|
|
Bram
Jager
en zijn Buur
gepresenteerd door David Steenhuyse |
|
|
WEEKBLADGESCHIEDENIS
ROBBEDOES / SPIROU
Eerste
verschijning: 1966 • Laatste verschijning:
1983
Tekenaar: Francis Bertrand
Scenaristen:
Maurice Tillieux, Francis Bertrand, Raymond Maric |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
De Belg
Francis Bertrand (die aan zijn voornaam voldoende heeft om
zijn strips te signeren) publiceert zijn eerste strip Many Vail
in de krant La Cité voor hij achtereenvolgens met
Greg en op de studio van Peyo gaat
werken om mee te tekenen aan de reeksen Johan en Pirrewiet en Jakke en Silvester. Voor Robbedoes
tekent hij in zijn gezellige, ronde tekenstijl met typische grote
neuzen ook een sliert kortverhalen en microboekjes. Voor het blad
Record schept hij in 1963 Monsieur Bulle over een
oudere chauffeur die er uitziet als een voorloper van Haasje, de buurman
van Bram Jager. Ook dat figuurtje rijdt in een oldtimer rond. Daar
raken drie kortverhalen van gepubliceerd. Twee jaar later vraagt hij
aan Maurice Tillieux, toen zowat de meest bevraagde
scenarist voor tekenaars van Robbedoes, het concept van zijn
reeksje aan te passen. Met het burleske van de stille film in het
achterhoofd komt Bram Jager en zijn Buur tot stand.
In het eerste verhaal wil Bram een Ford T uit de jaren 1920 ophalen
in het dorpje waar hij zijn vakanties doorbracht. Voor het vervoer
moet hij rekenen op zijn buurman Haasje, een versufte ambtenaar die geen nee
kan zeggen, niet tegen zijn baas en al zeker niet tegen de zelfzekere, doortastende en ook wel arrogante Bram. Het is het begin van een lange reeks gags, kortverhalen
en enkele vervolgverhalen waarin Haasje altijd het haasje is door
de vele (onbeschaamde en pertinente) verzoeken van Bram. Op den duur
krijg je medelijden met de ruggengraatloze Haasje en zou je het onbedoelde
pestgedrag en de manipulaties van Bram vergeld willen zien. Vaak maakt
Haasje zich effectief kwaad, maar hij krijgt daarbij telkens zelf het deksel
op de neus om daarna weer in melancholie te vervallen of letterlijk
en figuurlijk in het ongeluk te lopen. De slapstickavonturen leiden
de buren naar gevaarlijke situaties en verre streken met de oude Ford
in een reddende rol. De stripreeks siert regelmatig de cover van het
weekblad en groeit snel uit tot een geliefde reeks bij de lezers.
Maurice Tillieux komt in 1978 helaas om in een auto-ongeluk. Volgens
een bron maakte hij net ervoor ruzie met zijn vrouw die zijn buitenechtelijk
gedrag niet langer tolereerde. Die bron laat uitschijnen dat Tillieuxs
ongeluk een bewuste keuze was. Niettemin staat Francis er voortaan
alleen voor, hoewel Tillieux al vaker het stuur aan Francis gaf om
eigen verhalen van Bram Jager en zijn Buur uit te werken.
Het succes van Bram Jager en zijn Buur permitteert hem al
in de jaren 1960 andere stripreeksen voor Pilote, Kuifje
en andere stripbladen te stoppen. Naast Bram Jager en zijn Buur
blijft hij nog wel een heleboel andere kortverhalen tekenen,
ook voor het Duitse Zack, onder meer als assistent voor Berck
voor de sf-serie Mischa. Voor Robbedoes creëert
hij iets langer lopende reeksen als Kapitein Bakbaard en
Tinnen Soldaatjes (in een minimalistische tekenstijl met
zeer veel flauwe moppen), maar die slaan helemaal niet aan.
Intussen verliest Bram Jager en zijn Buur almaar meer aanhang
en verdwijnt hij in 1983 definitief uit het weekblad. Tussen 1968
en 1980 verschijnen veertien albums. De gezamenlijke verkoop bedraagt
in 1980 349.000 exemplaren en dat is goed voor plaats 22 in de lijst
met best verkochte reeksen van Dupuis in die periode.
Een lang avontuur, De Buste van de Baas, verschijnt enkel
in Robbedoes Album+ van maart 1982, een dikker, speciaal
nummer van Robbedoes dat de formule van Super Kuifje
wil kopiëren. In 1986 beleven Bram Jager, Haasje en de Ford
T hun zwanenzang in het album Le Voisin Porte-veine, op scenario
van Lucien Froidebise, dat enkel in het Frans verschijnt
bij uitgeverij Récréabull.
Francis' laatste wapenfeit bestaat in 1988 uit het teken van de decors
van François Walthéry's album Tchanthés
dat bij Khani uitkomt. Daarna gaat het mentaal en
fysiek bergaf en sukkelt Francis in een depressie. Hij sterft in 1994
op zevenenvijftigjarige leeftijd zonder echt een roemrijk plaatsje
veroverd te hebben in de stripwereld. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|