|
|
Guus
Slim
gepresenteerd door Martin Schrijvershof |
|
|
WEEKBLADGESCHIEDENIS
ROBBEDOES / SPIROU
Eerste
verschijning: 1956 • Laatste verschijning:
1979
Tekenaars: Maurice Tillieux, Gos
Scenarist:
Maurice Tillieux |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
In september
1956 lanceert Robbedoes een nieuwe strip die al snel een
enorm succes kent. Maurice Tillieux heeft al jarenlang
ervaring met zijn strip Félix in het tijdschrift Héroic-Albums.
Als dat blad ophoudt te bestaan, is de overstap naar Robbedoes
een uitkomst voor de jonge tekenaar die een gezin te onderhouden heeft.
De beroepsinbreker Vlinder ontsnapt uit de gevangenis met behulp van
detective-in-spe Guus Slim, vergeefs achtervolgd door politie-inspecteur
Spek. Deze drie tegenpolen worden gaandeweg de gangmakers —
of zo men wil de helden — in spannende plots, komische verwikkelingen
en verrassende wendingen. Guus Slim is de rustige en doordachte held,
Spek is de brokkenmaker, eeuwig ruziënd met Vlinder die voortdurend
flauwe grappen maakt waarom alleen hijzelf kan lachen. Vanaf het tweede
verhaal duikt Kersesteeltje op die aanvankelijk zowaar de hoofdrol
speelt. Al gauw krijgt zij de taak van secretaresse van Guus Slim.
Later verdwijnt ze meer en meer naar de achtergrond.
De eerste twee verhalen, Vlinder Neemt de Vlucht en Popaïne
en Oude Kunst, vormen een tweeluik, waarvoor Tillieux gelijk
twee keer vijfenveertig pagina's nodig heeft, meer dan de in die tijd
gebruikelijke vierenveertig pagina's per album. Zijn derde verhaal,
De Verdronken Wagen, dat vanaf september 1958 in Robbedoes
verschijnt, is intussen een klassieker geworden. Op zoek naar de motieven
van een moordenaar strandt het drietal op een verbindingsweg tussen
de vaste wal en een eiland voor de Bretoense kust. Hoewel de verdrinkingsdood
dreigt door de snel opkomende vloed, zijn de dialogen tussen Spek
en Vlinder ware humoristische kunststukjes. Dat is ook het handelsmerk
van Tillieux: spanning en doldwaze humor tegelijk.
Een ander handelsmerk van Tillieux is de hoeveelheid tekstballonnen
die vaak nodig zijn om de ontknoping van de plot aan het eind van
een verhaal duidelijk te maken. Vrachtboten in de Avond uit
1959 is een zeer spannende strip. Guus Slim verbrandt bijna, verdrinkt
bijna en bevriest bijna. Tenslotte velt hij de grootste boef in een
moddergevecht, gevolgd door twee platen met een biecht van vijftien
tekstballonnen lang waarin heel precies wordt uitgelegd wie welke
misdaad pleegde, hoe dat gebeurde en waarom. Datzelfde euvel doet
zich voor aan het eind van De Drie Vlekken uit 1963.
Na het twaalfde album, De Springbeesten, geeft de als scenarist
druk bevraagde Tillieux de tekenpen door aan Gos.
Hij blijft wel de scenario's schrijven. Gos' tekenstijl in 18-Karaatswerk
uit 1970 blijft trouw aan die van zijn voorganger. Er volgen
nog drie albums, dan valt het doek. Na de dood van Tillieux in februari
1978 probeert Gos het scenario van Tussen Wal en Schip af
te ronden, zonder dat hij wist welk slot Tillieux voor ogen heeft.
Het lukt hem niet er vierenveertig pagina's van te maken, hij blijft
steken op achtentwintig. Het laatste album wordt aangevuld met enkele
korte verhalen die al eerder in Robbedoes waren gepubliceerd. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|