Robbedoes Snoesje
gepresenteerd door Bernard Pauwels

 
WEEKBLADGESCHIEDENIS ROBBEDOES / SPIROU
Eerste verschijning: 1965 • Laatste verschijning: 2008
Tekenaars: Raymond Macherot, André Taymans
Scenaristen: Raymond Macherot, Yvan Delporte, Paul Deliège, André Taymans, François Corteggiani
 

  Robbedoes
Robbedoes
Robbedoes
 
  Robbedoes
Robbedoes
Robbedoes
 

  De Waal Raymond Macherot creëert in 1965 het figuurtje Snoesje (Sibylline in het Frans). Een bazig, eigenwijs, lichtgeraakt en allerminst bescheiden muizenvrouwtje — niet echt een Snoesje. Gevreesd en gerespecteerd door de haar omringende dierenwereld, een wonderlijke maatschappij van beestjes met menselijke trekjes. Net als in klassieke dierenfabels staat de reeks bol van gemene, listige, luie, corrupte, vraatzuchtige, jaloerse, gierige, verwaande en wellustige wezens. Maar omdat ze meestal ook potsierlijk en onbedoeld grappig uit de hoek komen, zijn we geneigd hen met mildheid te bejegenen.

Met Snoesje is Macherot niet aan zijn proefstuk toe. Eerder creëerde hij voor Kuifje de dierenstrip Chlorophyl, door kenners (terecht) de hemel in geprezen. André Franquin is een bewonderaar en bij Dupuis is het woord van Franquin voldoende om iemand in huis te halen. Macherots eerste creatie voor Robbedoes is Poezekat en de Krompier. Een dierenstrip, jawel, maar tevens een detectivestrip met een vleugje satire op society en modernisme. Een gruwelijk verhaal rond politieke intriges, kannibalisme en plastische chirurgie. Een pareltje, helemaal in de lijn van de beste Chlorophyl-verhalen. Maar het publiek was er niet klaar voor. Te complex, te subtiel? Dan maar een eenvoudig kat-en-muisverhaal, in een huiselijke sfeer. Snoesje is geboren. Na enkele episodes plant Macherot de muizenbende over naar de het platteland. In een decor van natuurlandschappen en een wat nostalgische pastorale sfeer voelt hij zich thuis.

De avonturen krijgen al gauw een epische dimensie, met een eindeloze strijd tussen goed en kwaad, geïncarneerd door ratten, roeken en ander ongedierte. De meesterschurk is een doorslag van Antraciet uit Chlorophyl die in Snoesje Mispunt (Anathème in het Frans) heet. Deze Mispunt is wel een stuk onschuldiger en laat zich gemakkelijk in de luren leggen. Minder bedreigend kortom. De kenners zijn gecharmeerd, maar de reeks doet het niet goed in de polls bij de lezers. Macherot zelf lijkt op den duur ook minder gemotiveerd en de inspiratie droogt op. Vanaf 1972 grijpt hij naar een noodoplossing: hij doet beroep op zijn streekgenoot Paul Deliège voor de scenario's. Snoesje en de Piraten, een niet als album uitgegeven vervolgverhaal waarin het vooral veel regent, is symptomatisch voor de doffe periode die de kunstenaar doormaakt. Het tekenwerk is ondermaats, niet meer sprankelend, ongeïnspireerd. De samenwerking met Deliège stopt in 1976. Macherot herpakt zich geleidelijk en creëert in 1977 De Boze Elixir. En dan wordt het stil. Drie jaar lang horen we niets meer van Macherot. Maar in 1980 staat hij er terug, en hoe.

In 1980 komt Robbedoes met een nieuwe formule op de proppen. Het ritme van twee pagina's per week wordt vervangen door lange afleveringen, waardoor een verhaal nooit lang blijft aanslepen. Voor Macherot een goede formule. Zijn manier van vertellen is onregelmatig, zeg maar grillig. Hij trekt zich steeds minder aan van klassieke structuren en doet gewoon waar hij zin in heeft, wat de verhalen een lekker anarchistisch tintje geeft. Zijn verbeelding draait op volle toeren en het universum van Snoesje wordt voortdurend verrijkt met bizarre, grappige en wonderlijke personages. Meer en meer dringt het bovennatuurlijke zich op als centraal thema. Het wemelt van behekste voorwerpen, bezweringen, toverdrankjes, gedaanteverwisselingen, kwaadaardige en goedaardige verschijnselen en fenomenen. De duivel himself krijgt een rol in de gedaante van de grote Troebadoel.

Deze laatste periode is meer dan de moeite. Het tekenwerk lijkt misschien minder verzorgd, maar Macherot heeft zich bevrijd van de rigide klare lijn en hanteert een losse, spontane techniek waar het tekenplezier vanaf spat. Het levert voortdurend prachtige plaatjes op waarin Macherot — liefhebber van Japanse prenten — zich uitleeft.

Eens te meer blijft waardering uit. In 1985 verschijnt het laatste album, in het weekblad gaat Macherot door tot 1990. Zo'n 240 platen bleven onuitgegeven in album. Wie de taal van Molière machtig is, kan sinds enkele jaren de integrales in huis halen. Dat die integrales uiteindelijk bij Casterman verschijnen, is een blaam voor Dupuis.

Intussen beleefde Snoesje twee comebacks. In 2005 neemt André Taymans de reeks over voor de Waalse uitgeverij Flouzemaker, genoemd naar de handelaar in de reeks. Voor twee albums schrijft Macherot nog zelf het scenario. Hij sterft in 2008. Taymans tekent en schrijft uiteindelijk vijf albums, het laatste in samenwerking met François Corteggiani in 2009. Na het faillissement van Flouzemaker schrijft Corteggiani voor Netch in 2017 een eerste nieuw album dat ook in het Nederlands verschijnt bij Casterman.
 

  Robbedoes
Robbedoes
Robbedoes
 
  Robbedoes
Robbedoes
Robbedoes