Robbedoes Poesie
gepresenteerd door Mario Stabel

 
WEEKBLADGESCHIEDENIS ROBBEDOES / SPIROU
Eerste verschijning: 1965 • Laatste verschijning: 1977
Tekenaars: Peyo, Lucien De Gieter, Marc Wasterlain, Daniel Desorgher
Scenaristen: Peyo, Yvan Delporte
 

  Robbedoes
 

  De publicatiegeschiedenis van Peyo's Poesie (Poussy in zijn moedertaal) lijkt wel op een kat met darmklachten én een vlooienprobleem: onze zwarte kater hobbelt alle kanten op en duikt nu eens hier, dan weer daar op. Peyo creëert de kattenstrip in eerste instantie voor de Belgische krant Le Soir. Tussen 1949 en 1951 verschijnen er zo 26 gags in de krant. Als de tekenaar aan de slag kan bij Spirou / Robbedoes, zal hij zich aanvankelijk vooral concentreren op Johan (en Pirrewiet) zodat we Poesie pas in 1955 terugzien, als er bij Le Soir elke week ook een jeugdkatern verschijnt. Uitgever Charles Dupuis ziet zijn auteurs liever niet voor andere media werken en zo zullen een aantal van die gags vanaf 1965 in kleur hernomen worden in Robbedoes.

Als in 1969 al het materiaal gerecupereerd is en Peyo door het grote succes van De Smurfen geen tijd meer heeft voor zijn andere reeksen, komt Poesie in handen van studiomedewerker Lucien De Gieter. Die zal in totaal 46 jokes maken voor het tijdschrift, totdat hij vanaf 1974 de handen vol krijgt met zijn eigen reeks Papyrus. Daarna zullen Marc Wasterlain (die in 1972 samen met Yvan Delporte ook de humoristische en educatieve weetjesrubriek Poesieclopedie verzorgt) en Daniel Desorgher op onregelmatige tijdstippen nog enkele gags tekenen, maar in 1977 trekken ze nogmaals de stekker uit de reeks. Poesie wordt in 1989 dan nog een laatste keer gereanimeerd voor het nieuwe tijdschrift Schtroumpf. Desorgher, Éric Closter en Philippe Delzenne (de latere tekenaar van Jommeke) fabriceren in totaal nog 21 grappen van onze zwarte kater, maar dan zijn de negen levens definitief op.

Al in 1965 komt er een Franse bundeling op de markt in de collectie Gag de Poche, maar de Nederlandstalige lezers moeten nog wachten tot 1976 vooraleer het eerste album Ha die Poesie verschijnt. Het jaar daarop volgen er nog twee albums: Niet doen, Poesie! en Poesie Mauw. In 2014 verzorgt Dupuis een kindervuistdikke bundeling van alle gags die ooit verschenen zijn tussen 1949 en 1991. Die heeft geen Nederlandstalige editie gekregen, maar de meeste grappen zijn ook voor de niet-francofonen vrij goed te volgen.

In de eerste aanzetten voor deze reeks zie je duidelijk dat Peyo een mateloze bewondering koestert voor Walt Disney. Toch kiest hij niet voor een antropomorfe versie van een stripkat zoals zijn grote voorbeeld, maar maakt hij er een kater van vlees en bloed van die over het algemeen 'realistische' avonturen meemaakt. De entourage van Poesie wisselt nog eens, al passeren er regelmatig een blond jongetje en de obligate muis de revue.

Voor de moderne lezer zullen de belevenissen bij momenten nogal braafjes overkomen, maar toch blijken de gags over het algemeen van een tijdloze klasse. Op enkele schaarse uitzonderingen na hanteren Peyo en zijn opvolgers ook steeds het vierprentjesprincipe. Dit zorgt er steeds voor dat het tempo mooi aan de hoge kant blijft. Tel daar nog de verzorgde tekeningen bij en je hebt een gagreeks die zonder twijfel het predicaat klassieker verdient!