|
|
Khena
en de Katamarom
gepresenteerd door Reinout Vangeel |
|
|
WEEKBLADGESCHIEDENIS
ROBBEDOES / SPIROU
Eerste
verschijning: 1972 • Laatste verschijning:
2002
Tekenaars: Gos, Walt
Scenaristen:
Gos, Walt, Bruno Gilson |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
"Kind
Als Talloze Anderen Maar met Andere Rasechte Originele Merkwaardigheden"
of kortweg de Katamarom is een hybride die op het Continent der Twee
Manen geschapen is in het laboratorium van professor Napkop die daarvoor
de genen van vijf inheemse diersoorten kruist, waaronder de Ramoescha.
De jonge Katamarom wordt ontvoerd door de Stix die een centje willen
verdienen aan de clandestiene verkoop van het wonderdier, belandt
bij toeval bij de wetenschappelijke broertjes TikTak die hem door
een operatie aan zijn stembanden de spraak schenken en wordt uiteindelijk
bevrijd door de Melkwegers. Het beestje blijkt een ongezien potentieel
te hebben en op een paar weken tijd wordt zijn woordenschat bijgepompt,
leert hij telepathie en wordt hij klaargestoomd als intergalactisch
piloot.
Dat alles komen we pas achttien delen ver in de reeks te weten in
De Geboorte van de Katamarom (in 1989 in albumvorm verschenen,
in 1988 van nummer 2635 tot 2643 in Robbedoes te lezen),
een alleraardigst origineverhaal dat naadloos overgaat in het allereerste
Katamarom-avontuur De Medaille van de Inca's (1972),
dat bij zijn debuut in Robbedoes nummer 1806 meteen de cover
van het weekblad siert. Niet onbegrijpelijk als je weet dat de reeks
uit de pen van Gos (Roland Goossens)
vloeit. Die komt uit de studio van Peyo en heeft
op dat moment als tekenaar dan wel als scenarist al een hand gehad
in een indrukwekkend lijstje Dupuis-reeksen, zoals
De Smurfen, Steven Sterk, Guus Slim (als
tekenaar), Jakke en Silvester, Natasja en zelfs
een album van Robbedoes en Kwabbernoot met André
Franquin. Met De Katamarom maakt Gos zijn eigen
reeks, later bijgestaan door zijn zoon Walter, die
vanaf deel 13, Het Geheim van de Trollen (1984), met zijn
pseudoniem Walt mee op de cover staat.
Maar eerst terug naar 1972 en De Medaille van de Inca's,
waarin de Katamarom met motorpech op de Aarde strandt. Terwijl hij
aan zijn vliegende schotel sleutelt, ontmoet hij Khena, die zijn vaste
compagnon de route wordt. De Katamarom trekt in bij Khena en zijn
adoptiefvader, oom Dirk. Met oom Dirks riante villa in het rustige
stadje Hazelaarsbeek als uitvalsbasis beleven de twee beste maatjes
de meest fantastische avonturen binnen en buiten onze dampkring en
tussen verleden en toekomst. Khena blijkt zelf ook geen gewone Aardling
te zijn, maar is net als de Katamarom afkomstig van het Continent
der Twee Manen op de planeet Aktarka. Khena is als peuter door zijn
ouders in veilige bewaring gegeven bij een Peruviaans gezin wanneer
ze tijdens een expeditie naar de Aarde technische problemen krijgen
met hun ruimteschip en blijft daar achter nadat ze bij een laatste
testvlucht in de middeleeuwen belanden.
De reeks, die tot deel 7 (De Melkwegers, 1979) Khena
en de Katamarom heet, mengt behapbare sciencefiction met een
flinke dosis avontuur en een stevige scheut humor, een mix die aanslaat
bij zowel de jongere als de oudere lezer. De Robbedoes-lezer
krijgt in zijn favoriete weekblad tussen 1972 en 2002 zowel spannende
langere verhalen als luchtigere gagpagina's te lezen. Voor die komische
noot zorgen de Melkwegers, die je gerust Gos' eigen variant op de
Smurfen mag noemen. Niet blauw maar meestal groen en geen drie appels
hoog maar ongeveer van dezelfde gestalte als de Katamarom, doen de
Melkwegers in meer dan één opzicht denken aan de wereldberoemde
figuurtjes die Gos onder de vleugels van Peyo tekende. Ook zij leven
in een kleurrijke, goed georganiseerde gemeenschap, waarin ze allemaal
zo hun eigen karaktertrekjes vertonen. In hun hoogtechnologische maatschappij
op een van de twee manen van Aktarka is elke Melkweger gespecialiseerd
in een bepaald domein, af te lezen aan het symbool op de witte bol
op zijn of haar tuniek. Elk jaar veranderen de Melkwegers onderling
van jobomschrijving, dus de Melkweger die vandaag de grasperkjes onderhoudt,
kan de intergalactische boordcommandant van morgen zijn — of
omgekeerd. Door de grappen heen tonen de Melkwegers zich meer dan
eens waardevolle bondgenoten van Khena en de Katamarom en hun thuiswereld
is vaak het decor voor heel wat albums.
Zo ook in deel 14, De Wraak van de Kromoks (1985), waarin
de transmutator, een door de Kromoks gestolen uitvinding van de Melkwegers,
tot in Ellendam voor problemen zorgt. Euh, Ellendam was dat niet...
Juist, de thuishaven van de Mini-mensjes van Pierre Seron,
die ook in het verhaal opduiken. In het weekblad Robbedoes
beginnen de Mini-mensjes een weekje na de start van De Wraak van
de Kromoks (Robbedoes nummer 2468) aan hun avontuur
De Pickpocket (Robbedoes nummer 2469). Wat een aha-moment
moet het voor de weekbladlezers geweest zijn om te merken dat die
twee vervolgverhalen, die gelijktijdig maar met enkele pagina's van
elkaar gescheiden in het blad lopen, elkaar op een gegeven moment
beginnen te beïnvloeden en eigenlijk samen één
groot verhaal vertellen. In albumvorm zijn de twee verhalen perfect
los van elkaar te lezen, maar als je de albums na of naast elkaar
leest, beleef je sommige scènes vanuit verschillende invalshoeken
en dat geeft een uniek extra laagje.
Bij Dupuis verschijnen in totaal 34 albums, die zowel de langere verhalen
als de gagalbums omspannen. Vanaf deel 35, Het Schuilhol van Satic
(2005), verhuist de reeks naar Glénat,
dat de inmiddels uitgeputte Dupuis-albums niet opnieuw uitgeeft in
het Nederlands. De meeste daarvan zijn nog makkelijk te vinden in
de tweedehandsbakken van de stripwinkel of in het gespecialiseerde
circuit, maar voor twee moeilijkere delen zal je wat meer moeten betalen:
De Fontein der Mutanten (deel 31) en Falzar Is Terug
(deel 34), het laatste Dupuis-album. De Fontein der Mutanten
bevat in nieuwstaat een stickervel waarmee je je eigen albumcover
kan samenstellen. Dat ontbreekt intussen bij veel aanbieders, maar
dat belet die verkopers doorgaans niet om dezelfde hoge prijzen te
vragen als voor een compleet album. Delen 42 en 43, De Reus van
Imenoca en De Kapriolen van Cupido, verschijnen niet
meer bij Glénat, dat de reeks niet meer verderzet in het Nederlands.
Niet naar de zin van de goede lieden van stripspeciaalzaak Alex,
die de ontbrekende delen uitgeven onder hun eigen label INdruk. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|