Robbedoes Arme Lampil
gepresenteerd door Mario Stabel

 
WEEKBLADGESCHIEDENIS ROBBEDOES / SPIROU
Eerste verschijning: 1974 • Laatste verschijning: 2011
Tekenaar: Willy Lambil
Scenarist: Raoul Cauvin
 

  Robbedoes
Robbedoes
Robbedoes
 

  Lampil is de niet zo gerenommeerde tekenaar van Panty en z'n Kangoeroe, een strip die steeds onderaan bengelt bij de populariteitspolls van Robbedoes. De auteur kampt met heel wat kwaaltjes, zowel lichamelijk als psychisch, en reageert zijn frustraties vaak af op vrouw en zoon. Ook zijn scenarist Cauvin moet het vaak ontgelden en dan moet Lampil voor de zoveelste keer op zoek naar een nieuwe schrijver voor zijn albums, al worden de plooien meestal weer vrij snel gladgestreken. De gags eindigen dan ook vaak op dezelfde manier met de dooddoener: "Dat begrijp jij toch niet" als Lampil voor de zoveelste keer een farce meemaakt met een van zijn collega's en weinig gehoor vindt bij zijn eega.

De strip is ontstaan in de rubriek Vrij Vel (Carte Blanche) van het tijdschrift. Gevestigde waarden en jonge wolven krijgen daar van 1973 tot 1982 de gelegenheid om nieuw werk te presenteren of hun horizonten te verbreden. En dan blijkt dat op die pagina's heel wat grafisch talent zijn eerste stripstappen gezet heeft: Kamagurka, Bernard Hislaire, Frank Pé, Didier Conrad, Yann,... zijn maar enkele van de coryfeeën die hier debuteren.

Het is bij deze Arme Lampil niet altijd duidelijk in welke mate de avonturen van de papieren alter ego's overeenkomen met de dagelijkse beslommeringen van Lambil (Willy Lambillotte) en Raoul Cauvin zelve, maar ze slagen er steeds weer in om het geloofwaardig te houden. Zo is deze reeks misschien wel de eerste stripmockumentary geworden en zo de grafische evenknie van pakweg The Office. De kans is groot dat de lezer de vele inside jokes niet altijd doorheeft, al is de humor universeel genoeg zodat niet alleen de incrowd in een deuk ligt. Zo is het fictieve Panty en z'n Kangoeroe een duidelijke verwijzing naar Lambils eigen reeks Sandy & Hoppy, waar noodgedwongen een einde aan kwam toen hij de nieuwe tekenaar van De Blauwbloezen werd. En Cauvin die in de strip graag liggend op zijn sofa de scenario's verzint, heeft ooit toegegeven dat dit inderdaad de werkwijze is die hij het liefst hanteert.

De gagreeks verschijnt op onregelmatige basis in het tijdschrift van 1973 tot en met 1995, met een onderbreking in de jaren 1983 tot 1986 omdat de toenmalige hoofdredacteur Philippe Vandooren het niet erg voor de reeks heeft. Het werk aan De Blauwbloezen begint zoveel tijd op te slorpen dat het vooral voor de tekenaar onbegonnen werk is om er nog een nevenreeks op na te houden. In 1995 houden de auteurs, die ook in het echte leven wel eens woorden blijken te hebben, er dan definitief mee op. Later verschijnen er occasioneel nog enkele gags — bijvoorbeeld voor het 65-jarig bestaan van Spirou — waarbij de heren elkaar ontmoeten op een parkbankje, elkaar niet meer herkennen, maar toch nog voldoende pit hebben om af te geven op het ouder worden.

In totaal zijn er tussen 1977 en 1995 zeven albums verschenen, die — zeker in vergelijking met hun topreeks De Blauwbloezen — allesbehalve verkooptoppers waren. De beide auteurs hebben zich er altijd over verbaasd dat men de verkoop na enkele albums niet heeft stopgezet. In een interview uit 2003 door Philippe Cauvin verklaart Lambil zelfs het volgende: "Financieel was het een grote commerciële flop. Nog tot vandaag houdt men omwille van Arme Lampil geld in op mijn royalty's. Ik denk trouwens dat er heel wat albums in de papiermolen geëindigd zijn!"

Toch verschijnt er in 2011 nog een Franstalige integrale editie. De flaptekst bloklettert: "Arme Lampil is de eerste strip die in stripvorm het leven van een stripauteur vertelt." Dat kunnen wij zelfs begrijpen...
 

  Robbedoes
Robbedoes
Robbedoes