|
|
De
Mini-Mensjes
gepresenteerd door Koen Driessens |
|
|
WEEKBLADGESCHIEDENIS
ROBBEDOES / SPIROU
Eerste
verschijning: 1967 • Laatste verschijning:
2004
Tekenaar: Pierre Seron
Scenaristen:
Albert Desprechins, Hao (Mittéï), Pierre Seron, Stephen
Desberg, Walt, Gos |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
De Mini-Mensjes
(Les Petits Hommes) is een van de maxi-series in Robbedoes:
bijna veertig jaar houden De Vries (Renaud) & co. zich als futuristische
kabouters staande in de grotemensenwereld. Qua identificatie met de
jonge lezers van het blad boorde Pierre Seron een
goudmijn aan.
Luikenaar Seron (1942-2017) begint zijn tekencarrière na een
studie aan het Luikse Saint-Luc als decorateur in de Grand Bazar en
vervolgens als assistent van Dino Attanasio (voor
Spaghetti) en scenarist Mittéï (voor
onder meer Ton en Tineke). Eenmaal ingelopen biedt hij zich
in 1967 aan bij Robbedoes met De Mini-Mensjes. Zijn
sterk bij André Franquin aanleunende grote-neuzenstijl
past meteen goed bij het blad. Toch laat de jonge tekenaar zich aanvankelijk
nog bijstaan voor de verhalen, onder meer door journalist Albert
Desprechins en natuurlijk ook Mittéï (onder het
pseudoniem Hao). Zelf gebruikt Seron ook een pseudoniem,
Foal, om tussen 1973 en 1976 voor het Franse tijdschrift
Pif Gadget te kunnen tekenen. Wanneer hij in 1978 bij Robbedoes
zijn tweede serie lanceert, De Centauren (op scenario van
Stephen Desberg), is zijn reputatie voldoende groot
om het onder eigen naam te kunnen doen en De Mini-Mensjes volledig
zelf te maken.
Het eerste Mini-Mensjes-verhaal verschijnt na de voorpublicatie
in 1967 in 1972 in albumvorm, in de debuutreeks Okay. Hetzelfde
verhaal, Alarm in Ellendam, verschijnt pas in 1985 als negentiende
titel in de reeks. Die vangt in 1974 aan met De Grote Uittocht,
waarin de Mini-Mensjes hun eerste nieuwe verblijf al meteen moeten
verlaten door toedoen van de 'groten'. De inspanningen van de Mini-Mensjes
om uit het zicht en de handen van hun niét door een meteoor
verkleinde soortgenoten te blijven, is de rode draad door de reeks.
Hoewel je je kunt afvragen hoe het mogelijk is dat de niet bepaald
onzichtbare verkleiningsepidemie de 'groten' ontgaan is. Gelijkaardige
kritische vragen kunnen (overigens alleen maar 'grote') lezers hebben
bij de onverklaarbare hoogtechnologische voorsprong van de Mini-Mensjes
die wonen in hypermoderne woningen en vliegen met het meest geavanceerde
sciencefictionmaterieel. Deze futuristische elementen maken echter
de charme van de reeks uit.
In totaal verschijnen tot 2004, wanneer de laatste Mini-Mensjes in
Robbedoes figureren, eenenveertig albums in het Nederlands. In het
Frans worden daarna nog drie albums uitgebracht, waarvan het laatste,
Eslapion 3 (Ellendam 3, over een laatste verhuis),
in 2011 niet meer bij Dupuis, maar bij Clair
de Lune. Het is meteen het laatste verhaal van Seron die
in 2014 definitief stopt met tekenen na een beroerte. Tussen 1999
en 2009 publiceert Seron bij Joker nog zes albums
van Les Petites Femmes (er verschijnen twee vertalingen in
de collectie Nou Nou! van Uitgeverij De Boemerang),
dat je inhoudelijk bezwaarlijk een spin-off van Les Petits Hommes
kunt noemen. Het gaat immers om erotiek, niet bestemd voor de minilezers
van Robbedoes.
Sinds 2016 loopt bij Saga Uitgaven een integrale
reeks van De Minimensjes (de spelling van de reeksnaam en
de verhalen zijn taalkundig gemoderniseerd) met daarin alle niet altijd
in album uitgegeven korte en lange verhalen in chronologische volgorde. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|