. Het subversieve kantje van Biebel (én van Legendre zelf) komt dan ook prima van pas om de nieuwe — ook weer onafhankelijke — brievenrubriek van het weekblad op te fleuren. Biebel richt zich daarin zowat wekelijks tot de lezer, vaak vriendelijk, vooral als de brief in kwestie zich positief uitlaat over de reeks of zijn tekenaar, maar ook wel grofgebekt, zeker wanneer de schrijver zich op het ietwat kritische pad durft te begeven. De vergelijking met de debuutjaren van Guust Flater, om wiens terugkeer lezers al een tijdje verzuchten, wordt al snel gemaakt en is begrijpelijk, mede omdat die laatste in zo'n tekening bij de brievenrubriek letterlijk buiten spel wordt gezet door Biebel. Maar Legendre gaat toch verder dan André Franquin destijds ging: zijn humor is zwarter en het doorbreken van de zogenaamde vierde wand — Biebel die zich richt tot de lezer — doet eerder denken aan Philippe Gelucks De Kat, die ongeveer op datzelfde moment in Le Soir furore begint te maken.

Biebel wordt een blijvertje. Naast bijna tweeduizend strookjes in de krant (later gebundeld door Standaard Uitgeverij en vervolgens in kleur door Strip2000) zullen uiteindelijk bijna dertig albums verschijnen met vaak gekke en intrigerende titels. De albumuitgever wordt vreemd genoeg Standaard Uitgeverij en niet Dupuis. Grote baas Charles Dupuis blijkt hoegenaamd geen fan te zijn van het wijsneuzige ettertje. Legendre laat het niet aan zijn hart komen. Hij introduceert een resem aan personages: van de ouders van Biebel over Freddie de Yucca die als een soortement van huisdier wordt behandeld en love interest Dotje tot meester Chagrijn, de verstrooide professor Klichee en het marsmannetje Leo. En hoewel de reeks boordevol humor zit, gaat hij moeilijke onderwerpen niet uit de weg en wordt de onderhuidse maatschappijkritiek (racisme, kuddegedrag, zelfs Humo wordt door de mangel gehaald) niet gespaard. Die geslaagde mengeling van humor en sérieux levert Legendre in 1989 de prijs op voor beste Humoristische Strip op de Internationale Boekenbeurs van Brussel. Naar aanleiding daarvan worden vanaf 1990 zelfs een zevental albums vertaald in het Frans (Biebel heet daar Bibul). Engelse en Italiaanse vertalingen zullen volgen. Biebel was dan al even weg bij Robbedoes. De laatste keer verscheen hij  in Robbedoes nummer 2567 van 23 juni 1987.

Bij Standaard Uitgeverij blijven intussen nieuwe albums verschijnen en eind 1993 verhuizen Legendre en Biebel naar het Suske en Wiske Weekblad en maken vanaf dan daar de boel onveilig. De eerste als hoofdredacteur, de andere als onverbeterlijke gesel van de lachspieren. In 2002 hangt Legendre zijn Biebel definitief aan de wilgen, al zal hij daar gelukkig nog regelmatig voor een aantal gelegenheidsoptredens uitvallen.