|
|
Guust
gepresenteerd door Martin Schrijvershof |
|
|
WEEKBLADGESCHIEDENIS
ROBBEDOES / SPIROU
Eerste
verschijning: 1957 • Laatste verschijning:
heden
Tekenaars: André Franquin, Jidéhem
Scenaristen:
André Franquin, Jidéhem,
Yvan Delporte, diverse scenaristen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
In 1957 bedenken
Yvan Delporte en André Franquin een
klungelige jongeman die de redactie van Robbedoes onveilig
zou maken met zijn flaters. Aanvankelijk is alleen Kwabbernoot daarvan
het slachtoffer, elke week in een in formaat wisselende tekening.
De jongeman heet Guust. Al gauw worden de kleine tekeningen omgevormd
tot een wekelijkse strip van een halve plaat. Door het vele werk aan
de strip van Robbedoes en nu ook aan die van Guust
vraagt Franquin zijn assistent Jidéhem hem
te helpen met het inkten van de strip. Dat doet Jidéhem jarenlang.
Na enkele gastoptredens in de Robbedoes-strip krijgt Guust
een prominente plaats op de cover van het tijdschrift. Daarnaast verschijnen
er latexpoppetjes van Guust — er is zelfs een jarenlang terugkerende
gag van een levensgrote latex-Guust op de redactie.
In de loop der jaren duiken veel bijfiguren op in de strip. Onvergetelijk
is meneer De Mesmaeker, die dankzij Guust er nooit in slaagt de contracten
met Dupuis te ondertekenen. Verder is er juffrouw Jannie, een aanvankelijk
wat onaantrekkelijke jonge vrouw die een oogje heeft op Guust. Zij
gaat gaandeweg een grotere rol spelen in het leven van Guust. Na enkele
jaren komen er op kantoor steeds meer medewerkers: enkele knappe secretaresses,
boekhouder Van Gestel, Pruimpit, Bertje en tekenaar Krasser. Ook krijgt
Guust twee vrienden buiten kantoor: Joost van Smith aan de overkant
en Bert Blunder, met wie Guust de vreemdste streken uithaalt.
Als muziekliefhebber speelt Guust op diverse instrumenten: een trombone,
vogelfluitjes, een contrabastuba, een gitaar en een zingende zaag,
maar uiteindelijk vergaart hij de meeste roem met zijn eigen instrument,
de Flaterfoon. Geleidelijk aan begeeft Guust zich ook buiten kantoor,
op straat, aan het strand, in de vrije natuur en op het platteland.
Op straat maakt hij snel kennis met een punctuele politieagent. Vooral
met zijn antieke auto krijgt hij het vaak aan de stok met agent Vondelaar.
Vanaf 1966 gaat Franquin alleen verder met Guust, voortaan
inkt hij de strip zelf, elke week een hele plaat. Als hij de Robbedoes-strip
doorgeeft aan Jean-Claude Fournier, verdwijnt ook
Kwabbernoot uit de Guust-strip. Pruimpit neemt voortaan diens
rol over.
Vernieuwende kookrecepten, chemische proeven en diverse uitvindingen
zorgen voor soms schokkende effecten. Een als een raket wegschietende
brandende fles sterkedrank, langzaam drogende plastic vloerbedekking,
een jokari met een superkaatsbal, een luie stoel in de vorm van een
hand,... Franquin bedacht elke week weer een originele gag. En dat
tientallen jaren achtereen.
Vanaf 1971 zet Franquin onderaan de strip telkens een andere vorm
van zijn handtekening, geheel passend bij de gag van de week. Op die
manier voegt hij een grafische running gag toe aan zijn Guust-strip.
Guust verschijnt na een lange pauze en een korte comeback
voor het laatst in 1991, maar herhaaldelijk spelen Robbedoes
en Spirou (ook na het verdwijnen van Robbedoes)
de bekendheid van Guust nog meermaals uit door oude gags te herpubliceren,
artikels te schrijven over actuele evenementen rond Guust
(een zoveelste verjaardag of een grote tentoonstelling bijvoorbeeld)
en zelfs hommagegags te laten maken door tientallen verschillende
tekenaars en scenaristen. Zo krijgen lezertjes toch een beetje het
idee dat Guust nog steeds op de redactie van Spirou rondlummelt. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|